we gaan het nu hebben over wat misschien wel het belangrijkste macromolecuul in het leven is en dat staat bekend als nucleïnezuur nu allereerst waar komt die naam vandaan goed wetenschappers eerst dit waargenomen in de kern van cellen en dus dat is waar je het nucleaire deel krijgt en het heeft een aantal zure eigenschappen en dus dat is waar je het zure deel krijgt en misschien wel de meest bekende van de van de nucleïnezuren is desoxyribonucleïnezuur of kortweg DNA en we zullen hier dieper op ingaan tijdens onze reis in de biologie, maar je weet misschien al dat dit de molecule is die onze erfelijke informatie opslaat. DNA maakt in grote mate jou tot jou en het staat bekend als een macromolecule en we hebben het in andere video’s over macromoleculen gehad, we hebben het over koolhydraten gehad en we hebben het over eiwitten gehad en DNA is een macromolecule omdat het uit vele miljoenen atomen kan bestaan. om er een idee van te krijgen zie je hier de dubbele helix van DNA waar je een kant van je helix hebt en dan een andere kant hier en dan heb je een soort van sporten van deze gedraaide ladder een DNA molecuul laten we zeggen in het menselijk genoom een chromosoom bijvoorbeeld is in de eerste plaats een echt lange DNA molecuul en het kan in de orde van honderd miljoen sporten hebben op deze ladder nu een ander ding om te waarderen zoals veel andere macromoleculen DNA of nucleïnezuren in in het algemeen polymeren zijn die zijn opgebouwd uit bouwsteenmoleculen en die bouwstenen voor nucleïnezuren en DNA is het bekendste nucleïnezuur en RNA ribonucleïnezuur zou een goede tweede zijn, maar de bouwstenen ervan staan bekend als nucleotiden nucleotiden en we zien enkele voorbeelden van nucleotiden hier rechts dit is deoxyadenosine mono fosfaat dat een nucleotide zou zijn gevonden in DNA je kunt de verschillende delen ervan zien je hebt een fosfaat hier rechts je hebt een vijf-koolstof suiker die in dit geval ribose is en dan heb je wat bekend staat als een stikstofhoudende basis en waarom wordt het stikstofhoudend genoemd terwijl die blauwe cirkels stikstof voorstellen en we hebben dit eerder gezien de grijzen zijn koolstoffen en de roden zijn oxygenen en de witten zijn waterstofen en dus dit deel van de molecule heeft een aantal basische kenmerken terwijl deze fosfaatgroep aan het eind zure kenmerken heeft en wat er gebeurt is dat ze op elkaar gestapeld worden waar de ribose fosfaten elkaar afwisselen om de ruggengraat van deze DNA molecule te vormen. Je kunt het hier zien waar je een fosfaat en een ribose en een fosfaat en een ribose hebt en dan heb je de stikstofhoudende basis die een deel van de sport van de ladder vormt en de manier waarop DNA informatie opslaat informatie opslaat is dat elk van deze stikstofbasen hier rechts dit is adenine het heeft een complementaire stikstofbasis aan de andere om die sport van de ladder te voltooien dus adenine komt overeen met thymine en DNA en we zullen zien in toekomstige video’s in RNA is het een stikstofbasis bekend als uracil en guanine komt overeen met cytosine maak je geen zorgen te veel over dit nu zullen we wat dieper ingaan in toekomstige video’s als we het hebben over DNA en hoe informatie daarin wordt opgeslagen, maar voor deze video is het goed te weten dat het monomeer voor een nucleïnezuur als DNA een nucleotide is, dus monomeer en om heel duidelijk te zijn dit is niet het enige monomeer het analoge nucleotide in RNA wat staat voor ribonucleïnezuur zou een dino-getekend mono fosfaat zijn hier zie je het verschil tussen de twee dat we hier een zuurstof hebben en hier niet. Daarom heet het deoxy en daarom is het desoxyribonucleïnezuur. Je mist een van die oxygenen op je vijfkoolstof suiker maar adenine zoals ik al zei is niet de enige stikstofhoudende basis je kan een nucleotide hebben waar de stikstofhoudende basis thymine is en dus lijkt dit er weer erg op maar let op wat er hier gebeurt je kan een nucleotide hebben die er zo uitziet nogmaals je hebt je vijf koolstof suikers hier je hebt je fosfaat groep maar de stikstofhoudende basis hier blijft veranderen en het is de volgorde van deze verschillende nucleotiden die eigenlijk de informatie in DNA codeert nu een vraag die je zou kunnen stellen als ik dit deel van het molecuul heb dat basische kenmerken heeft, waarom wordt het dan als zuur beschouwd? Kijk naar hoe dit molecuul is gestructureerd. De basische delen vormen de sporten van deze ladder, dus ze zullen niet zo reactief zijn omdat ze dichter bij de binnenkant van het molecuul zitten, terwijl de zure delen, de fosfaatgroepen, aan de buitenkant zitten. dus zullen ze reactiever zijn en dus zal het molecuul als geheel een zure karakteristiek hebben. Ik zal het hierbij laten, in toekomstige video’s zullen we dieper ingaan op het belang van nucleïnezuren, in het bijzonder DNA en RNA en om te waarderen hoe verbazingwekkend deze moleculen zijn, theoretiseren sommige mensen dat de eerste tekenen van leven niets meer waren dan zelfreplicerende RNA-moleculen die uiteindelijk werden ingesloten in selderij en een soort membraanstructuren die uiteindelijk de genetische machinerie van een cel begonnen te vormen, enzovoort, enzovoort, dus dit is waarom deze nucleïnezuren soms worden beschouwd als de meest fundamentele macromoleculen voor het leven