Athambile Masola
Er zijn maar een paar woorden beschikbaar in isiXhosa om op een prettige manier naar een vagina te verwijzen-usisi, inhenhenhe, ikuku, umphantsi. Toen ik jong was, beschouwde ik de mijne als louter functioneel voor zover het mijn menstruatiecyclus en andere biologische functies betrof. Ik was daar blij mee.
Tot de nieuwsgierige handen van een jongen me hielpen begrijpen waar mijn vagina eigenlijk voor dient.
In klas 9, ging onze Bijbel educatie leraar op school door de implicaties van het verkennen van seksualiteit met jongens. De verborgen boodschap was dat mannen lichamelijk waren en vrouwen emotioneel. Omdat wij, als meisjes, emotioneel op seks reageerden, moesten we ons nooit door jongens laten misbruiken. Genieten van wat er tussen een jongen en een meisje gebeurde was gewoon geen optie-het zou ertoe leiden dat het meisje ‘losbandig’ zou worden genoemd.
In mijn vroege tienerjaren had ik een chronisch geval van wat mijn vrienden en ik ‘de ziekte om te behagen’ noemden. Het belangrijkste symptoom van deze ziekte was dat als een jongen belangstelling voor me toonde en avances maakte, hij zeker het antwoord zou krijgen waar hij naar op zoek was. Op de lagere school werd ik beschreven als ‘moeilijk te krijgen’ en nu was ik ‘los’. Ik kan niet verklaren hoe deze radicale verandering gebeurde – misschien was het deels nieuwsgierigheid en deels zoeken naar aandacht.
Ik had gehoord over gevingerd worden, maar kende geen van de details, dus toen het gebeurde, was ik geschokt en onvoorbereid. Ik moet zeggen dat het een aangename verrassing was. Ik weet niet meer of de jongen mijn ‘officiële vriendje’ was of niet, maar telkens als we uitgingen eindigden we met zoenen. De stap van zoenen naar aanraken werd niet gecommuniceerd, het gebeurde gewoon. Zijn handen wisten tijdens het zoenen de weg naar mijn vagina te vinden en ik herinner me dat ik in een houding zat die het hem gemakkelijk maakte zich ‘daar beneden’ te wagen.
Later begon hij mijn vagina te zoenen, een nog aangenamere verrassing. Ik had me nooit gerealiseerd dat mijn vagina de mogelijkheid had om een goed gevoel op te roepen. En zo maakte ik kennis met de stilte rond seksualiteit: dat het in feite niet vies is, maar iets dat plezierig kan zijn.
Toch werd een meisje dat zich door jongens liet aanraken beschouwd als een slecht meisje en ik wilde de rest van mijn tienerjaren niet slecht zijn. Ik leerde mezelf al snel in te tomen, meestal door jongens die ik aantrekkelijk vond te mijden, opdat ze zich niet ‘daar beneden’ zouden wagen en een vloedgolf van verboden sensaties en emoties zouden losmaken.
Deze houding heeft zich doorgezet in mijn volwassen leven en kost veel werk om ongedaan te maken, want de realiteit is dat ik een vrouw ben met verlangens waar ik niet bang voor hoef te zijn.
Athambile Masola is een feministische (middelbare school) lerares.