De Capitolijnse wolf is in het midden van de zaal geplaatst. De datering van het werk – traditioneel gedateerd op de eerste helft van de Vde eeuw v. Chr., met vele vergelijkingen met Griekse en Italiaanse figuratieve produkties – werd in twijfel getrokken door de resultaten van een Koolstof 14 analyse, uitgevoerd op organisch materiaal afkomstig van het gietproces, die de datering op de Middeleeuwen zou brengen.
Het beeld, dat in 1471 aan de Romeinen werd geschonken, werd het symbool van Rome toen, overgebracht naar het Capitool, de tweeling Romulus en Remus (de legendarische stichters van de stad) aan het oude brons werden toegevoegd. Sindsdien wordt het werk in dit gebouw bewaard en vanaf de zestiende eeuw, volgens getuigen uit die tijd, in deze ruimte geplaatst, die vroeger een open ruimte naar buiten was met drie bogen. De loge werd tussen 1508 en 1513 versierd met een reeks fresco’s die aan Jacopo Ripanda worden toegeschreven. Door de latere plaatsing van twee grote gedenkstenen ging een groot deel van de versiering verloren, die nu in uiterst fragmentarische staat bewaard is gebleven.
In 1586 werd op de achterwand van de zaal een marmeren structuur aangebracht van de elegante klassieke architectuur van de Consulaire en Triomfantelijke Fasti, een historisch document van grote waarde, waarin op marmeren tabletten de namen van magistraten en triomfoverwinnaars uit de tijd van de republiek tot aan het Augustus-tijdperk zijn vermeld. Deze tabletten werden in de zestiende eeuw op het Forum Romanum gevonden en waren oorspronkelijk bedoeld voor een triomfboog die ter ere van keizer Augustus in 19 v.C. werd opgericht.
Het vloermozaïek is van onschatbare waarde: een oud artefact dat in 1893 werd gevonden en vervolgens in deze ruimte opnieuw werd samengebracht wegens zijn buitengewone symbolische waarde.