Na een bezoek aan De Smet stelde een volger van het Pioneer Girl Project de volgende vragen:
“Was hij anders dan degene die in Little House werd uitgebeeld? Laura zegt in een biografisch stuk dat het de Pa was die ze wilde. Wat zijn uw gedachten?”
De Pa van de Kleine Huis-romans was de vader die Laura Ingalls Wilder zich herinnerde en die ze wilde vereeuwigen. Zoals ze haar dochter Rose Wilder Lane in 1937 schreef: “Pa was geen zakenman. Hij was een jager en pelsjager, een muzikant en dichter.” Zijn verhalen, zei Wilder, inspireerden haar tot het schrijven van de Kleine Huis boeken. Zelfs voordat haar eerste roman werd gepubliceerd, merkte ze op dat Pa’s verhalen “als kind veel indruk op me maakten en ik heb er nog steeds een grote genegenheid voor.”
De essentie van Pa’s karakter in de Kleine Huis-boeken komt overeen met Wilder’s portret van haar vader in Pioneer Girl. Hij was aanhankelijk, warm, speels, muzikaal, en rusteloos. Maar op basis van de historische gegevens en Wilders herinneringen is het duidelijk dat het fictieve personage in haar romans geromantiseerd en geïdealiseerd is. In Pioneer Girl, bijvoorbeeld, sluipt Pa met zijn gezin midden in de nacht de stad uit nadat hij er niet in slaagt met de huisbaas over de huur te onderhandelen. Wilder suggereerde dat Charles Ingalls dit tegenover zijn gezin rechtvaardigde door de man een “rijke oude schooier” te noemen. Wilder’s fictieve vader zou nooit zoiets gedaan hebben. De fictieve Pa is gewoon heldhaftiger, nobeler en mythischer dan de echte Charles Ingalls of degene die uit de pagina’s van Pioneer Girl naar voren komt.
Wilder had veel om uit te putten bij het creëren van haar personage. De echte Charles Ingalls leverde belangrijke bijdragen aan de gemeenschappen waarin hij leefde, hij diende als vrederechter, lid van het schoolbestuur, kerkfunctionaris en leider van het maatschappelijk leven. Bij zijn dood in 1902 schreef de De Smet News and Leader over hem: “Als burger stond hij in hoog aanzien, omdat hij eerlijk en oprecht was in zijn omgang en omgang met zijn medemensen. Als vriend en buur was hij altijd vriendelijk en hoffelijk en als echtgenoot en vader was hij trouw en liefdevol. En wat kan er beter gezegd worden van een man?”
Pamela Smith Hill