De buik is het deel van het lichaam dat alle structuren bevat tussen de thorax (borstkas) en het bekken, en dat van de thorax is gescheiden door het middenrif (diafragma). Het gebied dat door de buik wordt ingenomen, wordt de buikholte genoemd, en wordt omsloten door de buikspieren aan de voorkant en aan de zijkanten, en door een deel van de wervelkolom aan de achterkant.
Er zijn verschillende anatomische gebieden binnen de buik, die elk een specifieke inhoud bevatten en door bepaalde grenzen worden begrensd. Daartoe behoren de buikholte, de driehoek van Calot, het buikvlies, het lieskanaal en de driehoek van Hesselbach.
De beenderen van de buik worden gevormd door de lendenwervelkolom, het derde gebied van de wervelkolom, gelegen in de onderrug tussen de thoracale (boven) en sacrale (onder) wervelsegmenten.
De spieren van de buik werken samen om de inwendige organen (ingewanden) te beschermen door ze volledig te bedekken, en bestaan uit de spieren van de anterolaterale buikwand en de spieren van de posterieure buikwand.
De buik bevat organen die betrokken zijn bij het maagdarmkanaal, met inbegrip van de slokdarm, maag, dunne darm, blindedarm, dikke darm, rectum en het anale kanaal. Het maagdarmkanaal is een orgaansysteem dat ons in staat stelt voedsel in te nemen, te verteren, op te nemen en vervolgens de resterende afvalstoffen als ontlasting uit te stoten.
De buik bevat veel hulporganen, waaronder de lever, de galblaas, de alvleesklier, de milt, de bijnieren, de nieren en het mesenterium. De rol van deze organen is te helpen bij de werking van de andere organen in het systeem.
De abdominale vasculatuur bestaat uit verschillende arteriële takken die alle afkomstig zijn van de aorta, en twee veneuze structuren die helpen bij de afvoer van de abdominale structuren, waarbij zuurstofarm bloed en afvalstoffen worden afgevoerd.
In dit gedeelte leert u meer over de anatomie van de buik – de gebieden, botten, spieren, het maag-darmkanaal, bijkomende organen en de abdominale vasculatuur.