Het gebruik van een overhellende ladder
De één-op-vier regel zorgt ervoor dat u uw ladder onder de juiste hoek plaatst. Een scheve ladder moet een hoek van 75 graden maken, en de eenvoudigste manier om dit te bereiken is om de ladder één eenheid uit een put te plaatsen voor elke vier eenheden omhoog.
Klim met behulp van drie contactpunten en werk waar mogelijk op dezelfde manier. U mag een handgreep slechts kort loslaten, bijvoorbeeld wanneer u een spijker begint in te slaan. Kijk tijdens het klimmen altijd naar de ladder en pak hem stevig vast, en gebruik een gereedschapsriem in plaats van te klimmen met iets in uw hand.
Gebruik de gordel-gesp test om te voorkomen dat u te ver naar de zijkanten reikt. Als het gebied waar uw riemgesp moet zijn buiten de ladderbomen ligt, reikt u te ver uit en moet u terug naar beneden gaan en de ladder opnieuw plaatsen. Verstel de ladder nooit terwijl u op de sporten staat.
Zorg ervoor dat de ladder lang en hoog genoeg is voor de uit te voeren taak. Het naar boven uitstrekken moet worden vermeden, evenals het werken vanaf de bovenste drie sporten. Zet de ladder nooit op een beweegbaar voorwerp (b.v. pallet, bakstenen, torensteiger).
Overbelast de ladder niet. Denk zowel aan de hoogte van de werknemer als aan de uitrusting of het materiaal dat wordt vervoerd. Meer informatie is te vinden op de etiketten van de fabrikant op de ladders zelf.
Vermijd bovengrondse elektriciteitsleidingen – werk niet binnen een horizontale afstand van zes meter van een leiding, tenzij deze is doodgemaakt of beschermd met isolatie. Voor alle elektrische werkzaamheden moet een niet-geleidende ladder van bijvoorbeeld glasvezel of hout worden gebruikt.
Zorg ervoor dat u een overhellende ladder vastbindt, gebruik een stevig bovenste steunpunt in plaats van bijvoorbeeld plastic goten, en overweeg het gebruik van een effectief stabiliteitsapparaat.
Het gebruik van een trapladder
Controleer alle vier de poten van de trapladder – ze moeten allemaal in contact zijn met de grond, en de treden moeten waterpas zijn.
Blijf bij lichte gereedschappen en materialen.
Strek u niet te ver uit en ga niet op de bovenste drie treden staan om te werken tenzij er boven dit punt een houvast beschikbaar is.
Zorg ervoor dat de vergrendelingen zijn ingeschakeld.
Wees voorzichtig met de gevaren van zijdelingse belasting, zoals boren vanaf de zijkant. Streef ernaar om in plaats daarvan met het gezicht naar het werk te staan, tenzij een risicobeoordeling anders adviseert. Wanneer een zijdelingse belasting waarschijnlijk is, bindt u de treden vast of zorgt u ervoor dat ze niet omvallen.
Houd drie contactpunten – twee voeten en een hand. Als beide handen kort nodig zijn, gebruik dan de trap om uw lichaam te ondersteunen voor een derde contactpunt.