Brian Eno’s werk behoort tot het meest vereerde genie aller tijden. Met een verbluffende solocarrière op zijn naam, is Eno ook een zeer geprezen collaborateur en producer.
Met een unieke aanleg voor het doorbreken van creatieve blokkades met Oblique Strategies, en een overweldigende neiging tot sonische sereniteit, heeft Brian Eno in de loop der jaren samengewerkt, gecreëerd en een aantal onbeantwoorde meesterwerken geproduceerd.
Hier zijn Brian Eno’s 10 beste samenwerkingen aller tijden.
We zijn door het wormgat van geluid gereisd om u Brian Eno’s 10 beste samenwerkingen uit de verste uithoeken van de melkweg te geven.
Ambient 2: The Plateaux of Mirror – Harold Budd
Met de beroemde avant-garde componist aan zijn zijde, creëerde Brian Eno een prachtige aanvulling op zijn beroemde Ambient-serie. The Plateaux of Mirror is zowel een album van zeldzame schoonheid als transcendentale mogelijkheden.
Eno laat Budd’s instincten op piano knap los om een verzameling langzame melodische lijnen binnen ambient soundscapes te bereiken. Het is een must listen voor elke Enofiel en een algehele baanbrekende ambient plaat.
The Weight of History/ Only Once Away My Son – Brian Eno, Kevin Shields
Toen Kevin Shields en Brian Eno een double A-side 12″ uitbrachten voor Record Store Day, was de wereld erg opgewonden maar ook met de vraag: “Waar bleven ze zo lang?”
The Weight of History/ Only Once Away My Son is een prachtige ontmoeting van de geesten. De stemmen van beide artiesten zijn duidelijk te horen zonder elkaar te overstemmen, wat zorgt voor een van de beste collabs van de laatste tijd. We kunnen deze shoegaze ambiance niet hoog genoeg aanbevelen!
The End – Nico
Nico was altijd al vreemd. Haar explosief groeiende debuut met The Velvet Underground en haar solodebuut Chelsea Girl hintten slechts vaag naar haar art-rock minimalisme dat nog zou komen. The Marble Index uit 1968 is waar Nico’s schoonheid voor het eerst echt schitterde.
Naar de nihilistische evolutie Desertshore uit 197 biedt The End de perfecte mix tussen het Amerikaanse minimalisme uit de jaren 1960 en de ambient albums van Brian Eno.
Ambient 3: Day of Radiance – Laraaji
In de late jaren 1970 was muzikant-komiek Larry Gordon in Washington Square Park aan het spelen op zijn autoharp. Hij was in een meditatieve trance, de ogen gesloten, diep gefocust op zijn optreden. Toen hij ze opende, stond Brian Eno daar en stelde voor een album op te nemen. Gordon ging Eno’s studio binnen en kwam naar buiten met Ambient 3: Day Of Radiance en een nieuwe naam: Laraaji.
Het derde deel in Eno’s ambient serie, die begon met Music For Airports, ziet de geboorte van Laraaji; nu een van de meest formidabele ambient componisten uit de geschiedenis.
Apollo: Atmospheres and Soundtracks – Brian and Roger Eno, Daniel Lanois
Brian Eno heeft altijd het best geschitterd als hij zijn sonische visies op de uitgestrektheid van de ruimte transponeerde. Apollo: Atmospheres and Soundtracks was een documentaire bestaande uit 35-millimeter opnamen van de zes maanmissies, en werd uiteraard gecomponeerd door Eno, broer Roger, en gitarist Daniel Lanois.
Dit is begrijpelijk, een oude favoriet van Enofielen. Eno’s occasionele dissonantie en Lanois transparante wazige bewegingen maken dit een must listen voor iedereen die geïnteresseerd is in Eno.
Heroes – Bowie, Fripp, Eno
Een van David Bowie’s onbetwiste meesterwerken bevatte twee van rock’s meest onwaarschijnlijke helden. Eno belde Robert Fripp in 1977 en vroeg of hij wat ‘harige rock n’ roll gitaar’ wilde spelen. Fripp had al drie jaar niet gespeeld, maar was bereid het risico te nemen.
Het resultaat is een album dat zowel Bowie’s dramatische, ontvlambare instincten als Eno’s onwankelbare sonische sereniteit omarmt.
June 1, 1974 – Kevin Ayers, John Cale, Eno, & Nico
June 1, 1974 is een verborgen juweeltje van de hoogste orde. Vaak zijn supergroepen een kolossale mislukking van botsende super ego’s. De groep van 1 juni 1974 was echter uniek. Het was een verzameling avant-garde culthelden die een eenmalige show gaven voor een uitverkochte menigte.
Het was ongemakkelijk dat Kevin Ayers sliep met John Cale’s vrouw Cindy Wells en Cale kwam er die nacht achter en confronteerde Ayers. De spanning is te voelen op de albumfoto die op de avond van de show is genomen. Desalniettemin is het album een cultklassieker, die een fusie laat horen van enkele van de meest innovatieve geesten van de rock.
No Pussyfooting – Fripp & Eno
Toen Brian Eno en King Crimson’s Robert Fripp in 1973 samenkwamen en No Pussyfooting opnamen, legden ze de basis voor hun respectievelijke carrières. Met een aantal van Fripp’s beste opgenomen gitaarspel, No Pussyfooting en het vervolg uit 1975, Evening Star, hinten op Fripp’s iconische picking technieken en unieke standaard tuning die een revolutie op gitaargebied.
Daarnaast gebruikte Eno Revox reel-to-reel tapes als platform voor looping, wat later de basis werd van zijn Ambient album series en geniale motiefimprovisatie.
My Life In The Bush Of Ghosts – Byrne & Eno
Toen David Byrne en Brian Eno in 1981 samenwerkten, creëerden ze een keurmerk voor transgressieve platen en gesampled geluid. My Life In The Bush Of Ghosts is zo vreemd en experimenteel als albums maar kunnen zijn. Het heeft geen noemenswaardige ‘songs’ en de gesampelde toespraken uit religieuze bronnen klinken niet meer zo intrigerend als ze ooit deden.
Het experimenteren van Eno met een nieuwe drummachine en David Byrne’s audio-gekte zorgen echter voor een album dat grotendeels berust op serendipiteit. In dit geval is het resultaat een bijna meesterwerk en sommige van Brian Eno’s beste werk.
For Your Pleasure – Roxy Music
Roxy Music’s tweede album is een art-pop, glam-rock meesterwerk. Als laatste voor Eno’s solocarrière en eeuwige zoektocht naar geluid, schetst Roxy Music blauwdrukken voor de toekomst van trance, experimentele pop en Brian Eno.
Met veel ruimte voor Eno’s afwijkingen, smelten nummers als Bogus Man en boekensteun For Your Pleasure, R&B samen met high fashion fantasieën en avant-garde stylings. Toen Brian en Bryan zich echter in een diepe geluidsruimte begaven, werd het duidelijk dat ze niet bij elkaar pasten. Drie maanden na de release vertrok Eno voordat hij ontslagen kon worden en begon aan een ongeëvenaarde solocarrière.