Osteolyse

Weliswaar wordt botresorptie gewoonlijk in verband gebracht met vele ziekten of gewrichtsproblemen, maar de term osteolyse verwijst in het algemeen naar een probleem dat vaak voorkomt bij kunstmatige gewrichtsvervangingen, zoals totale heupprothesen, totale knieprothesen en totale schouderprothesen. Osteolyse kan ook in verband worden gebracht met de radiografische veranderingen die worden gezien bij mensen met bisfosfonaat-gerelateerde osteonecrose van de kaak.

Er zijn verschillende biologische mechanismen die tot osteolyse kunnen leiden. Bij totale heupprothesen is de algemeen aanvaarde verklaring voor osteolyse slijtagedeeltjes (afgesleten van het contactoppervlak van de kunstmatige kogel en kom). Wanneer het lichaam deze slijtagedeeltjes (die meestal uit plastic of metaal bestaan) probeert op te ruimen, veroorzaakt het een auto-immuunreactie die resorptie van levend botweefsel veroorzaakt. Osteolyse kan zich naar verluidt reeds 12 maanden na de implantatie voordoen en is meestal progressief. Dit kan een revisieoperatie (vervanging van de prothese) noodzakelijk maken.

Hoewel osteolyse zelf klinisch asymptomatisch is, kan het leiden tot losraken van het implantaat of botbreuk, wat op zijn beurt ernstige medische problemen veroorzaakt.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.