Flowcytometrie, nu routinematig gebruikt als hulpmiddel bij de classificatie van leukemieën, wordt steeds meer geëvalueerd als een snelle techniek voor de bepaling van oppervlakte-antigenen op de cellen die uit lymfeklieren en andere massa’s met een vermoeden van lymfomen worden gehaald. De huidige studie beoordeelt biopsiestalen van patiënten die gedurende een periode van twee jaar werden onderzocht en die werden opgestuurd voor flowcytometrie met een diagnose van vermoedelijk lymfoom. Zestien van de 25 monsters (64 procent) leverden celsuspensies van voldoende kwantiteit en kwaliteit om diagnostisch nuttig te zijn. Uit de resultaten bleek dat in 9/16 (56 procent) de diagnose lymfoom of kanker kon worden vermoed door flowcytometrie alleen, terwijl 4/16 consistent waren met de uiteindelijke weefseldiagnose van normale of reactieve hyperplasie. Drie monsters die afkomstig waren van patiënten met morfologische aanwijzingen voor een kwaadaardige ziekte bij biopsie (twee voor de ziekte van Hodgkin en één voor grootcellig lymfoom) hadden flowcytometrieresultaten die als normaal werden geïnterpreteerd. Flowcytometrie is snel en blijkt vrijwel diagnostisch voor non-Hodgkin-lymfoom wanneer een meerderheid van de cellen B-cellen zijn met een abnormale kappa/lambda-verhouding (> 4,0 of < 0,25). Een niet-hematologische maligniteit kan worden vermoed wanneer minder dan 75% van de cellen CD45 (gemeenschappelijk leukocytenantigeen) vertonen. De ziekte van Hodgkin kan niet worden opgespoord met flowcytometrie zoals die momenteel wordt gebruikt, en tot 15 procent (1/6 in deze studie) van de lymfomen kan normale resultaten vertonen. Het is uiterst nuttig wanneer het biopsiemonster daadwerkelijk de cellen van belang in grote proportie bevat. Verlies van architectonische relaties in de loop van de verwerking van monsters voor flowcytometrie is een groot nadeel wanneer kleine foci van lymfoom of tumorcellen samen met grote hoeveelheden stroma of normale lymfocyten bestaan.