Red herten (Cervus elaphus) zijn het grootste inheemse landdier in het VK en komen vooral voor in het noorden van Schotland. Herten (mannetjes) zijn groter dan vrouwtjes, en hebben een prachtig vertakt gewei dat tot een meter breed kan worden. In de zomer heeft zijn vacht een diep roodbruine kleur, waaraan het hert zijn naam dankt. In de winter wordt de vacht langer, dikker en donkerder.
Hannetjes en vrouwtjes blijven het grootste deel van het jaar in afzonderlijke groepen; herten groeperen zich in niet-verwante “vrijgezelle kuddes”, terwijl vrouwtjes (hindes) in groepen leven die bestaan uit een dominant vrouwtje en haar dochters. Ze zijn de hele dag actief, maar meestal ’s avonds en ’s nachts. Hun dieet bestaat uit struikgewas, snoeihout, grassen en heide.
In maart en april werpen de herten hun gewei af en beginnen nieuwe geweien te groeien, die gewoonlijk groter zijn dan die van het jaar voordien. In het begin is het nieuwe gewei bedekt met een zachte dunne huid, fluweel genaamd. In juli sterft dit fluweel af en het hert wrijft het eraf en eet het soms op. Een gewei heeft ongeveer 100 dagen nodig om te groeien. In de Schotse Hooglanden kauwen herten op het oude gewei wanneer het afvalt. Dit benige gewei is rijk aan calcium, waaraan in veel bodems in de Hooglanden een tekort is. De herten gebruiken deze calciumbron om de nodige vitaminen te leveren voor het gewei van het volgende jaar.
Na eind mei en juni worden de kalveren geboren. Ze worden door hun moeders grootgebracht in de achterste kudde, die wordt geleid door een kudde-matriarch. Het paarseizoen, of de “bronst”, vindt plaats tussen eind september en november. De herten vermeerderen zich vóór de bronst om de agressieve energie te kunnen opbrengen die ze nodig hebben om met andere herten te vechten voor de controle over de hinden en voor de suprematie. De gevechten bestaan niet alleen uit fysiek contact – veel ervan bestaan uit het brullen om hun rivalen te waarschuwen en het rondstappen op een intimiderende manier. Edelherten komen in heel Schotland voor, met zeer grote aantallen in de Hooglanden.