In dit bericht zullen we proberen te kijken naar het verschil tussen prescriptieve en descriptieve grammatica. We zullen ook proberen enkele voorbeelden te geven die dit verschil laten zien. Als leerkrachten zult u ook geïnteresseerd zijn in wat pedagogische grammatica is en de criteria die syllabusontwerpers gebruiken bij de selectie van grammatica-onderwerpen.
Prescriptief vs descriptief
Om het verschil tussen prescriptieve en descriptieve grammatica te zien, laten we eerst beginnen met een definitie van grammatica zoals die gewoonlijk door traditionele grammatici wordt gebruikt. De volgende definitie stelt dat grammatica gaat over het onderscheiden van correcte van incorrecte zinnen. Dit is precies waar het bij prescriptieve grammatica om gaat. Anders gezegd:
‘prescriptieve grammatica’ verwijst naar een reeks normen die bepalen hoe zinnen al dan niet moeten worden gevormd, in plaats van te beschrijven hoe taal werkelijk wordt gebruikt.
Prescriptieve grammatica houdt zich bezig met wat de grammatici goed of fout vinden, dat wil zeggen, zij maakt een onderscheid tussen goede en slechte taalgebruikers.
Prescriptieve grammatica staat in contrast met descriptieve grammatica:
Descriptieve grammatica richt zich op het beschrijven van de taal zoals die feitelijk wordt gebruikt, niet zoals die zou moeten worden gebruikt. Ze is gebaseerd op het taalgebruik van de sprekers.
Descriptieve taalkundigen proberen reële taalgegevens te analyseren, zodat ze regels kunnen formuleren voor het gebruik ervan. Het doel is niet om goede van slechte taalgebruikers te onderscheiden. Veel vormen van taal die volgens prescriptieve grammatici niet grammaticaal zijn, kunnen voorkomen in de gegevens die de descriptieve taalkundigen analyseren.
Hier volgt een voorbeeld van een vorm die volgens prescriptieve grammatici niet correct is:
John is ouder dan zij.
Hoewel de bovenstaande vorm door echte sprekers wordt gebruikt, beschouwt de prescriptieve grammatica dit als een voorbeeld van slecht taalgebruik, en stelt dat de juiste vorm zou moeten zijn:
John is ouder dan zij.
De prescriptieve grammatici zijn van mening dat het woord ‘dan’ wordt gebruikt als een voegwoord dat moet worden gevolgd door een onderwerpp voornaamwoord. De correcte vorm volgens deze benadering zou moeten zijn ‘hij is ouder dan zij (is)’.
Hoewel, volgens de descriptieve grammatica, aangezien de bovenstaande vorm gebruikt wordt door sprekers en schrijvers in de werkelijke taal, zou deze moeten worden opgenomen in de gegevens en bestudeerd. Het woord ‘dan’ wordt in deze analyse gezien als een voorzetsel, en om die reden kan worden beargumenteerd dat de zin ‘John is ouder dan haar’ ook correct is en dat ‘haar’ in dit geval functioneert als het object van het voorzetsel.
Descriptieve grammatica beschrijft taalvormen objectief en zonder te oordelen. Het doel is de principes en patronen te bestuderen die ten grondslag liggen aan het feitelijke taalgebruik.
Pedagogische grammatica
Maar zijn prescriptieve en descriptieve grammatica wel geschikt voor de behoeften van Engelse taalleerders?
In de meeste klassenpraktijken zijn zowel prescriptieve als descriptieve grammatica’s moeilijk aan te leren. Vandaar de behoefte aan een meer leerbare grammatica – een pedagogische grammatica. Deze grammatica is behulpzaam bij het onderwijzen van taal en houdt rekening met het niveau en de behoeften van de lerenden en de aard van de klas.
Om effectief te zijn, moet deze grammatica aan een aantal eisen voldoen.
De grammaticaregels moeten:
Betekenisvol:
Grammaticaregels moeten gecontextualiseerd zijn en moeten zinvol zijn.
Eenvoudig:
Een lange uitleg van grammaticaregels kan contraproductief zijn. Korte en eenvoudig te formuleren regels kunnen effectiever zijn.
Waar:
De eenvoud van grammaticaregels mag niet ten koste gaan van waarheidsgetrouwheid. Veel leraren verklaren het gebruik van de onbepaalde lidwoorden ‘a’ en ‘an’ door te stellen dat:
‘a’ wordt gebruikt voor medeklinkers terwijl ‘an’ wordt gebruikt voor klinkers.
Deze regel is eenvoudig maar niet waarheidsgetrouw. Er zijn veel voorbeelden van het gebruik van het lidwoord ‘a’ voor een klinker (vgl. een universiteit). Evenzo zijn er veel voorbeelden van het gebruik van ‘an’ voor een medeklinker (vgl. een paraplu). Een meer passende en ware formulering van bovenstaande regel is de volgende:
‘a’ wordt gebruikt voor medeklinkers terwijl ‘an’ wordt gebruikt voor klinkers.
Dit komt omdat een klinker zoals ‘u’ als medeklinker kan worden uitgesproken zoals in ‘paraplu’.
Grading:
Grammaticaregels moeten zo worden geordend dat gemakkelijke structuren moeten worden aangeleerd vóór complexe structuren. Men kan bijvoorbeeld niet de verleden tijd leren voordat men eerst de eenvoudige verleden tijd heeft geleerd. Onder ontwerpers van leerplannen is men het er algemeen over eens dat gemakkelijk aan te leren grammaticapunten voorrang moeten krijgen op complexere. Veel voorkomende onderwerpen in een grammatica syllabus voor beginners zijn: be, simple present, present continuous, articles, adjectives, can/can’t, going to, etc.
Conclusie
Prescriptieve grammatica biedt een set regels om goed van slecht taalgebruik te onderscheiden. Descriptieve grammatica richt zich echter op taal zoals die wordt gebruikt door feitelijke sprekers en probeert die te analyseren en er regels over te formuleren. Pedagogische grammatica daarentegen helpt bij het onderwijzen van taal. Pedagogische grammatici houden rekening met de beperkingen van het taalbeheersingsniveau van de leerlingen en met de bijzondere kenmerken van het klaslokaal. Belangrijke criteria, zoals zinvolheid, eenvoud, waarachtigheid en gradatie, moeten in acht worden genomen bij het ontwerpen van de syllabus.