Jakob heb ik liefgehad, maar Ezau heb ik gehaat
Hoe kunnen we een God rijmen die zegt dat Hij liefde is als Hij ook zegt dat Hij iemand haatte? Het klinkt ondoorgrondelijk, dat een Goede Vader Zijn hart tegen iemand zou keren. We zien deze botsing in het eerste hoofdstuk van Maleachi:
De last van het woord des Heren tot Israël door Maleachi.
“Ik heb u liefgehad,” zegt de Here.
“Toch zegt gij: ‘Op welke wijze hebt Gij ons liefgehad?’
Was Ezau niet de broer van Jakob?”
Zegt de Here.
“Toch heb Ik Jakob liefgehad;
Maar Ezau heb Ik gehaat…” (Maleachi 1:1-3a)
In Maleachi heeft God het over Jakob en Ezau, twee broers, zonen van Izaäk. God’s gevoelens voor deze twee broers lijken zeer verschillend. We moeten teruggaan naar het oude Hebreeuws om deze passage en de betekenis van haat te begrijpen.
Opbouw van Hebreeuwse woorden
De oude Hebreeuwse taal is uniek in de manier waarop haar letters en woorden communiceren. Eeuwen voordat het gewone Hebreeuwse blokschrift werd gevormd, begon de taal als een soort pictografisch schrift. Dit schrift communiceerde in vormen en afbeeldingen die zijn letters waren, waardoor iedere letter zijn eigen betekenis kreeg.
Toen deze letters stamwoorden vormden, werd de betekenis van deze letters vaak gevonden in de betekenis van de stamwoorden die zij vormden. Vervolgens wordt de betekenis van het stamwoord verbonden met de betekenis van alle woorden die uit de stam worden gevormd.
Terwijl onderzoekers toegeven dat zij hier veel niet van begrijpen, communiceert geen enkele andere taal op aarde op deze manier. Hoe bijzonder is dit! En het is de oorspronkelijke taal van tweederde van de Bijbel.
Haat in tegenstelling tot liefde
Het beeld dat wij tegenwoordig in het Westen van haat hebben, komt overeen met de definitie van Merriam-Webster’s Dictionary. Haat wordt gedefinieerd als een zeer sterk gevoel van afkeer; intense vijandigheid.
Het oude Hebreeuws suggereert echter iets anders.
“Sane’ ” (saw-nay’) is het Hebreeuwse woord dat vaak vertaald wordt met haat. De oude pictografische letters voor “sane” zijn een doorn en een zaad. De Ancient Hebrew Lexicon of the Bible legt dit uit:
De pictogram is een afbeelding van een doorn, daarna is een afbeelding van zaad. Gecombineerd betekent dit “doornzaad”. De doorn, (het zaad van een plant met kleine scherpe puntjes) zorgt ervoor dat men zich omdraait om ze te vermijden.” (“The Ancient Hebrew Lexicon of the Bible,” door Jeff A. Benner. ISBN 1-58939-776-2.)
Haat – Vermijden van Pijn
In Bijbelse tijden werden doornen gebruikt als omheining om kuddes te beschermen tegen roofdieren of zelfs gebruikt als wapens. Het idee was dat doornen pijn veroorzaakten en de pijn zorgde ervoor dat iemand de veroorzaker vermeed. Doornen creëerden een schild, een haag van bescherming.
Hoewel er soms heftige emoties in het spel zijn, ging het in de oude Hebreeuwse opvatting van haat meer om gekwetst of gewond raken door iets, omdat er liefde in het spel was. Zich openstellen voor liefde betekende zich openstellen voor pijn. Haat betekende dan wegblijven van die bron van pijn. We zien dit in Izaäks reactie op Abimelech:
“Toen kwam Abimelech uit Gerar naar hem toe met zijn raadsman Ahuzzath en Phicol, de aanvoerder van zijn leger. Izaäk zeide tot hen: Waarom zijt gij tot mij gekomen, daar gij mij haat en mij van u hebt weggezonden?” (Genesis 26:26-28)
Haat ging minder over een intense confronterende emotie en het toebrengen van pijn. In plaats daarvan ging het meer om het maken van keuzes om die pijn te vermijden – fysiek of emotioneel.
Gods Karakter
Dit begrip kan direct van invloed zijn op onze kijk op Gods karakter. Als dit waar is, beschouw dan een paar gewone Schriftgedeelten op een geheel nieuwe manier:
En toen de Here zag, dat Lea gehaat was, opende Hij haar schoot (Genesis 29:31; KJV)
Sommige vertalingen gebruiken hier “ongeliefd” in plaats van gehaat. Er is niets in de Schrift dat erop wijst dat Jakob agressief tegen haar was. Van wat we kunnen lezen, bleef hij meestal uit de buurt van Leah. Dit kan te maken hebben gehad met zijn verlangen naar Rachel. Of misschien omdat Lea hem herinnerde aan Labans bedrog (Gen 29:21-25).
Jacob vermeed Lea mogelijk, omdat hun relatie op zijn zachtst gezegd gecompliceerd was. Toch schonk Hij haar kinderen uit Gods medelijden met Lea’s voortdurende afwijzing.
Jacob heb Ik liefgehad; Esau heb Ik gehaat (Mal 1:2; Romeinen 9:13)
Esau is de enige persoon van wie God zei dat Hij hem haatte. Zou het kunnen zijn dat de Heer zo gekwetst was door Esau’s afwijzing van Zijn kostbare geschenk van het geboorterecht voor een of andere stoofpot, dat God bij hem uit de buurt wilde blijven?
Er is hier een zeer specifieke volgorde van gebeurtenissen. God had Esau niet afgewezen, maar Esau had Gods plan afgewezen. Het bezorgt de Vader een grote hoeveelheid pijn. In deze context toont dit vers Gods gebroken hart in plaats van Zijn toorn over ongehoorzaamheid.
Love Your Enemies
Gods karakter staat niet afzijdig van onze ervaringen en Hij is niet boos over één ondoordachte daad van ongehoorzaamheid. Integendeel, Hij is “barmhartig en genadig, traag tot toorn…” (Exodus 34:6). Wanneer wij pijn voelen, willen wij ons terugtrekken; wij zijn naar Zijn beeld geschapen. Toch daagt Jezus ons uit om degenen die ons pijn doen lief te hebben. In plaats van te vermijden (haten), keer terug in liefde.
“Maar ik zeg u, die hoort: hebt uw vijanden lief, doet goed aan hen die u haten…” – Lucas 6:27