Ice hockey is a sport renowned for its numerous injuries; different studies report between 13.8 and 20 lesions per 1000 athlete exposures. Precies 65,5% van deze blessures treden op tijdens wedstrijden, tegenover 34,5% tijdens trainingen. En 35,1% van alle blessures betreft de onderste extremiteit en 29,7% de bovenste extremiteit (resultaten van wedstrijden en training samen). Het bepalen of spierblessures extrinsiek (kneuzingen) of intrinsiek (scheuren) zijn, is van het grootste belang omdat de eerste over het algemeen een eenvoudige follow-up vereisen, terwijl de tweede verdere onderzoeken, een aangepaste behandeling en vaak een langdurige afwezigheid van sport voor de geblesseerde atleet noodzakelijk maken. Voor zover wij weten, heeft tot op heden geen enkele publicatie melding gemaakt van een geïsoleerde beschadiging van de teres major spier bij ijshockeyspelers. Zeven gevallen werden gemeld bij honkbal werpers. Twee gevallen presenteerden zich na een tractie-ongeval bij waterskiën en een ander geval werd beschreven bij een tennisspeler. In de huidige studie rapporteren wij twee gevallen van geïsoleerde scheuren van de grote teres bij ijshockeyspelers. Deze twee atleten waren beiden profspelers die op het hoogste niveau in de Zwitserse ijshockeyliga speelden.