Wat is het probleem en wat is er tot nu toe over bekend?
Patiënten met inflammatoire darmziekten (IBD), waartoe colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn behoren, ondervinden problemen met de buik, zoals hevige pijn, verstopping van de darmen of bloedingen. Bij sommige patiënten is de ziekte ernstig genoeg om te moeten worden behandeld met geneesmiddelen die de functie van tumornecrosefactor (TNF), een eiwit dat betrokken is bij ontstekingen, blokkeren. Hoewel TNF-blokkerende medicijnen bij veel patiënten effectief zijn voor de IBD-symptomen, ontwikkelen sommige patiënten verontrustende huidproblemen die ertoe leiden dat ze stoppen met het TNF-blokkerende medicijn. Deze huidproblemen zijn onder andere psoriasis en eczeem. Hoe vaak huidproblemen bij deze patiënten ontstaan en of ze kunnen worden behandeld zonder te stoppen met het TNF-blokkeringsmedicijn is niet bekend.
Waarom hebben de onderzoekers deze specifieke studie gedaan?
Om te achterhalen hoe vaak huidproblemen bij deze patiënten ontstaan en of ze kunnen worden behandeld zonder te stoppen met de TNF-blokkeringsmedicijnen.
Wie werd onderzocht?
917 patiënten met IBD die een therapie met een TNF-blokkerend geneesmiddel begonnen.
Hoe werd het onderzoek uitgevoerd?
De artsen volgden de patiënten nauwgezet en vroegen hen regelmatig naar huidproblemen. Patiënten met huidproblemen werden doorverwezen naar een dermatoloog met ervaring op dit gebied. De onderzoekers bekeken de dossiers van deze patiënten om te zien hoe vaak huidproblemen voorkwamen, of ze met succes werden behandeld, en of de TNF-blokkerende geneesmiddelen werden gestopt. Ze onderzochten ook het bloed van sommige patiënten om te bepalen welke genen werden gevonden bij patiënten die wel of geen huidproblemen ontwikkelden.
Wat vonden de onderzoekers?
Bijna een derde van de patiënten ontwikkelde huidproblemen terwijl ze werden behandeld met een TNF-blokkerend geneesmiddel. De tijd tussen de start van het TNF-blokkeringsmedicijn en het verschijnen van het huidprobleem varieerde van minder dan een half jaar tot meer dan 4 jaar. Bijna 20% van de patiënten met huidletsels had geen specifieke behandeling nodig voor deze letsels; van degenen die dat wel hadden, had ongeveer de helft alleen huidcrèmes nodig. Een klein aantal moest pillen nemen om de huidlaesies onder controle te houden. De meeste patiënten reageerden goed op de behandeling van hun huidprobleem. Ongeveer 10% van de patiënten die huidproblemen ontwikkelden, stopten echter met de TNF-blokkerende behandeling vanwege dit probleem. De onderzoekers ontdekten dat sommige genen vaker aanwezig leken te zijn bij patiënten die huidproblemen ontwikkelden, en verdere studie is gepland om te zien of deze informatie nuttig kan zijn bij het begrijpen en behandelen van het probleem.
Wat waren de beperkingen van de studie?
Het soort huidproblemen dat werd bestudeerd, kan voorkomen bij IBD zelf, zelfs zonder het gebruik van TNF-blokkerende medicijnen. Hoewel huidlaesies werden gezien in associatie met TNF-blokkerende medicijnen, kan dit soort onderzoek niet vaststellen of de laesies werden veroorzaakt door de medicijnen, de ziekte van de patiënten, of beide.
Wat zijn de implicaties van het onderzoek?
Patiënten met IBD die worden behandeld met TNF-blokkerende medicijnen moeten het hun arts vertellen als zij huidproblemen ontwikkelen. Evaluatie en behandeling van deze huidproblemen kan voor veel patiënten effectief zijn, en de meeste patiënten lijken in staat om door te gaan met de TNF-blokkerende behandeling.