Wandelen in Eenheid
Efez. 4:1-6 (ESV)
Ik dan, een gevangene des Heren, dring er bij u op aan te wandelen op een wijze, waardig aan de roeping, waartoe gij geroepen zijt, met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met geduld, elkander in liefde dragende, begerig de eenheid des Geestes te bewaren in de band des vredes. Er is één lichaam en één Geest – zoals u ook geroepen bent tot de ene hoop die bij uw roeping hoort – één Heer, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die over allen en door allen en in allen is.
Inleiding
De eerste drie hoofdstukken van Efeziërs liggen achter ons. Ze waren vooral leerstellig van aard. Zij leerden welke dingen wij moeten geloven. Als men zich juist wil gedragen, moet men juist geloven, anders is men bezig met een godsdienst van werken en niet met gehoorzaamheid vanuit het hart. Paulus gaat ons in het vervolg van het boek laten zien hoe wij deze grote waarheden in praktijk moeten brengen. Hij gaat van theologie naar praktische zaken. Juiste theologie (orthodoxie) moet altijd leiden tot juist leven (orthopraxie). Als dat niet zo is, dan is er iets mis met de theologie of ons begrip ervan.
Hij wil dat alle gelovigen begrijpen, dat aangezien zij door de Geest tot leven zijn gebracht, deelgenoot zijn gemaakt van het Koninkrijk, geadopteerd zijn als zonen en dochters en eeuwig veilig zijn, wij ons daar nu naar moeten gedragen.
De apostel Paulus begint met het uitleven van deze waarheden in de gemeente. Leven als een christen is, voor het grootste deel, het gemakkelijkst in de kerk. We kunnen er echt uitzien als we onder andere gelovigen zijn. Het is veel moeilijker om als een gelovige te leven in een wereld van ongelovigen. Dus, Paulus begint klein en gaat van daaruit verder.
Trouwens, het is veilig om te zeggen dat waar een kerk regelmatig verdeeldheid zaait, er iets grondig mis is. Of het zijn onvolwassen gelovigen die nooit de juiste leer hebben geleerd en die nooit hebben geleerd hoe ze dienovereenkomstig moeten leven, of de kerk bestaat uit ongelovigen. Wanneer ongelovigen lid worden en vervolgens leraren en leiders worden, dan liggen er problemen in het verschiet voor die plaatselijke kerk.
Hier in Grace Community Church willen we daarvoor waken. Dat is waarom we een nieuwe leden klas gaan houden voordat iemand lid wordt. Ik wil er zeker van zijn dat, voor zover wij dat kunnen beoordelen, iemand gelovig is.
Een deel van de nieuwelidklas zal bestaan uit het kort opschrijven van je getuigenis over hoe je christen bent geworden. Ik zal je vragen stellen over het Evangelie. Enz. Bij Grace Community Church willen we een wedergeboren lidmaatschap. Dit is omdat kerklidmaatschap belangrijk is.
Paulus begint het vierde hoofdstuk specifiek sprekend over kerkelijke eenheid. Als we ware kerkelijke eenheid willen hebben, dan moeten we onze roeping begrijpen en onze roeping uitleven,
1. Alle christenen zijn geroepen (Efeziërs 4:1)
Ik dan, een gevangene des Heren, dring er bij u op aan te wandelen op een wijze, waardig aan de roeping, waartoe gij geroepen zijt,
Vanuit zijn gevangeniscel pleit de apostel voor mannen, vrouwen, jongens en meisjes om hun roeping waar te maken. Hij heeft in gedachten de roeping van God om Zijn kind te zijn. Als leden van Gods Koninkrijk moeten wij een leven leiden dat onze trouw toont aan Koning Jezus.
Hoe beleefde Paulus zijn roeping? Op dit moment was zijn roeping om in de gevangenis te zijn omwille van het evangelie. Zijn roeping was om een gevangene voor Jezus te zijn.
Ephes. 6:19-20 (ESV)
en ook voor mij, opdat mij woorden gegeven worden om vrijmoedig mijn mond te openen om het geheimenis van het evangelie te verkondigen, waarvoor ik een gezant in ketenen ben, opdat ik het vrijmoedig verkondig, zoals ik zou moeten spreken.
Hij zag zijn roeping als gezant voor Christus als een gevangene omwille van het evangelie. Hij vroeg de Efezische gemeente te bidden dat de Heer hem niet zou vrijlaten, maar hem de juiste woorden zou geven om te zeggen.
Hij wilde de gemeente bemoedigen door te zeggen dat als hij zijn roeping in de gevangenis kon uitleven, ook wij onze roeping moeten uitleven waar de Heer ons ook plaatst. Voor Paulus hoorde iedere gevangenisbewaarder en iedereen die aan hem geketend was en iedere medegevangene alles over Jezus. De Heer plaatste hem soeverein in die cel om het evangelie te bevorderen.
Philipp. 1:12-14 (ESV)
Ik wil dat u weet, broeders, dat wat mij is overkomen werkelijk heeft gediend tot bevordering van het evangelie, zodat het in de gehele keizerlijke garde en aan al de overigen bekend is geworden dat mijn gevangenschap voor Christus is. En de meeste broeders, die door mijn gevangenschap vertrouwen in de Heer hebben gekregen, zijn veel vrijmoediger geworden om zonder vrees het woord te spreken.
De overlevering vertelt dat deze keizerlijke wachters andere opdrachten kregen in het hele Romeinse Rijk. Terwijl zij gingen, deelden velen het goede nieuws met anderen dat zij van Paulus hadden gehoord toen hij in de gevangenis zat.
Terwijl hij in de gevangenis zat, wandelde Paulus op een wijze die zijn roeping waardig was.
Als hij dat kan doen terwijl hij in de gevangenis zit, kan ik het misschien doen terwijl ik aan het werk ben of op school zit. Misschien kan ik op die manier wandelen terwijl ik naar de bank ga. Misschien kan ik op die manier wandelen terwijl ik naar de winkel ga.
Col. 1:9-10 (ESV)
En zo hebben wij, vanaf de dag dat wij het hoorden, niet opgehouden voor u te bidden, vragende dat u vervuld mag worden met de kennis van zijn wil in alle geestelijke wijsheid en inzicht, om zo te wandelen op een wijze die de Here waardig is, Hem welgevallig, vrucht dragend in alle goede werken en toenemend in de kennis van God.
Het is het allerbelangrijkste dat we een leven leiden dat Christus eert.
U vraagt zich nu misschien af hoe dat er precies uitziet. Wat zijn sommige dingen die Jezus gebiedt?
2. Leven vanuit je roeping? (Efeziërs 4:2-3)
met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met geduld, elkander in liefde verdragend, verlangend de eenheid des Geestes te bewaren in de band des vredes.
Als we naar deze twee verzen kijken, wil ik dat je denkt aan wie ze je doen denken? Wie is de meest nederige, zachtmoedige en geduldige persoon die u zich kunt voorstellen? Wie is Degene die het meeste geduld in liefde toonde? Jezus.
Als eenheid in de kerk gehandhaafd moet worden, moeten we onze houding afstemmen op die van onze Heer. Eenheid is niet iets dat we scheppen; het is iets dat we bewaren.
Wanneer een kerk op zichzelf gericht raakt, zal zij geen eenheid en vrede kennen. Strijd bestaat altijd.
Ziet u hoe deze eigenschappen essentieel zijn voor het leven in het Koninkrijk van God? Wij hebben één Heer en Hij heeft de leiding. Wanneer we bekeerd zijn, krijgen we alles, maar we verliezen onze wil. Nu is het de wil van de Heer die telt. Hij heeft de leiding en Zijn volk moet zich aan Hem onderwerpen. Het is zo belangrijk dat we een nederige en vriendelijke houding hebben.
Kol.3:12-17 (ESV)
Doet dan aan, als uitverkorenen Gods, heilig en geliefd, ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld, elkander verdragende en, indien iemand een klacht tegen een ander heeft, elkander vergevende; gelijk de Here u vergeven heeft, alzo moet ook gij vergeven. En boven dit alles, stelt u de liefde op, die alles in volmaakte harmonie samenbindt. En laat de vrede van Christus heersen in uw harten, waartoe u inderdaad in één lichaam geroepen bent. En weest dankbaar. Laat het woord van Christus rijkelijk in u wonen, elkaar lerend en vermanend in alle wijsheid, zingende psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, met dankbaarheid in uw harten jegens God. En wat gij ook doet, in woord of daad, doet alles in de naam van de Here Jezus, God de Vader dankzeggende door Hem.
Een goed werkend voorbeeld of definitie van het type geest waar Paulus het over heeft, vinden we in Filippenzen.
Philipp. 2:3-8 (ESV)
Doet niets uit wedijver of hoogmoed, maar rekent in nederigheid anderen belangrijker dan uzelf. Laat ieder van u niet alleen oog hebben voor zijn eigen belangen, maar ook voor de belangen van anderen. Hebt onder elkander deze gezindheid, die ook de uwe is in Christus Jezus, die, hoewel hij de gestalte van God had, de gelijkheid aan God niet voor grijpbaar hield, maar zichzelf tot niets gemaakt heeft, door de gestalte van een dienstknecht aan te nemen, en in de gelijkenis van mensen geboren te zijn. En in menselijke gedaante gevonden zijnde, heeft Hij Zich vernederd door gehoorzaam te worden tot in de dood, ja, de dood aan een kruis.
Isaja 66:2 (ESV)
Al deze dingen heeft mijn hand gemaakt,
en zo zijn al deze dingen tot stand gekomen,
verklaart de Here.
Maar dit is degene naar wie ik zal kijken:
hij die nederig is en berouwvol van geest
en siddert voor mijn woord.
God zal een kerk gevuld met nederige mensen zeer zegenen. Aanbidding is geweldig wanneer we onze Heer groter zien dan onszelf.
Laten we er naar streven deze geest van nederige eenheid in de kerk te bewaren.
3. Waartoe wij geroepen zijn (Efeziërs 4:4-6)
Er is één lichaam en één Geest – zoals u geroepen bent tot de ene hoop die bij uw roeping hoort – één Heer, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die over allen en door allen en in allen is.
A. Wij zijn geroepen om de kerk te vormen (Efeziërs 4:4)
Er is één lichaam en één Geest – zoals u geroepen bent tot de ene hoop die bij uw roeping hoort –
Het ene lichaam waarnaar hier verwezen wordt is de kerk. Zoals we hebben geleerd, is de kerk het lichaam van gelovigen dat bestaat uit Joden en heidenen. Jood en heiden zijn samengebracht om één familie te vormen en hebben een familienaam gekregen.
Ephes. 3:15 (ESV)
van wie elke familie in de hemel en op aarde is genoemd,
Hoewel wij in één opzicht velen en verscheidenen zijn, in een ander opzicht zijn wij één lichaam…de gemeente.
Romeinen 12:5 (ESV)
zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, en elk afzonderlijk leden van elkander.
God wil dat wij zien dat dit nieuwe lichaam, dat de kerk wordt genoemd, geen door mensen gemaakte instelling is, maar door God is gesticht. Wanneer wij spreken over dit ene lichaam, moeten wij het grote geheel zien. Wij vormen een plaatselijke kerk. Wij zijn een plaatselijke gemeente. Chillicothe bestaat uit vele plaatselijke kerken. Wij zijn ook een deel van de universele kerk. Dit is de kerk die bestaat uit gelovigen uit alle eeuwen. Dit is de kerk die verzameld zal zijn rond de troon in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde. Dit is de kerk die, wanneer de bazuinen schallen, de doden in Christus zal doen opstaan. Wij moeten dus inzien dat wij hier vandaag eenvoudigweg onze plaats innemen in de lange rij van gelovigen door de eeuwen heen die vertrouwen hebben gesteld in Jezus Christus. Er is één lichaam.
Er is ook één Geest. De Heilige Geest roept mensen uit de massa van de mensheid om samen te komen en het ene lichaam te vormen. De taak van de Geest is de Zoon te verheerlijken en Hij doet dit als Hij mensen tot leven wekt tot heerlijkheid van Christus. Het evangelie wordt verkondigd en de Geest past het toe in de harten van de mensen. De oproep tot het evangelie gaat uit; de Geest maakt het effectief en verandering is het gevolg. Dan wordt ons hoop gebracht, deze ene hoop die gegrond is in al Gods beloften. God kan niet liegen, dus onze hoop is veilig in Christus.
Efez. 1:18 (ESV)
de ogen uws harten verlicht zijnde, opdat gij moogt weten, wat de hoop is, waartoe Hij u geroepen heeft, wat de rijkdom is van zijn heerlijke erfenis in de heiligen,
De Heilige Geest geeft ons verzekerde hoop. Hij is bij ons gelaten om ons te bewaren tot Christus wederkomt. Hij waakt over de bruid van Christus totdat Hij komt om haar op te eisen.
B. Wij zijn geroepen tot één Heer (Efeziërs 4:5)
één Heer, één geloof, één doop
Wanneer wij christenen worden door het regenererende werk van de Geest, worden wij slaven van Christus. Wij waren slaven van de zonde, maar nu zijn wij slaven van de gerechtigheid.
Romeinen 6:16-18 (ESV)
Weet gij niet, dat, indien gij u aan iemand voorstelt als gehoorzame slaven, gij slaven zijt van hem, die gij gehoorzaamt, hetzij van de zonde, die tot de dood leidt, hetzij van de gehoorzaamheid, die tot de gerechtigheid leidt? Maar Gode zij dank, dat gij, die eens slaven der zonde waart, van harte gehoorzaam geworden zijt aan de norm der leer, waartoe gij u verbonden hebt, en, bevrijd zijnde van de zonde, slaven der gerechtigheid geworden zijt.
We hebben één Heer. Hij beveelt ons. Hij is Degene die wij dienen. Hij maakt de dienst uit. Hij is onze baas. Als we Christus werkelijk als Heiland aanvaarden, moeten we Hem ook als Heer aanvaarden. We kunnen niet van Hem scheiden en alleen het Verlosser deel nemen.
We zijn geroepen om één geloof in onze Heer te delen. Wij zijn geroepen om op Hem alleen te vertrouwen. Wat bedoeld wordt met “één geloof” is dat alle christenen, overal en voor altijd, hetzelfde vertrouwen of geloof in Jezus Christus moeten delen. Ons vertrouwen in Christus is hetzelfde als de Christus die leefde in de tijd van de apostelen. Het verandert nooit. Dus wij geloven het evangelie en stellen ons vertrouwen in Christus, net zoals de gelovige in de eerste eeuw deed.
We zijn ook geroepen tot één doopsel. Er bestaat één ware doop. De Bijbel zegt dat we gedoopt moeten worden in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Deze doop is voor iedereen dezelfde, één doop waartoe velen geroepen zijn. We zijn geroepen tot de Heer door geloof en dan nemen we de volgende stap van gehoorzaamheid aan onze Heer in de doop. Door de doop laten wij als een getuigenis aan anderen zien dat wij delen in de genade die aan alle heiligen is gegeven. De doop is het middel waarmee wij verklaren dat wij ons ertoe verbinden als trouwe dienaren van onze ene Heer te leven.
Galaten 3:27 (ESV)
Want zovelen van u als er in Christus gedoopt zijn, hebben Christus aangedaan.
We zijn verenigd in één kerk met één Heer. Vervolgens vertelt Paulus ons dat we één Vader delen.
C. Wij zijn geroepen tot één Vader (Efeziërs 4:6)
één God en Vader van allen, die over allen en door allen en in allen is.
Door de Zoon zijn wij verlost, maar het is met de Vader dat wij verzoend zijn. De Vader heeft ons geschapen en door Christus ons herschapen. Wij zijn van Hem in dubbele zin.
Ephes. 3:9 (ESV)
en voor een ieder aan het licht te brengen wat het plan is van het geheimenis dat eeuwenlang verborgen is geweest in God die alle dingen geschapen heeft,
Wat belangrijk is in dit vers, is dat God de Vader Vader is van alle verlosten, of ze nu Joods of niet-Joods zijn. Hij is hun Vader.
Als we terugkijken zien we dat de Heilige Geest de Kerk roept en vormt. Jezus Christus is de ene Heer waartoe de kerk geroepen is en nu zijn wij aangenomen en kunnen God Vader noemen. De Drie-eenheid in Zijn volmaakte eenheid is het model voor de eenheid van de kerk. De Drie-eenheid werkt volmaakt samen en zou ons model als kerk moeten zijn.