Zelfs de meest verachtelijke heersers uit de geschiedenis worden door historici en scenarioschrijvers soms met de mantel der liefde bediend, waarbij hun misdaden worden geminimaliseerd en hun eigenschappen in gunstige bewoordingen worden voorgesteld. Genghis Khan, wiens veroveringen leidden tot de dood van meer dan 10% van de toenmalige wereldbevolking, wordt bijvoorbeeld vaak geprezen om zijn militaire vaardigheden. Qin Shi Huang wordt erkend als de schepper van het eerste verenigde China, maar zijn obsessie met het bouwen van een muur om ongewenste personen buiten te houden leidde gedeeltelijk tot de vernietiging van elk onderwijssysteem in zijn gehele rijk, evenals tot het ontstaan van een boerenklasse. Dit zijn slechts twee van de meest gehate heersers in de geschiedenis, hoewel ze zichzelf heel hoog achtten. Hier volgen dertig van de meest gehate leiders uit de geschiedenis.
Tamerlane (Timur) bouwde torens van de schedels van zijn vijanden
Tamerlane was van Turkse afkomst, hoewel hij zichzelf beschouwde als een directe afstammeling van Genghis Khan. Zijn rijk, dat vier decennia duurde, was gebouwd op de slachting van ontelbare duizenden, de verwoesting van steden en de marteling tot de dood van degenen die weigerden zich te bekeren tot zijn godsdienst van keuze, de Islam. Van hun schedels liet hij torens bouwen in de steden die hij veroverde. Hij noemde zichzelf het zwaard van de Islam, en hij was het die de Christelijke Hospitaalridders bij Smyrna versloeg. Zijn militaire campagnes in Azië, Europa en Afrika leidden tot de dood van naar schatting 17 miljoen mensen. Ondanks zijn voorliefde voor martelingen en massa-executies roemen sommige geleerden zijn deugden als beschermheer van de kunsten en architectonisch visionair. Na zijn dood in 1405 brokkelde zijn grote rijk snel af.
