‘Theorie’ is een van de belangrijkste woorden in het lexicon van de hedendaagse sociologie. Toch is het, ondanks hun alomtegenwoordigheid, nogal onduidelijk wat sociologen bedoelen met de woorden ’theorie’, ’theoretisch’ en ’theoretiseren’. Ik betoog dat verwarring over de betekenis van ’theorie’ tot ongewenste gevolgen heeft geleid, waaronder conceptuele verwarring en zelfs regelrechte miscommunicatie. In dit artikel behandel ik twee vragen: (a) wat betekent ’theorie’ in het sociologische taalgebruik; en (b) wat zou ’theorie’ in het sociologische taalgebruik moeten betekenen? Ik ga in vijf stappen te werk. Eerst leg ik uit waarom men een semantische vraag over ’theorie’ zou moeten stellen. Ten tweede identificeer ik lexicografisch zeven verschillende betekenissen van het woord, die ik van elkaar onderscheid door middel van subscripts. Ten derde laat ik enkele moeilijkheden zien waartoe het huidige gebrek aan semantische duidelijkheid de sociologie heeft gebracht. Ten vierde formuleer ik de vraag “wat zou “theorie” moeten betekenen?”, die ik het “semantisch predicament” (SP) noem, en ga ik na wat men daarover kan leren uit de theorieliteratuur. Ten vijfde beveel ik een semantische therapie’ aan voor de sociologie, en voer ik twee argumenten aan voor SP: (a) het principe van de praktische rede – SP is in hoge mate een politieke kwestie, die moet worden aangepakt met behulp van politieke mechanismen; en (b) het principe van ontologisch en epistemologisch pluralisme – de oplossing voor SP moet niet te ontologisch en epistemologisch veeleisend zijn