Een distale pancreatectomie is de verwijdering van het uiteinde van de alvleesklier terwijl de kop van de alvleesklier blijft zitten. Deze operatie wordt uitgevoerd voor de behandeling van alvleesklierkanker aan het uiteinde van de alvleesklier, maar kan ook worden toegepast bij chronische pancreatitis, pseudocysten van de alvleesklier en letsel als gevolg van een trauma. Wanneer de ziekte de miltslagader of -ader aantast, wordt de aangrenzende milt vaak verwijderd.
Na verwijdering van het uiteinde van de alvleesklier functioneert het resterende deel van het orgaan normaal door het produceren en vrijgeven van spijsverteringsenzymen en hormonen. Vergeleken met chirurgische procedures waarbij de kop van de alvleesklier wordt verwijderd, wordt een distale pancreatectomie in veel minder tijd uitgevoerd en is een kortere herstelperiode nodig. De procedure kan ook worden uitgevoerd met behulp van laparoscopische instrumenten. Gewoonlijk ondergaan de patiƫnten naast de chirurgische ingreep bestralingstherapie of chemotherapie.
Tumoren in de staart van de alvleesklier worden verwijderd met een distale pancreatectomie. In geval van kanker dringt de tumor vaak de miltader of -ader binnen. Bovendien kan kanker op deze plaats uitzaaien naar de lymfeklieren in de milthilum. Om deze redenen is het vaak het beste om de milt samen met de staart van de alvleesklier te verwijderen.
De alvleesklierkanalen en de snijrand van de alvleesklier worden dichtgenaaid in een poging om lekkage van alvleeskliersap te voorkomen.