fluoxetine
Prozac, Prozac Weekly, Sarafem
Farmacologische classificatie: selectieve serotonineheropnameremmer
Therapeutische classificatie: antidepressivum
Verzwangerschapsrisicocategorie C
Indicaties en doseringen
Depressie, bipolaire stoornis ◇, alcoholverslaving ◇, kataplexie ◇, myoclonus. ◇ Prozac. Volwassenen: 20 mg P.O. dagelijks in de ochtend. De dosering, p.r.n., na enkele weken verhogen tot 40 mg per dag met een dosis ’s morgens en ’s middags. 80 mg per dag niet overschrijden.
Onderhoudstherapie bij depressie bij gestabiliseerde patiënten (niet bij nieuw gediagnosticeerde depressie). Prozac wekelijks. Volwassenen: 90 mg P.O. eenmaal per week. Start de eenmaal wekelijkse dosering 7 dagen na de laatste dagelijkse dosis Prozac 20 mg.
Obsessief-compulsieve stoornis. Prozac. Volwassenen: Aanvankelijk 20 mg P.O. per dag. De dosering na enkele weken geleidelijk verhogen naar behoefte en verdraagbaarheid tot 60-80 mg per dag.
Boulimia nervosa. Prozac. Volwassenen: 60 p.o. per dag in de ochtend.
Premenstruele dysforische stoornis (PMDD). Sarafem. Volwassenen: 20 mg P.O. per dag. De maximale dosis is 80 mg P.O. per dag. Het geneesmiddel kan continu of cyclisch worden toegediend.
Kortdurende behandeling van paniekstoornissen met of zonder agorafobie. Volwassenen: 10 mg eenmaal daags gedurende 7 dagen; daarna zo nodig verhogen tot 20 mg per dag. De maximale dagelijkse dosis is 60 mg.
Farmacodynamiek
Antidepressieve werking: De antidepressieve werking van fluoxetine houdt naar verluidt verband met de remming van de neuronale opname van serotonine in het CZS. Fluoxetine blokkeert de opname van serotonine, maar niet van noradrenaline, in menselijke bloedplaatjes. Dierstudies suggereren dat het een veel krachtiger opnameremmer van serotonine is dan van noradrenaline.
Pharmacokinetics
Absorption: Goed geabsorbeerd na orale toediening. De absorptie wordt niet veranderd door voedsel.
Distributie: Ongeveer 95% eiwitgebonden.
Metabolisme: Wordt voornamelijk in de lever gemetaboliseerd tot actieve metabolieten.
Excretie: Uitgescheiden door de nieren. Eliminatiehalfwaardetijd is 2 tot 3 dagen. Norfluoxetine (de primaire actieve metaboliet) heeft een eliminatiehalfwaardetijd van 7 tot 9 dagen.
|
Contra-indicaties en voorzorgsmaatregelen
Geïndiceerd bij patiënten die overgevoelig zijn voor het geneesmiddel en bij patiënten die binnen 14 dagen voor het begin van de therapie een MAOremmer hebben ingenomen. MAO-remmers en thioridazine mogen niet worden gegeven met fluoxetine of binnen 5 weken na het staken van fluoxetine. Voorzichtig gebruiken bij patiënten met een hoog risico op zelfdoding of bij patiënten met een voorgeschiedenis van epileptische aanvallen, diabetes mellitus, of nier-, lever- of CV-ziekten.
Interacties
Drug-drug. Benzodiazepinen (zoals alprazolam), lithium, tricyclische antidepressiva: Verhoogt nadelige CNS-effecten; verhoogt tricyclische antidepressiva en lithiumspiegels. Patiënt nauwgezet controleren op bijwerkingen en toxiciteit. Doseringsaanpassingen kunnen nodig zijn.
Carbamazepine, flecainide, vinblastine: Verhoogt de serumspiegels van deze geneesmiddelen. Controleer de serumspiegels en de patiënt op bijwerkingen.
Cyproheptadine: Kan de effecten van fluoxetine omkeren of verminderen. Patiënt nauwlettend in de gaten houden.
Insuline, orale antidiabetica: Verandert de bloedglucosespiegel. Kan vereisten voor antidiabetica veranderen.
Fenytoïne: Verhoogt fenytoïnespiegels en risico op toxiciteit. Controleer de fenytoïnespiegel; aanpassing van de dosering kan nodig zijn.
Tryptofaan: Verhoogt de nadelige effecten op het CZS (agitatie, rusteloosheid) en de maag-darmstoornissen. Voorzichtig gebruiken.
Warfarine: Verhoogt het risico op bloedingen. Monitor PT en INR.
Warfarine en andere sterk eiwitgebonden geneesmiddelen: Verhoogt de spiegels van fluoxetine of andere sterk eiwitgebonden geneesmiddelen. Patiënt nauwlettend in de gaten houden.
Geneesmiddel-kruid. Sint-Janskruid: Verhoogt risico op serotoninesyndroom. Gebruik samen ontmoedigen.
Drugs-levensstijl. Alcoholgebruik: Kan CNS-depressie verhogen. Alcoholgebruik ontmoedigen.
Beïnvloeding van laboratoriumtestresultaten
Kan het natriumgehalte verlagen.
Overdosering en behandeling
Tekenen en verschijnselen van overdosering zijn onder meer agitatie, rusteloosheid, hypomanie, andere verschijnselen van prikkeling van het CZS en, bij patiënten die hogere doses fluoxetine hebben ingenomen, misselijkheid en braken.
Om een overdosis fluoxetine te behandelen, moet een luchtweg tot stand worden gebracht en gehandhaafd; zorg voor voldoende oxygenatie en ventilatie. Actieve kool, die met sorbitol kan worden gebruikt, kan even effectief zijn als emesis of lavage. Bewaak de hartfunctie en de vitale functies en neem de gebruikelijke ondersteunende maatregelen. Door fluoxetine veroorzaakte aanvallen die niet spontaan verdwijnen, kunnen reageren op diazepam. Geforceerde diurese, dialyse, hemoperfusie en wisseltransfusie zullen waarschijnlijk niet helpen.
Bijzondere overwegingen
ALERT Zorg ervoor dat de patiënt de dosis fluoxetine niet verdubbelt. Sarafem en Prozac zijn hetzelfde geneesmiddel, maar worden voor verschillende indicaties gebruikt.
Beschouw patiënt als suïcidepatiënt totdat depressieve toestand aanzienlijk verbetert. Begeleid risicopatiënten nauwgezet tijdens vroege therapie. Geef, om het risico van opzettelijke overdosering te verminderen, de kleinste hoeveelheid pulvules die in overeenstemming is met een goede behandeling.
Volledig antidepressief effect kan 4 weken of langer duren.
Behandeling van acute depressie vereist gewoonlijk ten minste enkele maanden van continue medicamenteuze therapie; de optimale duur van de therapie is niet vastgesteld.
Vanwege de lange eliminatiehalfwaardetijd worden veranderingen in de fluoxetinedosering pas na enkele weken in het plasma weerspiegeld, wat van invloed is op de titratie tot de uiteindelijke dosis en op het staken van de behandeling.
Behandeling met fluoxetine kan manie of hypomanie activeren.
Sarafem kan continu of met tussenpozen worden ingenomen. De patiënt begint 2 weken voor de menstruatie en gaat door tot de eerste volle dag van de menstruatie. De patiënt herhaalt het schema bij elke nieuwe cyclus.
Als patiënt Sarafem neemt voor PMDD, evalueer patiënt dan opnieuw op effectiviteit van therapie op lange termijn. De klinische werkzaamheid is niet langer dan 6 maanden onderzocht.
Zwangere patiënten
Vermijd gebruik bij zwangere vrouwen. Vanwege de lange halfwaardetijd het middel pas gebruiken als het risico voor de foetus voorbij is.
Patiënten die borstvoeding geven
Geneesmiddel komt voor in de moedermelk en dient niet te worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven.
Pediatrische patiënten
Veiligheid en werkzaamheid bij kinderen zijn niet vastgesteld.
Geriatrische patiënten
Er zijn geen algemene verschillen in veiligheid en werkzaamheid waargenomen bij oudere patiënten; oudere patiënten kunnen echter een verhoogde gevoeligheid voor het geneesmiddel hebben.
Patiëntenvoorlichting
Informeer de patiënt dat het geneesmiddel duizeligheid of slaperigheid kan veroorzaken. Adviseer de patiënt om gevaarlijke taken die alertheid vereisen te vermijden totdat de reactie van het CZS op het geneesmiddel is vastgesteld.
Waarschuw de patiënt de inname van alcohol te vermijden en medische toestemming te vragen alvorens andere geneesmiddelen in te nemen.
Vertel de patiënt onmiddellijk melding te maken van huiduitslag of netelroos, angst, nervositeit, anorexia (vooral bij ondergewicht), verdenking van zwangerschap, of de intentie zwanger te worden.
Reacties kunnen veel voorkomen, zelden voorkomen, levensbedreigend zijn, of veel voorkomen en levensbedreigend zijn.
◆ Uitsluitend Canada
◇ Niet-gelabeld klinisch gebruik