IAS plus

Geschiedenis van IAS 28

Datum Ontwikkeling
Juli 1986 Exposure Draft E28 Accounting for Investments in Associates and Joint Ventures
april 1989 IAS 28 Administratieve verwerking van investeringen in geassocieerde deelnemingen gepubliceerd Geldig per 1 januari 1990
1994 IAS 28 is opnieuw geformatteerd
december 1998 Gewijzigd door IAS 39 Financiële instrumenten: Opname en waardering Geldig met ingang van 1 januari 2001
18 december 2003 IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen uitgegeven Geldig voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2005
januari 2005
10 januari 2008 Gewijzigd door IFRS 3 Bedrijfscombinaties (verlies van invloed van betekenis) Geldend voor boekjaren vanaf 1 juli 2009
22 mei 2008 Gewijzigd door Verbeteringen in IFRSs (toetsing op bijzondere waardevermindering) Gebruikt voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2009
12 mei 2011 Gewijzigd door IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures (2011) Geldend voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2013

Gerelateerde interpretaties

  • IAS 28 (2003) kwam in de plaats van SIC-3 Eliminatie van niet-gerealiseerde winsten en verliezen op transacties met geassocieerde deelnemingen
  • IAS 28 (2003) vervangen door SIC-20 Methode van vermogensboekhouding – opname van verliezen
  • IAS 28 (2003) vervangen door SIC-33 Consolidatie en de equity-methode – Potentiële stemrechten en de toerekening van eigendomsbelangen

Aanpassingen die door de IASB worden overwogen

  • Neen

Samenvatting van IAS 28

Toepassingsgebied

IAS 28 is van toepassing op alle investeringen waarin een investeerder invloed van betekenis heeft, maar geen zeggenschap of gezamenlijke zeggenschap, met uitzondering van investeringen die worden aangehouden door een organisatie die durfkapitaal verstrekt, gemeenschappelijk beleggingsfonds, beleggingsfonds of soortgelijke entiteit die op grond van IAS 39 worden aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening.

Kerndefinities

Aandeelhouder: een entiteit waarin een investeerder invloed van betekenis heeft, maar geen zeggenschap of gezamenlijke zeggenschap.

Invloed van betekenis: de macht om deel te nemen aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen, maar niet om er zeggenschap over te hebben.

Eigen vermogensmutatiemethode: methode van administratieve verwerking waarbij een investering in aandelen aanvankelijk tegen kostprijs wordt geboekt en vervolgens wordt aangepast om het aandeel van de investeerder in de nettoactiva van de geassocieerde deelneming (deelneming) weer te geven.

Identificatie van geassocieerde deelnemingen

Een deelneming van 20% of meer van de stemrechten (rechtstreeks of via dochterondernemingen) duidt op invloed van betekenis, tenzij het tegendeel duidelijk kan worden aangetoond. Indien de deelneming minder dan 20% bedraagt, wordt verondersteld dat de investeerder geen invloed van betekenis heeft, tenzij een dergelijke invloed duidelijk kan worden aangetoond.

Het bestaan van invloed van betekenis door een investeerder wordt gewoonlijk aangetoond op een of meer van de volgende manieren:

  • vertegenwoordiging in de raad van bestuur of een gelijkwaardig bestuursorgaan van de deelneming
  • deelneming aan het beleidsvormingsproces
  • belangrijke transacties tussen de investeerder en de deelneming
  • uitwisseling van leidinggevend personeel
  • verstrekking van essentiële technische informatie

Potentiële stemrechten zijn een factor die in aanmerking moet worden genomen bij de beslissing of er sprake is van invloed van betekenis.

Verwerking van geassocieerde deelnemingen

In zijn geconsolideerde jaarrekening moet een investeerder de vermogensmutatiemethode toepassen voor de administratieve verwerking van investeringen in geassocieerde deelnemingen, behalve in de volgende drie uitzonderlijke omstandigheden:

  • Een investering in een geassocieerde deelneming die wordt aangehouden door een organisatie die durfkapitaal verstrekt of door een gemeenschappelijk beleggingsfonds (of een soortgelijke entiteit) en die bij eerste opname in de balans overeenkomstig IAS 39 wordt aangemerkt als aangehouden voor handelsdoeleinden. Volgens IAS 39 worden deze investeringen tegen reële waarde gewaardeerd, waarbij veranderingen in de reële waarde in de winst- en verliesrekening worden opgenomen.
  • Een belegging die overeenkomstig IFRS 5 is geclassificeerd als aangehouden voor verkoop.
  • Een moedermaatschappij die op grond van alinea 10 van IAS 27 is vrijgesteld van het opstellen van een geconsolideerde jaarrekening, kan een enkelvoudige jaarrekening opstellen als haar primaire jaarrekening. In die enkelvoudige jaarrekening mag de investering in de geassocieerde deelneming administratief worden verwerkt volgens de kostprijsmethode of volgens IAS 39.
  • Een investeerder hoeft de “equity”-methode niet te gebruiken indien aan alle volgende vier voorwaarden is voldaan:
    1. de investeerder is zelf een 100 %-dochteronderneming, of is een dochteronderneming van een andere entiteit die gedeeltelijk eigendom is van de investeerder, en zijn andere eigenaars, met inbegrip van degenen die anders niet stemgerechtigd zijn, zijn geïnformeerd over het feit dat de investeerder de vermogensmutatiemethode niet toepast, en maken daartegen geen bezwaar;
    2. de schuldbewijzen of eigenvermogensinstrumenten van de investeerder worden niet op een openbare markt verhandeld;
    3. de investeerder heeft zijn jaarrekening niet ingediend bij een effectencommissie of een andere toezichthoudende organisatie en is ook niet bezig met de indiening van zijn jaarrekening met het oog op de uitgifte van een categorie instrumenten op een openbare markt; en
    4. de hoofdmoedermaatschappij of een tussenhoudstermaatschappij van de investeerder stelt een voor het publiek toegankelijke geconsolideerde jaarrekening op die in overeenstemming is met de International Financial Reporting Standards.

Toepassing van de vermogensmutatiemethode

Basisprincipe. Volgens de vermogensmutatiemethode wordt een investering in aandelen aanvankelijk tegen kostprijs geboekt en vervolgens aangepast om het aandeel van de investeerder in de nettowinst of het nettoverlies van de geassocieerde deelneming weer te geven.

Uitkeringen en andere aanpassingen van de boekwaarde. Uitkeringen ontvangen van de deelneming verlagen de boekwaarde van de investering. Aanpassingen van de boekwaarde kunnen ook vereist zijn als gevolg van veranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten van de deelneming die niet in de winst of het verlies zijn opgenomen (bij voorbeeld herwaarderingen).

Potentiële stemrechten. Hoewel potentiële stemrechten in aanmerking worden genomen bij de beslissing of er invloed van betekenis bestaat, wordt het aandeel van de investeerder in de winst of het verlies van de deelneming en in de wijzigingen in het eigen vermogen van de deelneming bepaald op basis van de huidige eigendomsbelangen. Het dient niet de mogelijke uitoefening of conversie van potentiële stemrechten weer te geven.

Impliciete goodwill en aanpassingen van de reële waarde. Bij verwerving van de investering in een geassocieerde deelneming wordt elk verschil (positief of negatief) tussen de kostprijs van verwerving en het aandeel van de investeerder in de reële waarde van de identificeerbare nettoactiva van de geassocieerde deelneming verwerkt als goodwill, in overeenstemming met IFRS 3 Bedrijfscombinaties. Passende aanpassingen aan het aandeel van de investeerder in de winst of het verlies na de overname worden gemaakt om rekening te houden met aanvullende afschrijvingen van de af te schrijven of af te schrijven activa van de geassocieerde deelneming op basis van het surplus van hun reële waarde ten opzichte van hun boekwaarde op het moment van de overname van de investering.

Afwaardering. De indicatoren voor bijzondere waardevermindering in IAS 39 Financiële instrumenten: Recognition and Measurement, zijn van toepassing op investeringen in geassocieerde deelnemingen. Indien er aanwijzingen zijn voor een bijzondere waardevermindering, wordt het bedrag berekend op basis van IAS 36 Bijzondere waardevermindering van activa. De volledige boekwaarde van de investering wordt op bijzondere waardevermindering getoetst als één enkel actief, d.w.z. goodwill wordt niet afzonderlijk getoetst. De realiseerbare waarde van een investering in een geassocieerde deelneming wordt beoordeeld voor elke afzonderlijke geassocieerde deelneming, tenzij de geassocieerde deelneming niet zelfstandig kasstromen genereert.

Stopzetting van de vermogensmutatiemethode. De toepassing van de vermogensmutatiemethode moet worden beëindigd vanaf de datum waarop er niet langer sprake is van invloed van betekenis. De boekwaarde van de deelneming op die datum moet worden beschouwd als de nieuwe kostenbasis.

Transacties met geassocieerde deelnemingen. Indien een geassocieerde deelneming volgens de “equity”-methode wordt verwerkt, dienen ongerealiseerde winsten en verliezen uit upstreamtransacties (geassocieerde deelneming tegen investeerder) en downstreamtransacties (investeerder tegen geassocieerde deelneming) te worden geëlimineerd naar rato van het belang dat de investeerder in de geassocieerde deelneming heeft. Niet-gerealiseerde verliezen mogen echter niet worden geëlimineerd voor zover uit de transactie blijkt dat er sprake is van een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief.

Datum van de jaarrekening van de geassocieerde deelneming. Bij toepassing van de “equity-methode” dient de investeerder de jaarrekening van de geassocieerde deelneming per dezelfde datum te gebruiken als de jaarrekening van de investeerder, tenzij dit praktisch niet haalbaar is. Indien dit praktisch niet haalbaar is, dient de recentste beschikbare jaarrekening van de geassocieerde deelneming te worden gebruikt, met aanpassingen voor de gevolgen van eventuele belangrijke transacties of gebeurtenissen die plaatsvinden tussen het einde van de verslagperiode. Het verschil tussen de verslagdatum van de geassocieerde deelneming en die van de investeerder kan echter niet meer dan drie maanden bedragen.

Grondslagen voor financiële verslaggeving van de geassocieerde deelneming. Als de grondslagen voor financiële verslaggeving van de geassocieerde deelneming verschillen van die van de investeerder, moet de jaarrekening van de geassocieerde deelneming voor de toepassing van de “equity”-methode worden aangepast om rekening te houden met de grondslagen voor financiële verslaggeving van de investeerder.

Verliezen die groter zijn dan de investering. Als het aandeel van een investeerder in de verliezen van een geassocieerde deelneming gelijk is aan of groter is dan zijn “belang in de geassocieerde deelneming”, neemt de investeerder zijn aandeel in verdere verliezen niet langer op. Het “belang in een geassocieerde deelneming” is de boekwaarde van de investering in de geassocieerde deelneming op basis van de “equity”-methode, samen met eventuele belangen op lange termijn die in wezen deel uitmaken van de netto-investering van de investeerder in de geassocieerde deelneming. Nadat het belang van de investeerder tot nul is afgeboekt, worden additionele verliezen opgenomen door middel van een voorziening (verplichting), uitsluitend voor zover de investeerder wettelijke of feitelijke verplichtingen is aangegaan of betalingen heeft gedaan in naam van de geassocieerde deelneming. Indien de geassocieerde deelneming vervolgens winsten rapporteert, neemt de investeerder zijn aandeel in deze winsten pas weer op nadat zijn aandeel in de winsten gelijk is aan het aandeel in de niet-opgenomen verliezen.

Partiële vervreemding van geassocieerde deelnemingen. Als een investeerder zijn invloed van betekenis op een geassocieerde deelneming verliest, neemt hij deze deelneming niet langer in de balans op en neemt hij in de winst- en verliesrekening het verschil op tussen de som van de ontvangen opbrengsten en een eventueel ingehouden belang, en de boekwaarde van de investering in de geassocieerde deelneming op de datum waarop de investeerder zijn invloed van betekenis verliest.

Afzonderlijke jaarrekening van de investeerder

De “equity accounting” is vereist in de enkelvoudige jaarrekening van de investeerder, zelfs indien geen geconsolideerde jaarrekening vereist is, bijvoorbeeld omdat de investeerder geen dochterondernemingen heeft. Maar “equity accounting” is niet vereist indien de investeerder op grond van IAS 27 zou zijn vrijgesteld van het opstellen van een geconsolideerde jaarrekening. In dat geval zou de moedermaatschappij, in plaats van de investering administratief te verwerken volgens de “equity”-methode, de investering ofwel (a) tegen kostprijs, ofwel (b) in overeenstemming met IAS 39 verwerken.

Weergave

De volgende informatie moet worden verstrekt:

  • reële waarde van investeringen in geassocieerde deelnemingen waarvoor gepubliceerde prijsnoteringen bestaan
  • samengevatte financiële informatie van geassocieerde deelnemingen, met inbegrip van de geaggregeerde bedragen van activa, passiva, opbrengsten, en winst of verlies
  • uitleg wanneer investeringen van minder dan 20% volgens de vermogensmutatiemethode worden verwerkt of wanneer investeringen van meer dan 20% niet volgens de vermogensmutatiemethode worden verwerkt
  • gebruik van een verslagdatum van de jaarrekening van een geassocieerde deelneming die verschilt van die van de investeerder
  • aard en omvang van eventuele belangrijke beperkingen op het vermogen van geassocieerde deelnemingen om middelen aan de investeerder over te dragen in de vorm van dividenden in contanten, of terugbetaling van leningen of voorschotten
  • niet opgenomen aandeel in verliezen van een geassocieerde deelneming, zowel voor de periode als cumulatief, indien een investeerder de opname van zijn aandeel in verliezen van een geassocieerde deelneming heeft gestaakt
  • uitleg van een geassocieerde deelneming die niet volgens de ‘equity’-methode wordt verwerkt
  • samenvattende financiële informatie van geassocieerde deelnemingen, hetzij individueel, hetzij in groepsverband, die niet volgens de “equity”-methode worden verwerkt, met inbegrip van de bedragen van de totale activa, totale verplichtingen, opbrengsten, en winst of verlies

De volgende toelichtingen met betrekking tot voorwaardelijke verplichtingen zijn eveneens vereist:

  • het aandeel van de investeerder in de voorwaardelijke verplichtingen van een geassocieerde deelneming die gezamenlijk met andere investeerders zijn aangegaan
  • voorwaardelijke verplichtingen die ontstaan omdat de investeerder hoofdelijk aansprakelijk is voor alle of een deel van de verplichtingen van de geassocieerde deelneming

Venture capital-organisaties, gemeenschappelijke beleggingsfondsen en andere soortgelijke entiteiten moeten informatie verstrekken over aard en omvang van eventuele belangrijke beperkingen op de overdracht van middelen door geassocieerde deelnemingen.

Voorstelling

  • Eigenvermogensinstrumenten moeten als vaste activa worden geclassificeerd.
  • Het aandeel van de investeerder in de winst of het verlies van investeringen volgens de vermogensmutatiemethode, en de boekwaarde van deze investeringen, moeten afzonderlijk worden vermeld.
  • Het aandeel van de investeerder in eventuele beëindiging van bedrijfsactiviteiten van dergelijke deelnemingen wordt eveneens afzonderlijk vermeld.
  • Het aandeel van de investeerder in wijzigingen die rechtstreeks in de niet-gerealiseerde resultaten van de geassocieerde deelneming zijn opgenomen, wordt eveneens door de investeerder in niet-gerealiseerde resultaten opgenomen, met vermelding in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen zoals vereist door IAS 1 Presentatie van de jaarrekening.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.