“Taxation without representation!” was de strijdkreet in de 13 koloniën van Amerika, die gedwongen waren belasting te betalen aan koning George III van Engeland, ondanks het feit dat ze geen vertegenwoordiging hadden in het Britse parlement. Naarmate de ontevredenheid groeide, werden Britse troepen gestuurd om de vroege beweging in de richting van rebellie de kop in te drukken. Herhaalde pogingen van de kolonisten om de crisis zonder militair conflict op te lossen, bleken vruchteloos.
Op 11 juni 1776 kwam het Tweede Continentale Congres van de koloniën in Philadelphia bijeen en vormde een comité dat als uitdrukkelijk doel had een document op te stellen dat de banden met Groot-Brittannië formeel zou verbreken. Het comité bestond uit Thomas Jefferson, Benjamin Franklin, John Adams, Roger Sherman en Robert R. Livingston. Jefferson, die beschouwd werd als de sterkste en meest welsprekende schrijver, stelde het oorspronkelijke ontwerpdocument op (zoals hierboven te zien). In totaal werden 86 wijzigingen aangebracht en het Continentaal Congres nam de definitieve versie officieel aan op 4 juli 1776.
De volgende dag werden exemplaren van de Onafhankelijkheidsverklaring verspreid en op 6 juli werd The Pennsylvania Evening Post de eerste krant die het buitengewone document afdrukte. De Onafhankelijkheidsverklaring is sindsdien het meest gekoesterde symbool van vrijheid in onze natie geworden.