Niet iedere Bijbelstudent is het er mee eens dat Jesaja 14 en Ezechiël 28 verwijzen naar de oorspronkelijke val van Satan. Maar als ze wel verwijzingen bevatten naar zijn oorspronkelijke val, waarom werd dan eerst de koning van Tyrus en de koning van Babylon aangesproken?
Niet ongewoon
Het is niet ongewoon in de Schrift dat de schrijver overgaat van beschrijvingen van aardse gebeurtenissen naar hemelse gebeurtenissen – wanneer er enige parallellen tussen de twee waren. Bijvoorbeeld, Psalm 45 beschrijft eerst een aardse koning, maar gaat dan verder met het beschrijven van de Messias – de Koning die uit de hemel zal komen.
Praktisch doel
Maar waarom werd eerst de koning van Tyrus en de koning van Babylon aangesproken? Het is mogelijk dat de profeet het op deze manier deed voor een praktisch doel. De koning van Tyrus en de koning van Babel hadden beiden aanbidding opgeëist als Goddelijke Wezens (zie Daniël 3:1-12). Zij lieten hun onderdanen voor hen buigen. Zij wilden door hun volk als God behandeld worden.
Waarschuwing
God gebruikte daarom deze profeten om tegen deze godslastering te waarschuwen door terug te gaan naar het datumloze verleden. Hij vertelde het verhaal toen een engel oorspronkelijk tegen Hem in opstand kwam en de duivel werd. De engel die de opstand begon, deed dit door te zeggen: “Ik zal als God zijn.”
Les
Er was een duidelijke les in dit alles. Als God oorspronkelijk de godslastering en hoogmoed van deze machtige engel die in opstand kwam had gestraft, dan zal Hij zeker elke menselijke koning straffen die beweert God te zijn.
Adam en Eva
Satan had reeds hetzelfde geprobeerd met Adam en Eva. Hij zei.
Want God weet, dat ten dage als gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden, en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad (Genesis 3:5).
Deze belofte van Satan, dat zij in zekere zin als God zouden zijn, is te vergelijken met de uitspraak die in Jesaja te vinden is, waar deze engel zelf als God wilde zijn.
Ik zal opstijgen boven de hoogten der wolken; ik zal mijzelf maken als de Allerhoogste (Jesaja 14:14).
Verleiding van Jezus
De hoogmoed, de arrogantie en het verlangen om aanbeden te worden, gingen door toen hij de Here Jezus verleidde.
en hij zei tegen Hem: “Dit alles zal ik U geven, als U zich neerwerpt en mij aanbidt” (Matteüs 4:9).
Satan wilde dat Degene die aanbidding verdiende – de Heer Jezus – zich zou neerwerpen en hem zou aanbidden.
God van deze tijd
Satan wordt in de Schrift ook wel “de god van deze tijd” genoemd.
wier geest de god van deze tijd heeft verblind, die niet gelooft, opdat het licht van het evangelie van de heerlijkheid van Christus, die het beeld van God is, niet op hen zou schijnen (2 Korintiërs 4:4).
Daarom is Satan vanaf het begin consequent geweest in zijn pogingen om als God te zijn, en anderen te verleiden hetzelfde te doen.
Tijdelijke bevrediging
Deze lang gekoesterde ambitie van Satan zal tijdelijk bevredigd worden wanneer hij, en zijn eigen vertegenwoordiger de Antichrist, door de bewoners van de aarde aanbeden zullen worden.
En zij aanbaden de draak, omdat deze zijn macht aan het beest had gegeven; en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is aan het beest gelijk? En wie is in staat met hem oorlog te voeren? (Openbaring 13:4).
Voor een korte periode zal zijn verlangen om aanbeden te worden, bevredigd worden.
Samenvatting
Ogenschijnlijk gebruikte God het voorbeeld van twee heidense koningen, die van Tyrus en Babylon, om de oorspronkelijke val te illustreren van de engel die de duivel werd. Hun verlangen om aanbeden te worden is gelijk aan zijn eigen verlangen. Bijgevolg is de val van deze engel uit zijn verheven positie een les voor allen die zouden trachten de plaats van God in te nemen.