Onderzoek doen is een veeleisende en arbeidsintensieve bezigheid, en misschien niet alleen vanuit intellectueel oogpunt. Denk bijvoorbeeld aan archeologen die urenlang een klein overblijfsel uit onze geschiedenis opgraven, of speleologen en hun nauwgezette analyse van de morfologie van grotten. Het studietraject dat tot een beroepskwalificatie leidt, is lang en de loopbaanperspectieven zijn beperkt en vaak financieel niet lonend. Het is niet ongebruikelijk te horen van onderzoekers die hun lot betreuren, of van mensen die zich zorgen maken over mogelijke bezuinigingen op de onderzoeksbudgetten. Waarom doen we dan onderzoek?
Waarom onderzoek doen? Uit nieuwsgierigheid
Zoals de Griekse filosoof Aristoteles ons voor het eerst leerde, heeft de mens zich altijd afgevraagd wat de zin van zijn eigen bestaan is en getracht de hem omringende wereld te begrijpen en te ontcijferen, geleid door een onfeilbaar en aangeboren wapen: de wil tot weten. Nieuwsgierigheid, als het instinct om onze nieuwsgierige verlangens met betrekking tot de aard van voorwerpen en verschijnselen te bevredigen, is de brandstof waarop de wetenschap en de menselijke studie draaien: haar wortels liggen in de wil om de oneindige dimensies van onze werkelijkheid te doorgronden en het is in het zoeken naar antwoorden op problemen (waarvan vele geen praktische toepassingen hebben) dat de grootste ontdekkingen en vernieuwingen worden gedaan.
Om groei te stimuleren
Onderzoek is de motor van vooruitgang en ontwikkeling voor het individu en de samenleving in het algemeen. Zoals de geschiedenis van de mensheid ons leert, is onderzoek ook gericht op het nastreven van kennis die concrete toepassingen heeft in ons dagelijks leven en nuttig is voor het economisch welzijn en de verbetering van de levenskwaliteit. Daarom wordt op internationaal niveau zoveel aandacht besteed aan openbare en particuliere investeringen in onderzoek: hoewel dit onderzoek slechts een klein deel van de economische output vertegenwoordigt, leidt het tot de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten die op hun beurt werkgelegenheid en groei genereren. De Europese Unie heeft zich tot doel gesteld de investeringen in onderzoek tegen 2020 op 3% van de totale economische output te brengen. Als dit doel wordt bereikt, zou dit als onmiddellijk gevolg hebben dat er in alle sectoren van de economie en de samenleving 3,7 miljoen nieuwe banen worden gecreëerd en dat de jaarlijkse economische output tegen 2025 met bijna 800 miljard euro toeneemt.
Om naar de toekomst te kijken
Ons land,Om naar de toekomst te kijken en de hele wereldeconomie, maakt een zware crisis door. We weten dit omdat we het in ons dagelijks leven ervaren. In het verleden hebben innovaties die voortvloeiden uit nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen, samenlevingen geholpen om uit een economische crisis te komen. Groei en ontwikkeling zijn zelf gebaseerd op die factoren die ons in staat stellen naar de toekomst te kijken: onderwijs en opleiding enerzijds, onderzoek en ontwikkeling anderzijds. Door te zorgen voor onderwijs en opleiding van een constant hoge kwaliteit kan een land zijn cultuurniveau verhogen en zo de werkgelegenheidsvooruitzichten voor zijn inwoners verbeteren, en door te investeren in onderzoek kan het innovatie stimuleren. Ontdekkingen door bedrijfs- en academische onderzoeksinstellingen, op tal van kennisgebieden, waaronder de fysica en de biowetenschappen, leiden tot het ontstaan van nieuwe technologieën op het gebied van energie, informatie en voeding. Deze ontdekkingen zullen vorm geven aan de wereld waarin wij morgen en in de toekomst zullen leven.
Onderzoek is dus een belangrijke investering, zowel uit cultureel als uit economisch oogpunt. Natuurlijk zijn de redenen om grote sommen geld te steken in projecten zonder onmiddellijke afzetmogelijkheid niet altijd duidelijk. Maar soms spreekt de ervaring voor zich. Neem bijvoorbeeld het CERN in Genève, waarvan het onderzoek niet beperkt blijft tot neutrino’s en de andere subatomaire deeltjes waaruit het universum is opgebouwd: de hoge-energiefysica heeft belangrijke toepassingen opgeleverd in de sociale wetenschappen, de informatietechnologie en de gezondheidszorg. Het is dankzij het werk van onderzoekers, die gebruik maken van de middelen die hun ter beschikking worden gesteld door openbare en particuliere structuren zoals CERN, dat sommige van de hoogtechnologische apparaten die wij dagelijks gebruiken, voor het eerst tot stand zijn gekomen. Voorbeelden? Het World Wide Web, e-boeken, touch-screen technologie of, op medisch gebied, beeldvorming door magnetische resonantie en de biomedische beeldvormingsarchieven die gebruikt worden bij het formuleren van diagnoses.
Het onderzoek is dus niet iets dat alleen degenen aangaat die er zich rechtstreeks mee bezighouden: het is van fundamenteel belang voor onze samenleving, niet alleen in cultureel maar ook in praktisch opzicht. Bijdragen aan het onderzoek betekent kijken naar de toekomst en actief deelnemen aan de opbouw ervan.