De Ouroborus is een oud Egyptisch symbool dat in verschillende culturen en geloofsovertuigingen is geassimileerd. Het is een slang, vaker een draak, die zijn eigen verhaal bijt op basis van het fenomeen dat in het wild voorkomt. Hij vertegenwoordigt de ideeën van eeuwigheid, cycli en wedergeboorte. De naam dateert al van 1600 v. Chr. en betekent letterlijk: “verslindt zijn eigen staart” of “alles is één”. De originele ouroborus werd gemaakt door de alchemiste Cleopatra (niet dezelfde als de farao), te vinden in haar boek dat bekend staat als Chrysopoeia en goud maken betekent.
In het Boek van de Doden wordt de slang in verband gebracht met Atum die uit de chaotische wateren van Nun verrees in de vorm van een slang. Men gelooft dat de slang zich elke morgen vernieuwt, vandaar het bijten in zijn staart.
Het zwarte onderste deel symboliseert de vernietigende kracht van de natuur, Nacht, Aarde, of yin, terwijl de witte bovenste helft de generatieve en scheppende kracht voorstelt, Dag, Hemel, of yang.
Het is symbolisch voor de cyclische aard van het universum waar schepping begint na vernietiging en leven voortkomt uit dood. In zekere zin is de slang die zijn eigen staart opeet, symbolisch voor vernieuwing. Als een alchemistische glyph, vertegenwoordigde het zuivering.
Het verhaal en de legende van de ouroborus is verbonden met andere verhalen van andere kosmogonieën waaronder in de Noorse mythe, waar het Jörmungandr wordt genoemd, en in het Hindoeïsme, waar de draak rond de schildpad cirkelt die de vier olifanten ondersteunt die de wereld dragen.
Heden ten dage wordt hij vooral geassocieerd met gnosticisme en hermetisme.
Hier is de Ouroboros: