Spinnen
Spinnen zijn roofdieren, met hoektanden en een rond achterlijf. Ze voeden zich door spuwende spijsverteringssappen op hun maaltijd te spuwen, meestal insecten of andere ongewervelde dieren, en de resulterende soep op te likken. Spinnen kunnen zijde produceren, en sommige zijn meesterlijke ambachtslieden, die wonderlijke webben weven met een ingewikkeld ontwerp. Er zijn minstens 105 soorten spinnen gerapporteerd van de Noordpool, die een verscheidenheid van niches bezetten. Sommige zijn bodembewoners, zoals de dwergspinnen (familie Erigonidae), die de toendra afstruinen op zoek naar voedsel. Meer opvallende grondjagers zijn de wolfspinnen, uit de familie Lycosidae. Deze grootogige soorten zijn relatief groot, behaard, en donker van kleur. De ongeveer 25 soorten die in het noordpoolgebied voorkomen, zijn vraatzuchtige roofdieren die hun prooi te voet verjagen. In de toendraplanten leven enkele krabspinnen (familie Philodromidae), die stil in de bloemen liggen, klaar om een bezoekende prooi te bespringen. Er zijn ook spinnewebben, zoals de Linyphiidae, die een web maken op of naast de grond om kleine vliegen, mijten of springstaarten te vangen. Spinnen uit de familie Araneidae, beter bekend als orb spinnen, maken de bekende, spiraalvormige webben. Deze familie komt niet veel voor in het noordpoolgebied, en er is weinig bekend over de biologie van de weinige soorten die wel in het noorden voorkomen.