Charles-Philippe werd in 1757 geboren als jongste zoon van de kroonprins Lodewijk Ferdinand en zijn echtgenote, de kroonprinses Marie Josèphe, in het paleis van Versailles. Charles werd bij zijn geboorte door zijn grootvader, de regerende koning Lodewijk XV, tot Comte d’Artois benoemd. Als jongste man in de familie leek het onwaarschijnlijk dat Charles ooit koning zou worden.
Charles vader stierf in 1765, waardoor Charles’ oudste nog levende broer, Louis-Auguste (de latere Louis XVI), hun vader moest opvolgen in de hoedanigheid van dauphin, het Franse equivalent van een kroonprins of troonopvolger. Karels moeder, Marie Josèphe, kwam nooit over het verlies van haar man heen en stierf in maart 1767 aan tuberculose. Karel werd wees toen hij negen jaar oud was.
Tijdens de jaren 1770 gaf Karel kwistig geld uit. Hij maakte enorme schulden (in totaal 21 miljoen livres), die Lodewijk XVI in het begin van de jaren 1780 voor hem betaalde. Ook zijn broer, de comte de Provence, maakte schulden van een vergelijkbare omvang, die Lodewijk XVI eveneens afbetaalde.
Het politieke ontwaken begon met de eerste grote crisis van de monarchie in 1786, waarna hij aan het hoofd kwam te staan van de reactionaire factie aan het hof van Lodewijk XVI. De comte d’Artois steunde de afschaffing van de financiële privileges van de aristocratie, maar was gekant tegen elke vermindering van de sociale privileges die zowel de Kerk als de adel genoten.