Has vs. Have: How to Use Have vs. Has with Useful Examples

325Pinterest3.6kFacebookLinkedInTwitter

4k
SHARES

Has vs. have! Soms kunnen zelfs de eenvoudigste woorden verkeerd worden gebruikt door zowel moedertaalsprekers als niet-moedertaalsprekers van het Engels. Het zijn woorden die we in ons dagelijks spraakgebruik zo vaak gebruiken dat we er niet eens bij stilstaan, en misschien is dat wel de reden waarom we ze soms door elkaar halen. Het is echter belangrijk om uw spraak vrij te houden van grammaticale fouten, vooral als het gaat om formeel schrijven.

Inhoudsopgave

Has vs. Have

Neem bijvoorbeeld het paar has vs. have. Je gebruikt deze twee woorden waarschijnlijk heel vaak, en het is het beste als je het verschil weet en ze correct gebruikt.

HAVE is de vorm van het werkwoord die hoort bij voornaamwoorden als ik, jij, wij en zij, en ook bij meervoudige zelfstandige naamwoorden. HAS, aan de andere kant, gaat met voornaamwoorden hij, zij, het, en met enkelvoudige zelfstandige naamwoorden.

Dus, het onderscheid is vrij duidelijk. Wanneer je het hebt over iemand of iets in de derde persoon enkelvoud, moet je has gebruiken, ongeacht of je een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord gebruikt. Het is bijvoorbeeld correct om te zeggen dat ze twee honden en een kat heeft, dat Jason om vijf uur thuis moet zijn, of dat dit huis een rood dak heeft.

In alle andere gevallen moet je have gebruiken. Zo kunt u bijvoorbeeld zeggen dat u drie zussen hebt, dat mijn broer en ik morgen naar de tandarts moeten, of dat alle kinderen in deze buurt een groene jas hebben.

Er is nog één ding dat u in gedachten moet houden. Als je een vraag stelt of als je zin negatief is, dan moet je de hele tijd have gebruiken. Dus, ook al gebruik je nog steeds de derde persoon enkelvoud, het juiste om te zeggen zou zijn, “Mary heeft geen blauwe ogen” of “Heeft Mary blauwe ogen?”.

Om dit te onthouden, bedenk dat een zin maar één “s” nodig heeft. En omdat je al een “s” hebt in “heeft” (of “heeft niet”), heb je geen “s” nodig in “heeft”. Daarom wordt has have.

Has vs. Have Voorbeelden

  • De bezige bij heeft geen tijd voor verdriet.
  • De boom heeft werkgelegenheid geschapen.
  • De verkoper moet een belastingfactuur uitschrijven.
  • Ze heeft een televisiedocumentaire gemaakt over de armoede in onze steden.
  • De bank heeft een aandelenkapitaal van bijna 100 miljoen dollar.
  • Ze heeft om 10.30 uur een afspraak met een klant.
  • Je moet oogsten wat je hebt gezaaid.
  • Als je iets goed gedaan wilt hebben, doe het dan zelf.
  • Je kunt geen twee voormiddagen op dezelfde dag hebben.
  • We zullen nooit vrienden hebben als we verwachten ze foutloos te vinden.
  • Ik heb geen geheim voor succes dan hard werken.
  • U zult over deze brief teveel portokosten moeten betalen.

Verschil tussen Hebben vs. Hebben | Plaatje

Hebben vs. HebbenPin

Hoe gebruik je Hebben vs. Hebben in zinnen

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.