Die LP’s, 2013’s Southeastern, 2015’s Something More Than Free, en 2017’s The Nashville Sound, vertelden een ontroerend verhaal over Isbell’s opkomst als echtgenoot, vader, en stem van moreel bewustzijn in het moderne zuiden. Reunions, zijn vierde poging met producer Dave Cobb, is de eerste collectie van de songwriter die aanvoelt als een antwoord op, en misschien zelfs een zachte sleutelen aan, datzelfde beeld.
Soms doet Isbell dat door zijn sonische palet aan te passen (minder country soul, meer Dire Straits gitaarklanken); soms doet hij dat door barsten in de façade te laten zien (zie het tweede couplet van het Seventies-rock juweeltje “Overseas”); soms doet hij dat door soberheid te reduceren van de aangrijpende literaire metafoor die het ooit was op Southeastern tot een loutere dagelijkse realiteit (“It Gets Easier”); soms doet hij dat door te laten zien dat er toch nul verschil is tussen het persoonlijke en het politieke (“Be Afraid”); en soms doet hij dat door zichzelf een donkere spiegel voor te houden: “Now the world’s on fire,” zingt hij, “and we just climb higher.”
Populair op Rolling Stone
Maar meestal doet Isbell stof opwaaien door achterom te kijken, en Reunions is op zijn best wanneer hij precies dat doet. Op twee verbluffende hoogtepunten – de wervelende Nashville-getunede pop van “Dreamsicle” en de delicate ballade “Only Children” – reflecteert de zanger op jeugdherinneringen, verloren vrienden, en vervlogen bohemia.
Isbell heeft alleen al in de afgelopen tien jaar verschillende van dergelijke meesterwerken vergaard (2013’s “Cover Me Up,” 2015’s “24 Frames,” 2017’s “If We Were Vampires,” om er een paar te noemen). Dat niveau van songcraft heeft zijn recente platen tot de onbedoelde slachtoffers van zijn eigen hoge normen gemaakt, waar een verzameling extreem goede nummers met een paar lichte missers (“St. Peter’s Autograph,” “Running With Our Eyes Closed”) op de een of andere manier kan voelen, hoe oneerlijk ook, alsof het slechts aan de verwachtingen voldoet.
Hoe dan ook, Reunions is een genuanceerde, indringende plaat die Isbell rustelozer vindt dan hij is geweest sinds Southeastern, een rijk portret van een artiest die eeuwig dieper in zichzelf zoekt. “You tell the truth enough,” zoals hij het zegt op “Be Afraid,” “you find it rhymes with everything.”