De “eerste nederlaag van het Duitse leger kwam in de Slag om Moskou in 1941,” zei Rodric Braithwaite, voormalig Brits ambassadeur in de Sovjet-Unie/Russische Federatie, en Public Policy Scholar, Woodrow Wilson Center tijdens een lezing op 13 juni 2005 aan het Kennan Instituut. In termen van aantallen was dit de grootste slag in de Tweede Wereldoorlog, en volgens één schatting waren de Russische verliezen in die ene slag gelijk aan het gecombineerde aantal Amerikanen, Britten en Fransen die tijdens de hele Tweede Wereldoorlog sneuvelden. Braithwaite beschreef verder de situatie in Moskou tijdens de slag, puttend uit onderzoek voor een komend boek over Moskou in 1941.
In juni 1941 had de Sovjet-Unie ’s werelds grootste leger en luchtmacht, meer tanks dan de rest van de wereld samen, en Stalin beschikte over een immense hoeveelheid inlichtingen die wezen op de waarschijnlijkheid van een Duitse aanval. Desondanks werd het Sovjetleger in de eerste gevechten zwaar verslagen, deels omdat de Sovjets halverwege een massaal programma van heruitrusting en uitbreiding zaten, deels omdat het Sovjetleger nog gedemoraliseerd was van de vooroorlogse zuiveringen, en deels vanwege Stalins eigen ernstige verkeerde inschatting van Duitslands bedoelingen. In de eerste zes maanden van de oorlog werden ongeveer 2,5 miljoen Sovjetsoldaten gevangen genomen, waarvan bijna 700.000 in de eerste weken van de Slag om Moskou. Ongeveer 2 miljoen gevangenen waren tegen het einde van het jaar gestorven door Duitse verwaarlozing.
Braithwaite beschreef hoe Duitse militaire leiders de Sovjets ernstig hadden onderschat, in de veronderstelling dat Duitse troepen het Sovjetleger net zo snel zouden verslaan als ze een jaar eerder het Franse leger hadden verslagen. Het zou een kwestie van weken zijn, zo berekenden zij, voordat zij Moskou zouden bereiken. In plaats daarvan kregen ze te maken met aanzienlijke en toenemende weerstand, en bevonden ze zich in een langdurige oorlog waarvoor ze uiteindelijk noch de uitrusting noch de middelen hadden.
De bevolking van Moskou reageerde op de eerste Duitse aanval met een stroom vrijwilligers om zich bij het leger aan te sluiten. Vrijwilligers kwamen uit de intelligentsia, uit fabrieken en van scholen. Er waren veel vrouwen bij, die dienst deden als verpleegsters, piloten of scherpschutters. Er werden twaalf vrijwilligersdivisies gevormd, die in de slag om Moskou zulke grote verliezen leden dat er vijf moesten worden ontbonden. Algemeen wordt aangenomen dat deze vrijwilligers ongewapend en onvoorbereid het veld in werden gestuurd. De meesten van hen hadden wel adequate uniformen, wapens en enige training, en waren niet veel slechter af dan soldaten in het reguliere leger, die in 1941 ook slecht waren uitgerust en getraind.
Op 15 oktober, met het Duitse leger in aantocht, beval Stalin dat de regering uit Moskou moest worden geëvacueerd. Braithwaite vertelde hoe de evacuatie paniek veroorzaakte in de stad. Fabrieken en kantoren werden gesloten zonder uitleg aan de werknemers. Er waren rellen en plunderingen, waarbij sommige relschoppers pro-Nazi slogans riepen. Stalin bleef in Moskou, stopte de evacuatie, voorzag de arbeiders van voedsel en geld, en liet de NKVD de orde herstellen.
Tegen het advies van zijn generaals in, en met de Duitsers op iets meer dan vijftig mijl van Moskou, hield Stalin op 7 november een militaire parade op het Rode Plein ter gelegenheid van de verjaardag van de Bolsjewistische Revolutie. De parade had een enorme invloed op het moreel in Moskou en in de hele Sovjet-Unie. Stalins bereidheid om zo’n risico te nemen weerspiegelde zijn kracht als leider van een natie in oorlog, betoogde Braithwaite, net zoals zijn falen om zich voor te bereiden op de Duitse aanval in juni zijn zwakte weerspiegelde. In december 1941 deden de Russen een tegenaanval en brachten de Duitsers een zware nederlaag toe.
De levensomstandigheden in Moskou verslechterden in de herfst en winter van 1941 ernstig, hoewel nooit zo slecht als tijdens het Beleg van Leningrad (1941-1944). Voedselvoorziening, sanitaire voorzieningen en verwarming stonden op het punt van instorten. Desondanks ging het culturele leven van de stad door, zelfs terwijl aan de rand van de stad gevechten woedden.
De schattingen van het aantal oorlogsslachtoffers lopen uiteen, deels omdat de informatie onbetrouwbaar is of niet bestaat, en deels omdat zowel Russen als buitenlanders de cijfers van tijd tot tijd om politieke redenen hebben opgeblazen of afgezwakt, aldus Braithwaite. Maar volgens elke berekening waren de Russische verliezen tijdens de oorlog duizelingwekkend. Volgens een wetenschappelijke schatting verloren de Japanners voor elke Britton of Amerikaan die sneuvelde zeven mensen, de Duitsers 20 mensen en de Russen 85 mensen. Het totale aantal slachtoffers in de Sovjet-Unie wordt geschat op 9 miljoen soldaten en 17 miljoen burgers, de gewonden niet meegerekend.
“Waar geen twijfel over bestaat,” concludeerde Braithwaite, “is dat viervijfde van de gevechten in Europa plaatsvonden aan het Oostfront, en dat is waar de Duitsers negentig procent van hun slachtoffers leden. Zelfs na D-Day, was tweederde van de Duitse strijdkrachten in het Oosten. Als ze daar niet waren geweest, zouden ze in Frankrijk zijn geweest, en was er geen D-Day geweest. Daarom denken de Russen dat zij de oorlog hebben gewonnen, en ik denk dat ze gelijk hebben.”