Ik ben de voornaamste/alle verzorger van mijn veteraan-echtgenoot bij wie op 46-jarige leeftijd (nu 55) de diagnose ‘beginnende dementie’ en de ziekte van Parkinson werd gesteld. Zijn ziekte is het gevolg van het dienen van ons land. We waren in de bloei van onze carrières Nokia en IBM terwijl het verhogen van 3 jonge kinderen.
Nooit in stoutste dromen zou ik ooit anticiperen op de giftigheid die ik heb ontvangen van mijn familie en vrienden. Hoe zou ik? In de afgelopen 4 decennia, was ik degene die er “altijd” was voor iedereen voor alles en nog wat. Het kostte me eigenlijk om de ergste momenten te doorstaan en kwetsbaar te zijn om het onvoorstelbare/ondenkbare te realiseren! Ik heb mijn familie en vrienden 3/4 jaar lang gesmeekt om enige vorm van steun te bieden. In plaats daarvan kreeg ik niet alleen de ene afwijzing na de andere, maar kreeg ik ook te maken met de wreedheden van valse beschuldigingen, scheldpartijen en de regelrechte antwoorden om “Nee” te zeggen tegen het controleren van mijn 3 jonge kinderen. Hoezeer we ook financiële hulp nodig hadden, ik wist dat ik er niet om moest vragen, dus ging ik naar een paar liefdadigheidsorganisaties. De verwoestende dynamiek van de ziekte van mijn man plus de pijn, eenzaamheid en hartzeer van mijn vrienden en familieleden (van beide kanten) was gewoon te veel om te dragen. Nou, toen ik eenmaal gezegd had wat ik te zeggen had, stopte ik eindelijk met het vragen om emotionele steun. Bovendien hield ik voet bij stuk en voelde me niet langer verplicht om updates te geven over de achteruitgang van mijn man. Het is onnodig om te zeggen dat alle mensen die we voor deze afschuwelijke terminale ziekte nog kenden, ons in de steek hebben gelaten. Deze ervaring heeft me echter een enorme hoeveelheid wijsheid en kennis gegeven. Het belangrijkste is dat ik mijzelf herinnerde aan Gods woord: “Ik zal u nooit verlaten, noch u verlaten”. Waarlijk, ik ben dankbaar voor de moed, de vrijmoedigheid, de middelen en de kracht die God mij heeft gegeven. Met nederigheid en dankbaarheid. Ik vraag niet veel, dus een simpel telefoontje met de vraag “Hoe gaat het?”.