Kasteel Corvin is aangelegd in 1446, toen met de bouw werd begonnen op bevel van Voivode van Transsylvanië John Hunyadi (Hongaars: Hunyadi János, Roemeens: Iancu of Ioan de Hunedoara), die de voormalige donjon, gebouwd door Karel I van Hongarije, wilde verbouwen. Het kasteel was oorspronkelijk in 1409 door Sigismund van Luxemburg, koning van Hongarije en Kroatië, aan de vader van John Hunyadi, Voyk (Vajk), als afscheiding gegeven. Het was ook in 1446 dat John Hunyadi door de Diet tot regent-gouverneur werd gekozen.
Gebouwd in een renaissance-gotische stijl en gebouwd op de plaats van een ouder vestingwerk op een rots boven de kleinere rivier de Zlaști, is het kasteel een groot en imposant bouwwerk met hoge torens, bastions, een binnenplaats, verschillend gekleurde daken, en ontelbare ramen en balkons versierd met stenen houtsnijwerk. Het kasteel heeft ook een dubbele vestingmuur en wordt geflankeerd door zowel rechthoekige als ronde torens, een architectonische vernieuwing voor de Transsylvaanse architectuur van die tijd. Sommige van de torens (de Capistrano toren, de Woestijn toren en de Drummers toren) werden gebruikt als gevangenis. De Buzdugan Toren (een soort knots waarnaar hij werd genoemd) werd uitsluitend gebouwd voor defensieve doeleinden en de buitenkant was versierd met geometrische motieven. De rechthoekige torens hebben grote openingen om grotere wapens te herbergen.
Het kasteel heeft drie grote ruimtes: de Ridderzaal, de Dieetzaal en de ronde trap. De zalen zijn rechthoekig van vorm en zijn versierd met marmer. De Diet Hall werd gebruikt voor ceremonies of formele ontvangsten, terwijl de Knight’s Hall werd gebruikt voor feesten. In 1456 overleed John Hunyadi en het werk aan het kasteel stagneerde. Vanaf 1458 werden nieuwe opdrachten gegeven voor de bouw van de Matia-vleugel van het kasteel. In 1480 werd het werk aan het kasteel volledig stopgezet en werd het erkend als een van de grootste en indrukwekkendste gebouwen in Oost-Europa.
De 16e eeuw bracht geen verbeteringen aan het kasteel, maar in de loop van de 17e eeuw werden nieuwe toevoegingen gedaan, voor esthetische en militaire doeleinden. Esthetisch gezien werd het nieuwe Grote Paleis gebouwd, tegenover de stad. Voor militaire doeleinden werden twee nieuwe torens gebouwd: de Witte Toren en de Artillerietoren. Ook werd de buitenplaats toegevoegd, die gebruikt werd voor administratie en opslag.
Het huidige kasteel is het resultaat van een fantasievolle restauratiecampagne, ondernomen na een rampzalige brand en vele tientallen jaren van totale verwaarlozing. Er is opgemerkt dat moderne “architecten er hun eigen weemoedige interpretaties op hebben geprojecteerd van hoe een groot gotisch kasteel eruit zou moeten zien”.