Na de dood van Boromir in The Lord of the Rings: Fellowship of the Ring, kreeg Aragorn (Viggo Mortensen) een kleine maar ontroerende verandering aan zijn kostuum ter ere van zijn overleden kameraad. Peter Jacksons eerste uitstapje naar Midden-Aarde zit vol minuscule details en elementen die ervoor zorgen dat het verhaal meer diepgang krijgt. Een van deze momenten kwam tegen het einde van de eerste film in de Lord of the Rings serie, die niet alleen een gevallen held in leven hield in de geest, maar ook fungeerde als een geweldige karakterontwikkeling voor een overlevend lid van de broederschap.
Geschilderd als arrogant en kwetsbaar voor de macht van de Ring, was Boromir (Sean Bean) de zoon van de Steward van Gondor, Denethor II. Hij leidde hun legers keer op keer naar de overwinning voorafgaand aan de Oorlog van de Ring, wat hem een perfecte kandidaat maakte om zich aan te sluiten bij Frodo Baggins’ (Elijah Wood) expeditie om de Ene Ring te vernietigen. In het team zat ook de hoogbejaarde Dunedain Aragorn, van wie later werd onthuld dat hij afstamde van Isildur en daarmee troonopvolger van Gondor was. Hij en Boromir waren fundamenteel verschillend qua persoonlijkheid en aspiraties, maar dit weerhield hen er niet van om goed samen te werken in de strijd.
Hoewel hij zijn zelfbeheersing verloor bij het zien van de Ring, en zelfs probeerde Frodo er kwaad mee te doen, verloste Boromir zichzelf in de ogen van zijn gelijken in zijn laatste momenten. In het derde bedrijf van Fellowship of the Ring wordt hij gedood door Lurtz, een meedogenloze Uruk-hai, een veel gevaarlijker schepsel dan het ork-leger van Sauron. Lurtz en zijn troepen waren door Saruman gestuurd om jacht te maken op Boromir en zijn metgezellen. Het offer dat Boromir bracht om de Hobbits Merry en Pippin te beschermen was eervol, zoals Aragorn opmerkte. Nadat hij hem te ruste had gelegd, vond de ranger een manier om de herinnering aan zijn kameraad levend te houden.
Aragorn nam Boromirs armbanden voordat hij hem naar zijn laatste rustplaats bij de watervallen van Rauros stuurde, als herinnering aan de heldhaftige keuze die Boromir had gemaakt om zijn vrienden te verdedigen. Dit was niet alleen een onderdeel van de eerste film, maar van de hele trilogie. Van de Slag om Helmsdiepte tot de wandeling door de Paden der Doden, die harnassen blijven op Aragorns persoon. Hoewel de twee personages niet per se hecht waren, was er een wederzijds respect tussen elkaar als niet alleen indrukwekkende krijgers, maar als individuen met goede bedoelingen.
Zowel op als buiten de camera was er een groot gevoel van kameraadschap tussen de leden van de broederschap. Het zou passend zijn voor Aragorn om een soort aandenken mee te nemen naar zijn werk als een constante herinnering aan zijn verloren bondgenoot. Hoe het Lord of the Rings verhaal in de boeken ook wordt opgedeeld, de enige overeenkomst tussen alle boeken is dat Boromir het niet lang heeft uitgehouden.
Boromir’s aanwezigheid is visueel aanwezig in elke film. Het is misschien klein, maar het helpt om zijn herinnering levend te houden na Fellowship of the Ring en om Aragorn neer te zetten als een nobele leider die een goede man herkent als hij er een ziet.