Severus was vooral populair bij zijn wapenbroeders, de Romeinse soldaten. Hij verhoogde hun soldij enorm en stond hen toe grote sommen te innen bij openbare festiviteiten. Hij stond de soldaten toe om met hun vrouwen te leven, in plaats van hen te beperken tot hun kazernes.
Maar met deze reformatie kwam ook machtsmisbruik. De Romeinse regering verviel geleidelijk tot militair despotisme, omdat de soldaten mettertijd decadent werden. De politiek van Severus verergerde dit alleen maar toen de Praetoriaanse praefect werd benoemd tot hoofd van het leger, evenals van financiën en recht, en de keizer ging vertegenwoordigen in elke tak van bestuur. Eén praefect, Plautianus, was zo corrupt dat hij bijna een opstand veroorzaakte, wat Severus ertoe aanzette hem te laten executeren.
Septimius Severus was meer een militair leider dan een politicus, omdat hij een groot deel van zijn leven met het zwaard had geleefd. Deze militaire mentaliteit droeg hij over op zijn heerschappij als keizer. Hij was geen voorstander van tussenpersonen, en oefende zelf zowel de wetgevende als de uitvoerende macht uit. Daarin gedroeg hij zich meer als een monarch, zoals Lodewijk XIV, die voelde dat zijn rol er een van absolute macht was. Vertrouwend op zijn instinct, overspoelde Severus de senaat met slaven geïmporteerd uit de oostelijke provincies. Hij koos mensen waarvan hij wist dat ze onderdanig zouden zijn aan zijn gezag. Op deze manier maakte hij zijn wil en zijn alleen heerschappij over het Romeinse volk.
Andere militaire campagnes tijdens zijn bewind waren onder meer zijn oorlog met de Parthen. Hij veroverde hun hoofdstad, Ctesiphon, in het oosten, waarbij hij veel van de inwoners doodde en daarna wel 100.000 tot slaaf maakte. De schatkist van de Parthen werd volledig leeggehaald. Het gevolg was dat Noord-Mesopotamië weer een Romeinse provincie werd.
Door een huwelijk met zijn tweede vrouw Julia Domna kreeg hij twee kinderen: Caracalla en Geta, die later samen het keizerrijk zouden regeren. Helaas eindigde het met bloedvergieten tussen broers en zussen: Caracalla vermoordde uit jaloezie zijn broer en eiste het rijk helemaal voor zichzelf op.
Severus’ laatste veldtocht bracht hij door in Noord-Brittannië, voorbij de Muur van Hadrianus, waar hij Schotland trachtte in te nemen. Te zwak en verminderd van zijn vroegere kracht, was Severus niet in staat dit te volbrengen, en de “verovering” eindigde in een mislukking. Slechts kort daarna stierf hij te York op 4 februari 211 n. Chr. op de leeftijd van 65 jaar, na 18 jaar geregeerd te hebben. De senaat beloonde hem later met goddelijke eer en vergoddelijkte de oorlogskeizer als een van Rome’s grootste beschermers.