Dit hoofdstuk verkent de perspectieven van de sociale roltheorie voor een cultureel sensitieve en gendergevoelige sociale werkpraktijk. Maatschappelijk werkers worden aangespoord om rolanalyses te gebruiken om huwelijksproblemen, opvoedingsproblemen en zorgen op de werkplek beter te begrijpen en te behandelen. Beoefenaars zouden zich niet moeten concentreren op de vraag of ze rolverschillen in de praktijk van het maatschappelijk werk moeten negeren of aanpakken, noch op de realiteit dat de constructie van gendertegenstellingen in therapie gevaarlijk kan zijn. Het plaatsen van een individu in een gestigmatiseerde rol wordt gezien als een middel om sociale afstand te creƫren en sociale controle te rechtvaardigen. Maatschappelijk werkers moeten erkennen dat gezinnen bestaan in een grotere maatschappelijke, soms ontwrichtende context; dat conflicten kunnen samengaan met evenwichtige of naar evenwicht strevende activiteiten; en dat de machtsverdeling in gezinnen ongelijk is. Sociologen die onderzoeken hoe groepen consensus en gedeelde waarden bereiken, en hoe sociale systemen aan hun behoeften en doelen voldoen en relatief harmonieus blijven functioneren, worden structurele functionalisten genoemd.