1

De lithosfeer, het buitenste deel van de aarde, bestaat uit de korst en een deel van de bovenmantel. Hij is onderverdeeld in starre platen, die tektonische of lithosferische platen worden genoemd. Deze bewegen op een vloeibaarder laag van de aardmantel, de asthenosfeer. Door de lagere viscositeit van de asthenosfeer kunnen de tektonische platen op de onderliggende mantel bewegen, maar de oorsprong van deze lage viscositeit is tot op heden onbekend gebleven.

Seismische tomografie produceert driedimensionale beelden van het inwendige van de aarde door miljoenen seismische golven te analyseren die zijn opgenomen in seismologische stations verspreid over het aardoppervlak. Sinds de jaren zeventig hebben seismologen deze golven geanalyseerd met het oog op de identificatie van één enkele parameter: hun voortplantingssnelheid. Deze parameter varieert met de temperatuur (hoe kouder het medium, hoe sneller de golven aankomen), de samenstelling en de eventuele aanwezigheid van gesmolten gesteente in het medium waar de golven doorheen gaan. Seismologen van het Laboratoire de géologie de Lyon: Terre, planètes et environnement (CNRS/ENS de Lyon/Université Claude Bernard Lyon 1) bestudeerden in plaats daarvan een andere parameter, golfverzwakking, naast de variatie in de voortplantingssnelheden van de golven. Deze analyse, die nieuwe informatie oplevert over de temperatuur van het door de golven doorkruiste medium, maakt het mogelijk de hoeveelheid gesmolten steen in het door de golven doorkruiste medium vast te stellen.

Het nieuwe model heeft het voor het eerst mogelijk gemaakt de hoeveelheid gesmolten steen onder de tektonische platen in kaart te brengen. Uit dit werk blijkt dat een kleine hoeveelheid gesmolten gesteente (minder dan 0,7% in volume) aanwezig is in de asthenosfeer onder de oceanen, niet alleen waar dit werd verwacht, d.w.z. onder oceaanruggen en sommige vulkanen zoals Tahiti, Hawaii of Reunion, maar ook onder alle oceanische platen. Het lage percentage gesmolten gesteente dat werd waargenomen is voldoende om de viscositeit onder de tektonische platen met één of twee orden van grootte te verminderen, waardoor zij “ontkoppeld” zijn van de onderliggende mantel. Bovendien hebben de seismologen uit Lyon geconstateerd dat de hoeveelheid gesmolten gesteente groter is onder de snelst bewegende platen, zoals de Pacifische plaat. Dit wijst erop dat het smelten van de rotsen de platen in beweging brengt en de vervorming aan de basis ervan bevordert. Dit onderzoek verbetert ons begrip van plaattektoniek en hoe het werkt.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.