Review question
We hebben het bewijsmateriaal over het effect van welke behandeling dan ook voor thoracic outlet syndroom (TOS) beoordeeld.
Achtergronden
TOS is een van de meest omstreden diagnoses in de geneeskunde. De term TOS staat voor drie verwante syndromen: een vorm waarbij de plexus brachialis (een verzameling zenuwen in de nek en oksel) is samengedrukt; een vorm waarbij belangrijke bloedvaten van de bovenborst zijn samengedrukt; en pijnlijke niet-specifieke of betwiste TOS. De persoon met TOS kan symptomen hebben zoals pijn in de schouder en de nek die zich kan uitbreiden naar de arm en de voorkant van de borstkas; zwakte; verandering in gevoel; zwelling; en een beperkte bloedtoevoer naar de getroffen arm. De verschillende oorzaken van TOS zijn onder meer een extra rib in de nek, verschillen in de vorm van de botten van de wervelkolom, abnormale weefselbanden onder de huid, en afwijkingen in de manier waarop spieren in de zijkant van de nek aan de botten hechten. TOS wordt vaak in verband gebracht met letsel in het verleden.
Er is een gebrek aan algemeen aanvaarde normen voor het stellen van de diagnose TOS, dus voor het doel van dit overzicht besloten we ons te baseren op de diagnose TOS gesteld door de onderzoekers in de onderzochte studies. De diagnose TOS wordt vaak gesteld nadat andere oorzaken van eenzijdige symptomen van armpijn, zwakte, gevoelsverlies, of alle drie, zijn uitgesloten. De meeste mensen met de diagnose TOS hebben de betwiste vorm.
We zochten uitgebreid naar klinische trials van behandelingen voor TOS. We wilden te weten komen of een behandeling effectief is en of behandelingen schadelijke effecten hebben.
Study characteristics
Uit onze systematische zoektocht vonden we twee trials. Eén studie vergeleek een operatie waarbij de eerste rib werd verwijderd (transaxillaire eerste rib resectie) met een operatie waarbij de chirurg de zenuwen vrijmaakte van de omliggende weefsels (neuroplastiek) zonder een rib te verwijderen, bij 55 mensen met het betwiste type TOS. De deelnemers hadden niet gereageerd op niet-chirurgische behandelingen. De gemiddelde follow-up bedroeg 37 maanden. Een tweede studie analyseerde 19 mensen die een dubbelblinde verstrekking van een enkele injectie van BTX (spierverslapper) in de scalene spieren van de nek ondergingen, en 18 mensen in de placebogroep die geen actieve injectie kregen, met follow-up na zes weken, drie maanden en, kritisch voor het doel van deze beoordeling, zes maanden.
Resultaten en kwaliteit van het bewijs
Er is bewijs van zeer lage kwaliteit dat het verwijderen van een rib de pijn van ‘betwiste’ TOS meer vermindert dan een neuroplastische procedure. We identificeerden problemen in de onderzoeksopzet die de uitkomst van het onderzoek hadden kunnen beïnvloeden. Er waren geen bijwerkingen in beide groepen. Er waren geen proeven van chirurgie versus geen behandeling. De studie waarbij de BTX-injectie werd vergeleken met placebo leverde matig bewijs op dat deze procedure de pijn- of invaliditeitsscores op lange termijn niet significant vermindert, hoewel er geen bijwerkingen geassocieerd waren met de procedure ten opzichte van placebo.
Deze systematische review toonde aan dat er onvoldoende bewijs is dat de gevestigde interventies voor TOS nuttig zijn bij het verlichten van pijn. Totdat er gerandomiseerde klinische studies van hoge kwaliteit worden uitgevoerd waarin de verschillende interventies voor TOS worden vergeleken, zal de beslissing om al dan niet te behandelen en de keuze van de geschikte behandeling moeten worden gebaseerd op de voorkeuren van het individu en de zorgverlener.
Het bewijs is actueel tot juni 2014.