De flora van de Blue Ridge Parkway is divers om een aantal redenen, zoals klimatologische variabiliteit, groot noord-zuid geografisch bereik, divers geologisch substraat, en veel verschillende micro-habitats. Door het grote hoogteverschil tussen hoge bergtoppen en lage valleien kan de parkbezoeker gedurende de lente, zomer en herfstmaanden genieten van een enorme variƫteit aan wilde bloemen en bloeiende struiken. Terwijl de zomerbloemen in de valleien bloeien, beginnen de spectaculaire lentebloemen net te bloeien op de hoge toppen.
De Blue Ridge Parkway is uniek omdat het een breed scala van habitats langs de noord-zuidas van de Appalachen bestrijkt, zodat de flora op een bergtop aan het noordelijke uiteinde van het park heel anders kan zijn dan die op een bergtop aan het zuidelijke uiteinde. Sommige van deze habitats zijn uitzonderlijk zeldzaam in de regio en een paar zijn zelfs wereldwijd zeldzaam. Een voorbeeld hiervan zijn de rotsen op grote hoogte, die een kwetsbare groep alpiene soorten bevatten die tijdens de ijstijd zuidwaarts zijn geduwd en uiteindelijk op de zuidelijke bergen zijn gestrand. De voornaamste bedreiging voor deze kwetsbare plantengemeenschap is vertrapping door onwetende parkbezoekers. Een andere unieke habitat zijn de Grassy Balds die waarschijnlijk begraasd werden door inheemse dieren zoals bizons en elanden, maar die nu onderhouden worden door parkbiologen.
.