De bazen van Springfield, Massachusetts

De georganiseerde misdaad in Springfield, Massachusetts wordt al lange tijd beheerst door een factie van de Genovese-familie, die haar basis had in New Jersey en oorspronkelijk werd geleid door Willie Moretti. Rackets in Hartford, en elders in Connecticut, worden gecontroleerd door de plaatselijke crew in Springfield. In andere delen van de staat wordt de georganiseerde misdaad gedomineerd door de Patriarca Family, ook bekend als de New England Crime Family.

De Patriarca en de Genovese gebruiken de Connecticut Rivier als demarcatielijn, met uitzonderingen voor de grote steden. Springfield en New Haven hebben altijd tot de Genovese behoord, samen met de rest van Massachusetts aan de westkant van de Connecticut. Maar deze oude grenzen zijn soms aangevochten, zoals toen William Grasso aan het eind van de jaren tachtig Springfield binnendrong. Wat de relaties tussen de naburige families nog ingewikkelder maakt, is dat er een groep doorgewinterde gangsters is die al lang banden hebben met zowel de Patriarca als de Genovese.

Ondanks dat de groep wordt geleid door een familie uit New Jersey, zijn de meeste leden en de leiding afkomstig uit Springfield, die hun wortels hebben in dezelfde twee dorpen in de regio Napels, Italië, als Pasqualina Albano en Carlo Siniscalchi. Pasqualina’s familie was belangrijk in Springfield, zelfs voor de drooglegging. Haar oom, John Albano, die net als zij in Bracigliano is geboren, wordt genoemd als een van de grondleggers van de Italiaans-Amerikaanse gemeenschap van Springfield, in een geschiedschrijving uit 1976 waarin Johns zoon, Felix, de koning van Little Italy wordt genoemd. Felix is de vader van vakbondsleider John “Jack” Albano, en grootvader van de voormalige burgemeester van Springfield, Michael Albano.

In het decennium voor het verbod zaten de oudere John Albano en zijn zoon, Felix, al in de alcoholdistributie. Maar John was dood voor het begin van de drooglegging, en zijn twee oudste zonen stierven jong. De oudste dochter van zijn broer, Louis, en haar man, Carlo Siniscalchi, namen het drankdistributiebedrijf over van Pasqualina’s overleden oom en neven. Carlo werd binnen een jaar vermoord en Pasqualina nog voor het einde van de drooglegging in 1933. Een van hun verweesde zonen, genoemd naar zijn vader, woonde in 1940 als jongeman bij Louis’ zoon, zijn oom Antonio Albano. Antonio, een kruidenier net als zijn vader, opende een winkel in 1942 die in de familie bleef tot 2015.

In New Haven, Connecticut, deelde Colombo Crime Family lid Ralph “Whitey” Tropiano het gras met Salvatore Annunziato, een bokser en de zoon van een smokkelaar, voor decennia, ondanks hun wederzijdse haat. (Het gerucht ging dat Tropiano New Haven had gekregen voor zijn aandeel in de moord op Moretti, die gecompromitteerd was door vergevorderde syfilis, en op het punt stond te getuigen voor de Amerikaanse Senaat in 1951). Tropiano’s protegé was William Grasso, die onderbaas werd van Ray Patriarca Jr, toen de eerste keuze van de nieuwe baas naar de gevangenis ging.

De eerste baas van de Genovese-bende van Springfield die ik ken, na de Drooglegging, was “Big Nose Sam” Cufari, geboren als Salvatore Cufari in 1901 in Bianco, Reggio di Calabria. Calabrië, de regio ten zuiden van Napels, is de thuisbasis van de Ndrangheta, een organisatie vergelijkbaar met de Siciliaanse maffia en de Napolitaanse Camorra. Cufari woonde in Springfield bij de volkstelling van 1920 en is te zien bij zijn terugkeer uit Cuba met zijn vrouw in 1932. Een andere bekende uit Springfield met banden met het Cuba van vóór Castro is Carlo Mastrototaro, die functies bekleedde in zowel de Patriarca- als de Genovese-familie.

Sam Cufari werd in 1943 gearresteerd voor bookmakerij. Tegen 1948 was hij de erkende baas van Springfield en runde hij zijn familie vanuit zijn pas geopende restaurant, Ciro’s. Een van Cufari’s soldaten was Al Bruno. Andere medewerkers van Cufari die decennia lang actieve gangsters in Springfield zouden zijn, waren Felix Tranghese en de achterneef van Felix, Frankie “Skyball” Scibelli en zijn broers, Albert (ook wel “Baba” genoemd) en Anthony. Frankie Skyball werd voor het eerst gearresteerd toen hij twintig was, in 1932.

De Scibelli- en Tranghese-familie gaan beide terug tot Quindici, dezelfde plaats waar Carlo Siniscalchi is geboren. Quindici ligt in Avellino, op de provinciegrens met Salerno. De buurman aan de andere kant van de grens is Bracigliano, waar Pasqualina Albano, zijn echtgenote en opvolgster in de smokkel, geboren werd. De dichtstbijzijnde grote stad is Napels.

Het overgrote deel van de Italiaanse immigratie naar de VS vond plaats tussen 1900-1915, en hun nakomelingen hebben weinig banden met het oude land. Maar in veel van de families uit Bracigliano en Quindici die in het Springfield-gebied wonen, is de beweging tussen de twee plaatsen nooit opgehouden.

Na WO II kwamen een aantal immigranten uit Bracigliano en Quindici aan in Springfield, dat sinds ongeveer 1878 een “Italiaanse kolonie” huisvestte. Veel van deze nieuwe immigranten hadden banden met de stad, in sommige gevallen al generaties lang: hun voorouders werkten hier voor de Grote Oorlog, of ze hadden familieleden die nog in de buurt woonden. Tot de immigranten uit Bracigliano behoren wijlen de baas, “Big Al” Bruno, en Amedeo Santaniello, lange tijd de tweede man van de Springfield-bemanning. Grasso’s moordenaar, Gaetano Milano, kwam als klein kind met zijn ouders uit Napels, niet lang na WO II.

In 1961 werd Frankie Skyball door een non aangegeven bij de politie, voor het runnen van een gokkring vanuit de telefooncellen van het Providence Hospital, een misdaad waarvoor hij negentien maanden in de gevangenis zat. Hij had een schoonzoon, Victor C. DeCaro, die in 1972 verdween nadat Skyball hem op zijn werk had afgezet. (Het gerucht ging dat Victor zijn vrouw, Skyball’s dochter, bedroog.) DeCaro’s lichaam werd twee maanden later uit de Connecticut Rivier gehaald. Ergens in de jaren ’70, toen Frankie nog in de vijftig was, werd bij hem een long met kanker verwijderd. Scibelli zat een federale gevangenisstraf uit in 1976. In de jaren daarna verloor hij zijn beide ouders. Cufari stierf een natuurlijke dood in 1983 en Frankie volgde hem op.

Mastrototaro was Patriarca’s tweede man in 1984 toen hij samen met toekomstig Springfield-baas Al Bruno werd gearresteerd op beschuldiging van gokken. Bruno werd in 1987 veroordeeld voor afpersing en gokken. In 1988 werd hij opnieuw gearresteerd voor gokactiviteiten. Deze keer waren twee broers en hun echtgenotes medesamenzweerders: zijn jarenlange tweede man, Amedeo Santaniello; Amedeo’s vrouw, Anna; zijn broer Italo; en Italo’s vrouw, Josephine.

Anthony Delevo volgde Scibelli in 1998 op en passeerde Al Bruno, die zijn gezin naar Florida verhuisde. Ondertussen werd William Grasso uit New Haven, bekend om zijn meedogenloosheid, het hoofd van de Patriarca-familie in alles behalve naam.

Carlo Mastrototaro had onder zijn gelijken de reputatie een eerlijk man te zijn. Dezelfde bron die hem in verband brengt met Lansky en Cuba, de gepubliceerde memoires van Patriarca medewerker Vincent Teresa, zegt over Mastrototaro dat als hij je geld schuldig was en je verdween voor zes maanden, hij dat geld nog steeds voor je had, tot op de cent nauwkeurig, wanneer je terugkwam. Volgens getuigenverklaringen van zijn moordenaars, dacht Grasso dat hij naar de arbitrage ging van een geschil over automatengebieden in Springfield-Genovese territorium-met Mastrototaro, die op dat moment zeventig jaar oud was. Grasso was 62.

De onderbaas van Patriarca werd in juni 1989 doodgeschoten in een verhuiswagen op de Interstate 91. Zijn lichaam werd gevonden bij de Connecticut River op dezelfde dag dat een ander hooggeplaatst Patriarca-lid, “Cadillac Frank” Salemme, gewond raakte bij een aanslag op zijn leven.

Grasso’s moordenaar was Gaetano Milano, uit East Longmeadow. Milano werd in 1951 in Napels geboren en emigreerde toen hij drie jaar oud was. Hij studeerde af aan de Longmeadow High School, trouwde en kreeg twee kinderen. In de late jaren zeventig, was hij een bokspromotor. Later ging hij in zaken met zijn jeugdvriend Frank Colantoni, Jr., als eigenaars van een nachtclub, Club 57, in Southwick. (Nachtclubeigenaarschap in Springfield is een familiebedrijf, dat een apart bericht verdient.)

William Grasso werd door Frank Pugliano naar de vergadering gevraagd. (Pugliano heeft begin 2004 naar verluidt Jimmy Santaniello benaderd om een ontmoeting met Mastrototaro te regelen, toen verschillende gangsters Santaniello’s eerbetoon zochten, na de moord op Al Bruno. Jimmy is geen bekende relatie van Amedeo). De broers Frank en Louis Pugliano worden beiden genoemd als deelnemers aan Grasso’s moord. Frank wordt zowel geïdentificeerd als een “medewerker van Patriarca” en als een gemaakt lid van de Genovese Misdaad Familie. De broers Pugliano zijn een paar jaar ouder dan Carlo Mastrototaro. Frank Colantoni, Jr. was 35 ten tijde van de moord, en Milano, 37.

Voordat een verdachte werd genoemd in Grasso’s moord, in maart daaropvolgend, werd Milano samen met Frank Pugliano gearresteerd op beschuldiging van samenzwering en afpersing. Maar hij was op borgtocht vrij in oktober 1989, vier maanden na de moord, en sponsorde de inlijving van Vincent Federico in de Patriarca misdaadfamilie. Federico, 30, was 28 uur op verlof van het Massachusetts Corrections Institute in Shirley voor “familiezaken.”

Milano dankte zijn vrijheid aan een aantal vrienden en familieleden, zowel van hemzelf als van zijn vriend, Frank Colantoni, Jr., die samen Milano’s $1.6M borgsom bijeenbrachten met het eigen vermogen van hun huizen. Milano en zijn vrouw brachten een hypotheek op twee huizen, waarvan één een duplex was. Zijn ouders brachten hun huis in, evenals zijn oom, zijn broer en schoonzus, en aan de kant van zijn vrouw, nog een broer en schoonzus. Colantoni’s moeder zette haar huis, ondanks het gevaar dat haar eigen zoon het eigen vermogen nodig zou hebben; hij werd een paar maanden later gearresteerd.

Andere mensen zonder bekende verwantschap met Gaetano Milano, die het eigen vermogen van hun huizen inbrachten voor zijn vrijheid, zijn onder meer Claudio Cardaropoli, wiens familie immigreerde uit Bracigliano met een jonge Al Bruno, en in 1978 samen met Milano onroerend goed bezat in Springfield. Francesco en Rosa Ferrentino uit Hampden legden ook 75.000 dollar van hun nieuw gebouwde huis in. Francesco’s broer, Mario Ferrentino, werd samen met Gaetano Milano verdacht van intimidatie van Mario’s medegedaagde en getuige tegen hem in een proces voor doodslag, de maand voordat Milano’s borgtocht werd verhoogd.

Emilio Fusco, die in 1989 of 1990 vanuit Quindici arriveerde, was een protegee van Baba Scibelli, de broer van Frankie Skyball. Baba sponsorde Fusco’s lidmaatschap van de Genovese familie. In 2000 werden Emilio en zijn vrouw gearresteerd op beschuldiging van gokken met andere bekende leden van de Springfield Crew.

Toen Skyball in 1998 uit de gevangenis kwam, trok hij zich terug uit de maffia en droeg de leiding over aan Al Bruno. Bruno, die al een aanslag op zijn leven had overleefd, in 1993, werd in 2003 vermoord op bevel van zijn beschermeling, Anthony Arillotta. Onder degenen die terechtstonden voor de moord op Bruno was Emilio Fusco, die naar Italië vluchtte en werd uitgeleverd. Felix Tranghese werkte mee aan het politieonderzoek naar de moord op Bruno, waardoor de aanklagers Genovese-baas Artie Nigro konden veroordelen. Tranghese werd veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf en is teruggekeerd naar Springfield.

Tranghese werd na Bruno’s dood tot waarnemend baas benoemd, maar Arillotta werd al snel erkend als de leider van de Springfield Crew. Tranghese, die dit jaar 66 jaar is geworden, getuigde later dat hij in 2006 “in de steek werd gelaten door een groep jonge talenten”. Arillotta werd opgevolgd door Albert Calvanese, na diens vrijlating uit de gevangenis, in 2011. Arillotta, die in 2009 in de gevangenis belandde, keerde in 2017 terug naar Springfield nadat hij acht jaar had gezeten voor zijn aandeel in twee moorden, op Bruno en een andere man, zijn zwager Gary Westerman. Onlangs werd gemeld dat de Springfield Crew wordt geleid door Amedeo’s zoon, Ralph Santaniello, met de steun van zijn vader. Maar Ralph, 50, vorig jaar aangeklaagd in een federale afpersingszaak, zal naar verwachting op 6 november 2017 schuldig pleiten.

Twee van Arillotta’s medegedaagden, de broers Freddy en Ty Geas, zitten levenslange straffen uit. Fusco, die tot 25 jaar is veroordeeld wegens afpersing, zit tot 2032 in de gevangenis. Gaetano Milano werd veroordeeld voor de moord op William Grasso en kreeg 33 jaar. Zijn vrijlating is gepland voor 2033.

Bronnen

Amoruso, David. “The Bruno Hit: How the Genovese Springfield Crew Killed Itself.” Gepubliceerd 4 april 2011. https://gangstersinc.ning.com/profiles/blogs/the-bruno-hit-how-the-genovese Accessed 22 May 2017.

Barry, Stephanie. “Felix Tranghese uit East Longmeadow krijgt 4 jaar in verband met de moord op Al Bruno in 2003 en andere misdaden.” Gepubliceerd op 7 december 2012 in The Republican. http://www.masslive.com/news/index.ssf/2012/12/felix_tranghese_of_east_longme_1.html Accessed 15 October 2017.

Barry, Stephanie. “Georganiseerde misdaad in Springfield evolueerde door dood en geld.” 11 december 2011. http://www.masslive.com/news/index.ssf/2011/12/organized_crime_in_springfield.html Accessed 15 May 2017.

Claffey, Kevin. “WMass ‘soldaat’ geeft op – Aangeklaagd in maffia-veegactie.” Gepubliceerd op 28 maart 1990 in The Republican/Union-News. P. 1.

“Federale jury klaagt zeven aan in verband met getallen operatie.” The Recorder (Greenfield MA) op 4 augustus 1988. Pagina 7. Geraadpleegd via http://fultonhistory.com/Fulton.html op 21 mei 2017.

“Officer cleared,” The Recorder (Greenfield MA) 13 september 1989. P 9 W Mass Briefs.

Treeger, Don. “Albano’s Market in Springfield maakt einde aan zijn 74-jarige bestaan.” Gepubliceerd 26 februari 2015. http://www.masslive.com/news/index.ssf/2015/02/albanos_market_in_springfield.html Accessed 29 May 2017.

USA Bicentennial Committee of Springfield, Inc. Springfield’s Etnische Erfgoed: De Italiaanse gemeenschap. USA Bicentennial Committee of Springfield, 1976.

Whearley, Jay. “Maffialeider, WOII-veteraan Carlo Mastrototaro overlijdt”. Gepubliceerd op 7 oktober 2009 in de Worcester Telegram & Gazette. http://www.telegram.com/article/20091007/NEWS/910070385/1003 Accessed 15 October 2017.