Om van de manometer een echte barometer te maken, verlengen we de buis aan de rechterkant en sluiten we de bovenkant af, zodat de lucht niet op het kwik drukt. We gebruiken ook iets grotere cilindrische kolommen lucht en kwik die de binnenkant van de buis volledig vullen.
Het gewicht van een zeer hoge cilindrische kolom lucht wordt in evenwicht gehouden door een veel kortere cilindrische kolom kwik. De hoogte van de kwikkolom zal veranderen als de luchtdruk varieert.
Kwik is een vloeistof. Je hebt een vloeistof nodig die heen en weer kan klotsen als reactie op veranderingen in de luchtdruk. Kwik heeft ook een hoge dichtheid, zodat de barometer niet zo groot hoeft te zijn als bij gebruik van water. Een waterbarometer zou meer dan 30 voet hoog moeten zijn. Met kwik heb je maar een kolom van 30 inch nodig om het gewicht van de atmosfeer op zeeniveau onder normale omstandigheden in evenwicht te houden (denk aan de eerder genoemde drukeenheden van 30 inch kwik). Kwik heeft ook een lage verdampingssnelheid, zodat je niet veel kwikgas boven in de rechter buis hebt (er is wel wat gas, het produceert niet veel druk, maar het zou gevaarlijk voor je zijn als je het zou gaan inademen).