Wij vergeleken de werkzaamheid van twee antihyperlipidemische geneesmiddelen en de werkzaamheid van dieet plus oefentherapie bij de behandeling van patiënten met matige hypercholesterolemie. De studie omvatte 48 patiënten met matige hypercholesterolemie (serum totaal cholesterol , 250 tot 320 mg/dL). De patiënten werden verdeeld in drie groepen: groep A – patiënten die 10 mg/d pravastatine kregen toegediend; groep B – patiënten die 500 mg/d probucol en 600 mg/d pantethine kregen toegediend; en groep C – patiënten die een dieet plus oefentherapie kregen toegediend. De serum TC en serum hoge-densiteit lipoproteïne cholesterol (HDL-C) waarden werden bepaald via enzymatische methoden voor aanvang van elke therapie en na 4 en 8 weken therapie. Er werd ook een atherogene index (AI) berekend. De resultaten toonden aan dat TC een statistisch significante daling vertoonde in alle drie de groepen na 4 en 8 weken (P < 0,001 en P < 0,05, respectievelijk); de HDL-C waarde veranderde niet significant in groep A en C, maar vertoonde een statistisch significante daling in groep B na 4 en 8 weken. De AI vertoonde een statistisch significante daling in groep A bij 4 en 8 weken behandeling en groep C bij 8 weken; er waren geen significante veranderingen in AI in groep B. Er kan worden geconcludeerd dat als antihyperlipidemisch middel pravastatine nuttiger is dan probucol en dat passende lichaamsbeweging en strikt dieetbeheer gedurende 8 weken een werkzaamheid bereiken die dicht bij die van medicamenteuze therapie komt.