Onderzoek naar de invloed van zanddeeltjes uit de Sahara op het klimaat op aarde

Telkens wanneer een woestijnstorm over de duinen van de Sahara raast, heeft dat grootschalige gevolgen voor het milieu. Tot een miljoen ton minuscule stofdeeltjes komen vrij in de lucht en worden over grote afstanden vervoerd, vaak tot in Zuid-Amerika, waar ze belangrijke voedingsstoffen leveren aan de regenwouden van het Amazonegebied. Meer dan 60 procent van de 1,5 miljard ton mineraalrijk stof in de atmosfeer van de aarde is afkomstig uit de Sahara. Afzonderlijke stofwolken kunnen een omvang bereiken van 500.000 vierkante kilometer, een oppervlakte gelijk aan die van Spanje. Aangezien deze stofdeeltjes slechts korte tijd in de lucht blijven, is het moeilijk de volledige omvang van hun impact te analyseren.
Vliegtuigen vliegen op verschillende hoogtes over de Sahara om stofmonsters te verzamelen voor laboratoriumanalyse. In het Instituut voor Troposferisch Onderzoek in Leipzig gebruiken wetenschappers lasertechnologie om te bepalen hoeveel stof er op een bepaalde hoogte aanwezig is. De resultaten zijn gewoonweg fascinerend. De Sahara wordt afgeschermd door een laag stof die tot vijf kilometer dik kan zijn. Het ultrafijne zand, dat als een zonnescherm voor de hele woestijn fungeert, weert ongeveer 25 procent van de zonnestralen. Dit atmosferische stof voorkomt dat de grond oververhit raakt.
Kunnen zandstormen het klimaat reguleren? Er moeten nog veel vragen worden beantwoord voordat we dit met zekerheid kunnen zeggen. Meteorologen onderzoeken ook of stof in de lucht van invloed is op het weer. In een reeks proeven proberen wetenschappers vast te stellen of zanddeeltjes in de atmosfeer bijdragen tot de vorming van wolken en dus tot meer neerslag. Het experiment begint: fijne microscopische stofdeeltjes worden door middel van afzuiging uit het Saharazand gehaald en gescheiden van de grovere korrels. Stofdeeltjes van de gewenste grootte worden vervolgens blootgesteld aan stoom en onderzocht op mogelijke effecten. Als gevolg daarvan beginnen zich ijskristallen te vormen. In Midden-Europa omvat de neerslagcyclus meestal een bevroren fase. Dit betekent dat de neerslag vaak condenseert bij temperaturen onder het vriespunt terwijl hij uit de atmosfeer op de grond valt. Voor wetenschappers is dit een teken dat woestijnzand bijdraagt tot de vorming van regen. Hoewel er nog heel wat mysteries in het woestijnstof hangen, is één ding zeker: minuscule zanddeeltjes in de atmosfeer van de aarde hebben een grote invloed op ons klimaat.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.