Wat is besmetting met de hondenziekte?
Distemper is een zeer besmettelijke virusziekte bij huishonden en andere dieren, zoals fretten, stinkdieren en wasberen. Het is een ongeneeslijke, vaak dodelijke, multisystemische (op meerdere organen betrekking hebbende) ziekte die de ademhalingswegen, het maag-darmkanaal en het centrale zenuwstelsel aantast. Distemper wordt veroorzaakt door het canine distemper virus (CDV).
Hoe wordt de ziekte verspreid?
De ziekte wordt voornamelijk verspreid door direct contact tussen een vatbare hond en een hond die symptomen vertoont. Hoesten en niezen kunnen het virus over korte afstanden verspreiden.
Wat zijn de klinische verschijnselen?
Zoals bij alle infectieziekten kunnen de klinische verschijnselen variëren. De belangrijkste klinische verschijnselen zijn diarree, braken, dikke gele afscheiding uit de ogen en neus, hoesten en, in ernstige gevallen, toevallen en neurologische verschijnselen. Honden die van de ziekte herstellen, blijven vaak achter met aanhoudende nerveuze spiertrekkingen en terugkerende (herhaalde) toevallen.
Zijn er andere ziekten die soortgelijke verschijnselen veroorzaken?
Er zijn veel ziekten die diarree en braken veroorzaken, verschillende die soortgelijke ademhalings- en neurologische verschijnselen veroorzaken, maar weinig ziekten die al deze verschijnselen tegelijk veroorzaken.
Wat is de behandeling?
Zoals bij de meeste virale infecties is er geen specifieke behandeling. Antibiotica (bijv. amoxicilline, ampicilline) zijn niet effectief tegen virussen, maar helpen wel bij het onder controle houden van de secundaire bacteriële infecties die vaak bij distemper optreden. De behandeling van distemper is erop gericht de intensiteit van de tekenen en symptomen te helpen verminderen. Dit wordt bereikt door de patiënt in het ziekenhuis op te nemen voor intensieve verpleging, intraveneuze vochttherapie en symptomatische behandeling van braken, diarree, hoest, enz. In sommige gevallen kunnen anti-seizure medicijnen (bijv. diazepam, merknaam Valium) nodig zijn.
Hoe kan ik voorkomen dat mijn hond besmet raakt?
Gelukkig zijn er zeer effectieve vaccins om deze dodelijke ziekte te voorkomen. Deze vaccins worden samen met andere routinevaccins op de leeftijd van 8, 12 en 16 weken aan puppy’s toegediend. Na de eerste puppyvaccinaties moeten volwassen honden extra worden gevaccineerd tegen distemper. Uw dierenarts kan u helpen bepalen hoe vaak uw hond een opkikkervaccin moet krijgen. Onlangs zijn sommige distemper vaccins goedgekeurd voor een drie-jarig booster interval, wat betekent dat ze slechts om de drie jaar nodig zijn.
Hoe vaak komt distemper voor?
Canine distemper komt wereldwijd voor, maar door het wijdverbreide gebruik van succesvolle vaccins, komt het veel minder vaak voor dan in de jaren 1970. Het wordt nog steeds gezien in populaties waar de vaccinatiegraad laag is en bij zwerfhonden. Het virus kan blijven bestaan bij herstelde honden die drager zijn van het virus en bij wilde dieren zoals stinkdieren en wasberen. Het is essentieel om onze hondenpopulatie te blijven vaccineren om te voorkomen dat canine distemper terugkeert als een belangrijke moordenaar van honden.