Vakkennis

Glossary

Foneem – De kleinste eenheid van geluid. Er zijn ongeveer 44 fonemen in het Engels (dit hangt af van de verschillende accenten). Fonemen kunnen worden samengevoegd om woorden te maken.

Grapheme – Een manier om een foneem op te schrijven. Grafeem kan bestaan uit 1 letter bijv. p, 2 letters bijv. sh, 3 letters bijv. tch of 4 letters bijv. ough.

GPC – Dit is de afkorting van Grapheme Phoneme Correspondence. Een GPC kennen betekent een foneem kunnen koppelen aan een grafeem en omgekeerd.

Digraaf – Een grafeem dat uit twee letters bestaat en dat slechts één klank (foneem) voortbrengt.

Trigraaf – Een grafeem dat uit drie letters bestaat en dat slechts één klank (foneem) voortbrengt.

Oral Blending – Hierbij gaat het erom fonemen te horen en ze te kunnen samenvoegen om een woord te vormen. Kinderen moeten deze vaardigheid ontwikkelen voordat ze in staat zijn geschreven woorden samen te voegen.

Blending- Dit houdt in dat ze naar een geschreven woord kijken, naar elk teken kijken en hun kennis van GPC’s gebruiken om uit te zoeken welk foneem elk teken vertegenwoordigt en vervolgens deze fonemen samenvoegen om een woord te maken. Dit is de basis van het lezen.

Oraal Segmenteren – Dit is het horen van een heel woord en het dan opsplitsen in de fonemen waaruit het woord bestaat. Kinderen moeten deze vaardigheid ontwikkelen voordat ze woorden kunnen segmenteren om ze te spellen.

Segmenteren – Dit houdt in het horen van een woord, het opsplitsen in de fonemen waaruit het bestaat, het gebruiken van kennis van GPC’s om uit te zoeken welke grafeem die fonemen vertegenwoordigen en vervolgens het opschrijven van die grafeem in de juiste volgorde. Dit is de basis van de spelling.

Fase 1 – Subjectkennis

Fase 1 is absoluut van vitaal belang. Het is de enige fase die niet mag eindigen. Deze vaardigheden moeten verder ontwikkeld worden gedurende KS1 en KS2. Fase 1 ontwikkelt het vermogen van kinderen om naar geluiden te luisteren, ze te maken, te onderzoeken en erover te praten. Deze fase is opgesplitst in 7 aspecten die worden verkend en ontwikkeld door middel van spelletjes.

Fase 2 – Subject Knowledge

GPC’s moeten op systematische wijze worden geïntroduceerd.

Set 1 – s a t p

Set 2 – i n m d

Set 3 – g o c k

Set 4 – ck e u r

Set 5 – h b f ff l ll ss

Het is heel belangrijk dat je deze fonemen duidelijk en correct uitspreekt. Als u dat niet doet, kunnen kinderen het erg moeilijk vinden om ze samen te voegen.

Wanneer u GPC’s introduceert, zorg er dan voor dat u ze introduceert met de klanken, plaatjes, handelingen en veel oefening voor het vormen van de letter. U kunt de letter vormen met een vinger in de lucht, op de palm van de hand, op de rug van een ander kind, op een ruw oppervlak zoals de vloer. Al deze ervaringen zullen moeten komen voordat geprobeerd wordt de letter op een whiteboard of stuk papier te schrijven.

Fase 3 – Subject Knowledge

Fase 3 gaat op dezelfde manier verder als fase 2 en introduceert meer nieuwe GPC’s. Aan het eind van fase 3 kennen de kinderen één manier om elk van de 44 fonemen op te schrijven.

Set 6 – j v w x

Set 7 – y z zz qu

Consonante bigrammen – ch sh th ng

Klinker bigrammen (en trigrammen) ai ee igh oa oo ar of ur ow oi oor air ure er

Zorg ervoor dat u goed weet wat de term CVC betekent. Het verwijst naar woorden met een medeklinkerfoneem, een klinkerfoneem en dan een medeklinkerfoneem – het verwijst niet naar letters. Daarom zijn heet, bed, boot en schip allemaal CVC-woorden, maar koe en speelgoed niet.

Phase 4 – Subject Knowledge

De belangrijkste uitdaging in deze fase is de kinderen te helpen woorden met aangrenzende medeklinkers, bv. truck, help, te mengen en te segmenteren. Deze aangrenzende medeklinkerfonemen kunnen allebei worden gehoord als je het woord zegt, waardoor ze verschillen van een bigram, waarbij er twee letters zijn die slechts één klank maken. Wees voorzichtig, veel mensen halen ze door elkaar, ook sommige uitgevers.

Kinderen met spraak- en taalmoeilijkheden kunnen fase 4 erg lastig vinden. Als kinderen moeite hebben om alle klanken in een woord te horen, moedig ze dan aan om na te denken over de bewegingen die hun mond maakt. In spiegels kijken kan hierbij helpen.

Phase 5a (Week 1-4) – Subject Knowledge

Deze 4 weken introduceren een aantal nieuwe GPC’s op dezelfde manier als in de vorige fasen. Vijf van deze GPC’s staan bekend als gesplitste bigrammen. Het zijn a_e, e_e, i_e, o_e, u_e. Deze werden vroeger onderwezen als magische e, maar nu wordt aanbevolen dat kinderen ze op dezelfde manier leren herkennen als andere grafen, maar gewoon uitleggen dat in deze specifieke grafen de twee letters als een team werken, maar dat ze niet direct naast elkaar staan.

Phase 5b (Weken 4-7) – Subject Knowledge

Deze 3 weken introduceren het idee dat sommige grafen op meer dan een manier kunnen worden uitgesproken. Het ch-grafeem kan bijvoorbeeld op elk van deze manieren worden uitgesproken: check, chef en school. Dit is een essentiële les voor kinderen om te leren en ze moeten leren dit toe te passen in hun lezen. Zorg ervoor dat u het lezen van een woord modelleert door de meest voor de hand liggende fonemen uit te klinken en ze dan samen te voegen. Als het geen zin heeft, laat dan zien of er alternatieve uitspraken zijn voor elk woordgroepje. Probeer het woord met de alternatieve uitspraak uit te klinken en samen te voegen. Is het nu duidelijk? Dit kan voor sommige kinderen een hele sprong zijn, omdat ze moeten beseffen dat Engels niet zo eenvoudig is als het ooit leek. Maar het kan ook heel stimulerend zijn om te weten dat, als een woord de eerste keer niet logisch is, dat niet betekent dat ze niet terug kunnen gaan om het zelf uit te zoeken.

Fase 5c (Weken 8-30)

Dit deel van fase 5 gaat over leren dat sommige fonemen meer dan één spelling hebben (in feite hebben sommige van de echt lastige fonemen heel veel verschillende spellingen). In het verleden hebben sommige mensen op dit punt de handdoek in de ring gegooid en besloten dat het geen zin heeft om het te onderwijzen, omdat er geen rijm en reden is voor de spelling van deze fonemen. Feit is dat er veel meer rijm en reden zit in de spelling die we voor deze fonemen gebruiken dan de meeste mensen beseffen. We kunnen kinderen zeker leren hoe ze deze fonemen het best kunnen spellen. Die zijn niet altijd onfeilbaar, maar kinderen blijven zo met veel minder ‘lastige’ spellingen zitten die ze dan maar op een andere manier moeten leren. Het is belangrijk dat kinderen deze regels zelf proberen te ontdekken door onderzoekende spelletjes te spelen en naar patronen te zoeken. Ik heb veel van deze patronen, regels en best guesses hieronder beschreven

Alternatieve spelling – Fase 5c.

Fase 6 – Subject Knowledge

Fase 6 versterkt veel van wat de kinderen in fase 5 hebben geleerd, helpt hen een groter automatisme bij het lezen te ontwikkelen, en begint met het onderzoeken van spellingregels en -conventies, bijv.

Hoe past fonetiek in het grote geheel van het leesonderwijs?

Fonetiek is eenvoudigweg de code die geschreven taal omzet in gesproken taal en vice versa. Het is een belangrijke eerste stap om kinderen te leren lezen, maar het is verre van het hele plaatje. Fonetiek werkt alleen in een omgeving waar spreek- en luistervaardigheid worden bevorderd en ontwikkeld. Kinderen moeten ook regelmatig worden blootgesteld aan een breed scala van kwaliteitsteksten. Ze moeten regelmatig worden voorgelezen. Regelmatig, goed gepland begeleid lezen is van essentieel belang en leesvaardigheid moet ook expliciet worden onderwezen in gedeelde leessessies binnen de alfabetiseringslessen.

Zodra kinderen fase 6 bereiken, werken we eraan hen te helpen af te stappen van het mengen en segmenteren en het ontwikkelen van automatisme in hun lezen. We kunnen dan nog meer aandacht besteden aan het ontwikkelen van alle andere gebieden van het lezen die onderwezen moeten worden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.