Waarom Soy is Bad for You and the Planet

De media hebben deze dagen nieuws voor u: Overgewicht? Probeer soja! Opvliegers? Eet soja! Vlekkerige huid? Smeer je in met soja! Lactose intolerant? Soja!

Met alle reclames op TV en alle producten die overal opduiken, zou je denken dat sojavoeding het antwoord is op alles wat je kwelt. Maar ondanks de goed opgezette, dure PR-campagne, is soja geen gezondheidsvoedsel, en mensen moeten weten welke ravage het heeft aangericht op zowel ons lichaam als het milieu.

Een korte geschiedenis van soja

Het is pas zeer recent in onze geschiedenis dat mensen verwerkte sojavoedingsmiddelen en sojaolie hebben gegeten. Op grote, commerciële schaal geteeld door de Amerikaanse agro-industrie in de jaren ’50 en ’60, werd de soja-industrie in de jaren ’70 en ’80 geplaagd door opkomend bewijs dat de consumptie van sojaolie de immuniteit verlaagde, de vatbaarheid voor infectieziekten verhoogde en kanker bevorderde.

Tegzelfdertijd kregen de hoge pieten in de soja-industrie het lumineuze idee dat als ze de concurrentie konden demoniseren door verzadigde vetten zoals reuzel en kokosolie de oorzaak te doen lijken van hartaandoeningen – ’s lands nummer één moordenaar – mensen niet veel aandacht zouden besteden aan de negatieve bevindingen die over sojaolie naar buiten kwamen.

Beginnend in het midden van de jaren 1980, begon de soja-olie-industrie een multi-miljoen dollar anti-verzadigde vettencampagne. Verzadigde vetten verhogen het cholesterolgehalte, zeiden ze, en een hoog cholesterolgehalte veroorzaakt hartziekten. De tropische oliën (kokosnoot-, palm- en palmpitolie) werden aangewezen als de ergste overtreders vanwege hun hoge gehalte aan verzadigde vetten.

Enkele, maar niet alle, verzadigde vetten kunnen het totale cholesterol verhogen, (kokosnoot- en palmolie doen dat NIET) maar er is geen solide bewijs dat een hoog cholesterolgehalte daadwerkelijk hartziekten veroorzaakt. Daarom wordt een hoog cholesterolgehalte alleen beschouwd als een “risicofactor” en niet als een oorzaak. In feite lijkt het erop dat een hoog cholesterolgehalte een beschermende reactie in het lichaam kan zijn tegen gevaarlijke ontstekingen – die wel degelijk hartziekten veroorzaken.

Maar dat heeft de soja-industrie niet tegengehouden. De soja-industrie gaf misleidende informatie aan goedgelovige consumentengroeperingen zoals The Center for Science in the Public Interest (CSPI), die werden overgehaald om hun eigen campagnes tegen verzadigde vetten te beginnen.

Deze vooraanstaande organisaties plaatsten anti-verzadigde vetten advertenties in de media, publiceerden nieuwsbrieven, tijdschriftartikelen en boeken, en lobbyden voor politieke actie tegen het gebruik van tropische oliën en andere verzadigde vetten.

Doordat het grootste deel van de aanval kwam van zogenaamd onpartijdige derden, had hun boodschap meer impact. Mensen werden overtuigd van hun afkeer van verzadigde vetten en de tropische oliën die zij al honderden of zelfs duizenden jaren veilig gebruikten.

Restaurants en levensmiddelenfabrikanten, gevoelig voor de angst van hun klanten, begonnen deze vetten uit hun voedsel te verwijderen en te vervangen door plantaardige oliën. De consumptie van tropische oliën en verzadigde vetten daalde, terwijl de verkoop van sojaolie omhoog schoot. In de Verenigde Staten was sojaolie al snel goed voor ongeveer 80% van alle geconsumeerde plantaardige olie.

Tijdens deze periode heeft de soja-industrie gemakshalve verzuimd het publiek te vertellen dat de verzadigde vetten niet werden vervangen door gewone plantaardige olie, maar door gehydrogeneerde sojaolie!

Terwijl palmolieplantages inderdaad verantwoordelijk zijn voor ontbossing, veroorzaakt de soja-industrie meer vernietiging voor het milieu dan waarschijnlijk elk ander gewas op de planeet.Click to Tweet

Gehydrogeneerde sojaolie bevat giftige transvetzuren en is veel schadelijker voor het hart dan elk ander vet. Transvetten zijn ook in verband gebracht met tal van andere gezondheidsproblemen, waaronder diabetes, kanker en verschillende auto-immuunziekten. In termen van gezondheid is transvet absoluut het slechtste vet dat je zou kunnen consumeren.

De soja-industrie was zich bewust van veel van de schadelijke effecten die geassocieerd worden met gehydrogeneerde plantaardige oliën en transvetten, maar ze slaagden erin om alle verzadigde vetten te demoniseren, inclusief gezonde kokosnoot- en palmoliën, omwille van de winst. Het plan was een overweldigend financieel succes.

In de volgende twee decennia vonden gehydrogeneerde plantaardige oliën hun weg in meer dan 40 procent van alle voedingsmiddelen in de schappen van de supermarkt, wat neerkomt op ongeveer 40.000 verschillende producten. De consumptie van gehydrogeneerde sojaolie nam dramatisch toe, en daarmee ook een groot aantal ziekten waarvan nu bekend is dat ze in verband worden gebracht met transvetten.

Met het groeiende bewustzijn van de gevaren van transvetten in gehydrogeneerde plantaardige oliën en de baanbrekende aankondiging in 2002 van het Amerikaanse Institute of Medicine dat “geen enkel niveau van transvetten veilig is in de voeding,” keren tropische oliën terug.

Zorgvuldige herziening van eerder onderzoek en meer actuele medische studies hebben de tropische oliën vrijgesproken van de bewering dat ze hartziekten bevorderen. In feite blijken ze te helpen beschermen tegen hartaandoeningen, evenals veel van de andere ziekten waarvan nu bekend is dat ze verband houden met gehydrogeneerde plantaardige oliën.

Ze zijn wat we nu “goede vetten” noemen.”

Veel restaurants en levensmiddelenfabrikanten vervangen nu hun gehydrogeneerde sojaolie door palmolie. Bijgevolg daalt de verkoop van sojaolie. In een poging om hun winsten te beschermen, heeft de soja-industrie haar toevlucht genomen tot twee strategieën: 1) hun markt diversifiëren met nieuwe sojaproducten zoals margarine, sojamelk, “voedings “repen, eiwitpoeders, pseudovlees, veevoeder, biobrandstof, en meer, en 2) terugkeren naar het demoniseren van de concurrentie om hun producten meer aanvaardbaar te maken.

Desperate om een alternatief aanvalsmiddel te vinden, heeft de soja-industrie een nieuwe bondgenoot gevonden in zeer vocale, politiek actieve milieugroepen. Gevoed door financiële steun en misleidende gegevens van de soja-industrie, hebben sommige milieugroeperingen nu een oorlog tegen palmolie ontketend met als argument dat de palmteelt het milieu vernietigt.

Zij beweren dat de regenwouden met de grond gelijk worden gemaakt om plaats te maken voor palmplantages, waardoor de ecologie wordt vernietigd en bedreigde diersoorten, zoals de orang-oetan, op de rand van uitsterven worden gebracht.

Iedereen met enig gevoel van verantwoordelijkheid voor het milieu zou door dit argument worden overtuigd, en met goede reden. Het probleem is echter dat, terwijl palmolieplantages inderdaad verantwoordelijk zijn voor ontbossing, de soja-industrie meer schade toebrengt aan het milieu dan waarschijnlijk enig ander gewas op de planeet.

Soja en het milieu

In de tijd die het kost om dit hele artikel te lezen, zal een gebied van het Braziliaanse Amazonewoud dat groter is dan 200 voetbalvelden zijn vernietigd, veel ervan voor de sojateelt, waarvan een groot deel wordt gevoerd aan vee.

Heden ten dage sluiten sojaproducenten op industriële schaal zich aan bij houthakkers en veeboeren in het versnellen van de vernietiging en verdere fragmentatie van de grote Braziliaanse wildernis. Tussen 2000 en 2005 verloor Brazilië meer dan 50.000 vierkante kilometer regenwoud – een groot deel daarvan voor de sojateelt.

De productie van sojabonen in het Braziliaanse Amazonegebied nam een hoge vlucht nadat in 1997 warmtetolerante variëteiten werden geïntroduceerd. In slechts tien jaar tijd bereikte de export van in het Amazonebekken geteelde sojabonen 42 miljoen ton per jaar. De totale jaarlijkse sojaproductie in Brazilië bedraagt vandaag ongeveer 85 miljoen ton, en Brazilië zal binnenkort de Verenigde Staten voorbijstreven als wereldleider op het gebied van sojaproductie.

Brazilië bezit ongeveer 30 procent van het resterende tropische regenwoud van de aarde. Het Amazonebekken produceert ruwweg 20 procent van de zuurstof op aarde, creëert veel van zijn eigen regenval, en herbergt honderdduizenden soorten, waarvan vele nog moeten worden ontdekt. Het Braziliaanse regenwoud is ’s werelds biologisch meest diverse habitat.

Bijna 20 procent van het Amazone regenwoud is al gekapt. In het huidige tempo van kappen voorspellen wetenschappers dat 40 procent van het Amazonegebied zal worden vernietigd en nog eens 20 procent zal worden aangetast binnen twee decennia. Als dat gebeurt, zal de ecologie van het bos uiteenvallen.

Intact produceert de Amazone de helft van zijn eigen regenval door het vocht dat het in de atmosfeer brengt. Als genoeg van die regen wordt weggehaald door kaalkap, drogen de overblijvende bomen uit en sterven af, de kwetsbare regenwoudbodem waait weg en het bos wordt een woestijn. Momenteel worden bomen moedwillig verbrand om open land te creëren voor de sojateelt. Daardoor is Brazilië een van ’s werelds grootste uitstoters van broeikasgassen geworden.

De decimering van het Amazonegebied gebeurt voor het grootste deel legaal. Zelfs de gouverneur van de staat Mato Gross, aan de rand van het Amazonebekken, maakt er deel van uit. Gouverneur Blairo Maggi is ’s werelds grootste producent van sojabonen, met een areaal van 350.000 hectare. Dat is ongeveer 547 vierkante mijl Amazone regenwoud dat is geëffend voor de sojateelt! Hij is slechts een van de vele industriële sojabedrijven in het gebied. In 2005 kende Greenpeace Maggi de Gouden Kettingzaag toe voor zijn rol in de nivellering van het regenwoud.

Maar het kappen en bewerken van het land voor de productie van sojabonen is slechts een deel van het probleem. De sojateelt vernietigt de habitat voor wilde dieren, waaronder bedreigde of onbekende soorten, en verhoogt de broeikasgassen die bijdragen aan de opwarming van de aarde.

Industriële sojateelt heeft grote hoeveelheden zuurneutraliserende kalk nodig, evenals synthetische meststoffen, pesticiden en herbiciden, die allemaal een gevaar voor het milieu vormen.

Toxische chemicaliën uit de sojaproductie vervuilen het bos, vergiftigen rivieren, vernietigen wilde dieren en veroorzaken geboorteafwijkingen bij mensen. En, in onontwikkelde landen, verstoort de sojaproductie het leven van inheemse stammen die afhankelijk zijn van het bos voor voedsel en onderdak, vervangt traditionele gewassen, en verplaatst de toegevoegde waarde van de verwerking van de lokale bevolking naar multinationale ondernemingen.

De vernietiging van het milieu veroorzaakt door de sojateelt is niet beperkt tot het Amazonegebied; het gebeurt overal ter wereld waar sojabonen worden geproduceerd.

In de VS alleen al, is meer dan 80 miljoen hectare land bedekt met sojabonen. Dat is honderdduizenden hectares ontbossing, vernietiging van habitats, overcultivering en vernietiging van bodems, en miljarden tonnen giftige chemicaliën die jaar na jaar in het milieu worden gespuwd, waardoor onze bodems en ons water worden verontreinigd en de wilde dieren en de menselijke gezondheid worden vernietigd.

En genetisch gemodificeerde soja werd speciaal ontwikkeld om bestand te zijn tegen de giftige stoffen, zodat boeren er nog meer pesticiden op konden spuiten zonder dat de opbrengst verminderde.

Meer dan 80% van alle sojabonen die in de VS worden verbouwd (en twee derde wereldwijd) zijn genetisch gemodificeerd om bestand te zijn tegen het herbicide glyfosaat, dat meestal wordt verkocht onder de handelsnaam Roundup. Omdat zoveel Roundup op deze gewassen wordt gebruikt, overschrijden de residugehalten in de geoogste gewassen ruimschoots wat tot voor kort de wettelijk toegestane limiet was. Om de technologie commercieel levensvatbaar te maken, moest de FDA de limiet voor residuen van glyfosaat die op het gewas mogen achterblijven, verdrievoudigen.

Vele wetenschappers hebben geprotesteerd dat het toestaan van verhoogde residuen aantoont dat bedrijfsbelangen een hogere prioriteit krijgen dan openbare veiligheid bij de FDA, maar de verhoogde niveaus zijn van kracht gebleven. Glyfosaat, dat zeer giftig is en geclassificeerd is als waarschijnlijk kankerverwekkend, kan nu gemakkelijk worden opgespoord in onze watervoorziening en in de bloedbaan van de meeste Amerikanen.

Industrisch geteelde sojabonen zijn aantoonbaar het meest milieuonvriendelijke landbouwgewas ter wereld.

Sojaolie vervangen door kokosolie of olijfolie is niet alleen een gezondere optie, maar het is ook een gewas dat relatief weinig schade toebrengt aan het milieu en waarmee talloze hectaren land kunnen worden gespaard van onnoemelijke milieuschade.

Sojabonen en gezondheid

Als het om soja gaat, doen we allemaal mee aan… een ‘groot, ongecontroleerd en in principe ongecontroleerd menselijk experiment.’Click to Tweet

Veel mensen geloven dat soja goed voor je is-een superfood zelfs. Aziaten eten immers soja, en zij behoren tot de gezondste mensen ter wereld, toch? Beweringen dat sojabonen al meer dan 3000 jaar een belangrijk deel uitmaken van het Aziatische dieet zijn gewoon niet waar.

In feite eten de mensen in China, Japan en andere landen in Azië relatief weinig soja, en ze eten het meestal alleen nadat het gedurende lange perioden is gefermenteerd, waardoor de gifstoffen die erin zitten worden vernietigd. Uit cijfers van de soja-industrie zelf blijkt dat de sojaconsumptie in China, Indonesië, Korea, Japan en Taiwan varieert van 9,3 tot 36 gram per dag. Dat komt overeen met een paar kleine blokjes tofu in een kom misosoep.

Soja is in Azië nooit beschouwd als een substituut voor dierlijke eiwitten.

In tegenstelling daarmee denken veel Amerikanen vandaag de dag niet aan het consumeren van een kopje tofu, een paar glazen sojamelk, handvol sojanoten, soja “energierepen,” en soja “vegetarische” hamburgers, allemaal op één dag!

Zuigelingen op soja formule krijgen het meest van allemaal, zowel in hoeveelheid als in verhouding tot het lichaamsgewicht. Soja is ook het belangrijkste ingrediënt in nep-vlees en zuivelproducten met namen als Silk, Soysage, Not Dogs, Fakin Bakin en Tofurkey.

Dan moet je ook nog rekening houden met de “verborgen” soja in de vorm van plantaardige olie, eiwitisolaat en sojalecithine die je vindt in meer dan 70% van alle verpakte voedingsmiddelen en zo ongeveer alles wat je in een fastfoodrestaurant zou vinden.

Het wordt gebruikt als vulmiddel in hamburgers, als plantaardige olie en als emulgator.

Het zit in chocoladerepen, saladedressing, macaroni en kaas, en kipnuggets.

Het wordt zelfs tweedehands ingenomen in het industrieel geproduceerde, feedlot vlees, zuivel en eieren van dieren die het grootste deel van hun leven GMO soja te eten kregen.

Het is tegenwoordig moeilijk om een product te vinden dat geen soja bevat!

“Zelfs als u elk etiket leest en kartonnen dozen vermijdt, zult u waarschijnlijk soja aantreffen in uw supplementen en vitamines (kijk uit voor vitamine E die is afgeleid van sojaolie), in voedingsmiddelen zoals tonijn in blik, soepen, sauzen, brood, vlees (geïnjecteerd onder de huid van gevogelte), en chocolade, en in dierenvoeding en lichaamsverzorgingsproducten,” schreef Mary Vance voor Terrain Magazine. “Het verbergt zich in tofuhonden onder aliassen zoals getextureerd plantaardig eiwit, gehydroliseerd plantaardig eiwit en lecithine – wat verontrustend is, aangezien de verwerking die nodig is om soja-eiwit te hydrolyseren tot plantaardig eiwit excitotoxinen produceert zoals glutamaat (denk aan MSG) en aspartaat (een bestanddeel van aspartaam), die de dood van hersencellen veroorzaken.”

Kortom, er is geen historisch precedent voor het eten van de grote hoeveelheden soja die nu worden geconsumeerd, en we nemen allemaal deel aan een experiment waarvan de uitkomst nog onduidelijk is.

Doordat wij Amerikanen er zoveel van eten, is het belangrijk om te begrijpen hoe soja ons kan beïnvloeden. Wat we wel weten over soja is een beetje alarmerend:

• Soja bevat zeer hoge niveaus van fytinezuur, dat de assimilatie van uw lichaam van calcium, magnesium, koper, ijzer en zink vermindert. Hoge fytaat diëten hebben groeiproblemen bij kinderen veroorzaakt.
• Twee hooggeplaatste Amerikaanse overheidswetenschappers, Drs. Daniel Doerge en Daniel Sheehan, hebben onthuld dat chemicaliën in soja het risico op hersenbeschadiging bij zowel mannen als vrouwen, en afwijkingen bij zuigelingen, kunnen verhogen.
• Proteaseremmers in soja verstoren de eiwitvertering en hebben ondervoeding, slechte groei, spijsverteringsproblemen en pancreatitis veroorzaakt.
• Lectinen en saponinen in soja kunnen lekkende darmen en andere gastro-intestinale en immuunproblemen veroorzaken.
• Wetenschappers weten al sinds het midden van de jaren 1940 dat fyto-oestrogenen in soja krachtig genoeg zijn om de vruchtbaarheid te beïnvloeden en zelfs oestrogeen-positieve borstkanker te bevorderen. Hoewel wetenschappers pas onlangs ontdekten dat soja het testosteronniveau verlaagt, is het bekend dat fyto-oestrogenen in soja de endocriene functie verstoren en zo krachtig zijn dat ze op de markt worden gebracht voor oudere vrouwen ter verlichting van opvliegers en andere symptomen van de menopauze. Als de hormonen in soja sterk genoeg zijn om opvliegers te verlichten, waarom zouden we het dan aan kinderen voeren?
• Soja-fyto-oestrogenen zijn krachtige antithyroïdiemiddelen die hypothyreoïdie kunnen veroorzaken en schildklierkanker kunnen veroorzaken. Bij zuigelingen is de consumptie van sojaformule in verband gebracht met auto-immuun schildklieraandoeningen.
• Vitamine B-12-analogen in soja worden niet geabsorbeerd en verhogen in feite de behoefte van het lichaam aan B-12.
• Sojavoedsel verhoogt de behoefte van het lichaam aan vitamine D.
• De verwerking van soja-eiwit resulteert in de vorming van giftige lysinoalanine en zeer kankerverwekkende nitrosamines.
• Vrij glutaminezuur of MSG, een krachtige neurotoxine, wordt gevormd tijdens de verwerking van sojavoedingsmiddelen en extra hoeveelheden worden toegevoegd aan veel sojavoedingsmiddelen.
• Verwerkte sojavoedingsmiddelen bevatten hoge gehalten aluminium, dat giftig is voor het zenuwstelsel en de nieren en sterk betrokken is bij de ziekte van Alzheimer.
• Archer Daniels Midland heeft onlangs zijn aanvraag bij de FDA voor de GRAS-status (Generally Recognized as Safe) voor soja-isoflavonen ingetrokken na een stortvloed van protesten uit de wetenschappelijke gemeenschap. De FDA heeft nooit de GRAS-status voor soja-eiwitisolaat goedgekeurd wegens bezorgdheid over de aanwezigheid van toxines en kankerverwekkende stoffen in verwerkte soja.
• Soja is een van de grootste vectoren voor de consumptie van glyfosaat of Roundup, een kankerverwekkende onkruidverdelger.

Laat u niet voor de gek houden: Soja is slecht voor u, en voor de planeet.

Sojaverwerking

Er is niets natuurlijks aan de moderne soja-eiwitproducten van vandaag; het zijn heel erg fabrieksmatig gemaakte pseudo-voedingsmiddelen. Getextureerd soja-eiwit, bijvoorbeeld, wordt gemaakt door ontvette sojabloem door een machine te persen die een extruder wordt genoemd, onder omstandigheden van zo’n extreme hitte en druk dat de structuur zelf van het soja-eiwit wordt veranderd.

De productie verschilt weinig van de extrusietechnologie die wordt gebruikt om verpakkingspinda’s op basis van zetmeel, industriële producten op basis van vezels en plastic speelgoed te produceren.

Voordat sojabonen op tafel komen, ondergaan ze een rigoureus proces om ze van hun olie te ontdoen. Hexaan of andere vluchtige oplosmiddelen op basis van aardolie worden eerst gebruikt om de olie van de bonen te scheiden, waardoor er sporen van deze giftige stoffen in het commerciële product achterblijven. Nadat de olie is geëxtraheerd, worden de ontvette vlokken gebruikt om soja-eiwitproducten te maken. Met uitzondering van volvette sojabloem, bevatten bijna alle sojaproducten sporen van kankerverwekkende oplosmiddelen.

Het proces om soja-eiwitisolaat (SPI) te maken, begint met ontvette sojameel, dat wordt gemengd met een bijtende alkalische oplossing om de vezels te verwijderen, en vervolgens wordt gewassen in een zure oplossing om het eiwit neer te slaan. De eiwitwrongel wordt vervolgens in een andere alkalische chemische oplossing gedompeld en bij extreem hoge temperaturen gesproeidroogd. SPI wordt dan vaak tot eiwitvezels gesponnen met behulp van technologie ontleend aan de textielindustrie.

Deze raffinageprocessen verbeteren de smaak en verteerbaarheid, maar vernietigen de vitamine-, mineralen- en eiwitkwaliteit, en verhogen de niveaus van kankerverwekkende stoffen zoals nitrosaminen.

Soja-eiwitisolaat verschijnt in zoveel producten dat consumenten nooit zouden raden dat de Federation of American Societies for Experimental Biology (FASEB) in 1979 verordonneerde dat het enige veilige gebruik voor SPI’s was voor sealers voor kartonnen verpakkingen.

Soja en allergieën

Veel mensen weten niet dat soja tot de top acht allergenen behoort die onmiddellijke overgevoeligheidsreacties veroorzaken, zoals hoesten, niezen, loopneus, netelroos, diarree, slikproblemen en anafylactische shock.

Tijdelijke allergische reacties komen nog vaker voor en treden op van enkele uren tot enkele dagen nadat het voedsel is gegeten. Deze zijn in verband gebracht met slaapstoornissen, bedplassen, sinus- en oorinfecties, chagrijnigheid, gewrichtspijn, chronische vermoeidheid, gastro-intestinale ellende, en andere mysterieuze symptomen.

Hoewel ernstige reacties op soja zeldzaam zijn in vergelijking met reacties op pinda’s, noten, vis en schaaldieren, is soja onderschat als oorzaak van voedselanafylaxie.

Soja-allergieën nemen toe om drie redenen: het toenemende gebruik van soja zuigelingenvoeding, de toename van soja-bevattende voedingsmiddelen in supermarkten, en de mogelijkheid van de grotere allergeniciteit van genetisch gemodificeerde sojabonen.

Volgens Monsanto’s eigen tests bevatten Roundup Ready genetisch gemanipuleerde sojabonen, vergeleken met normale sojabonen, 29 procent minder van de hersenvoedingsstof choline, en 27 procent meer trypsine-inhibitor – het potentiële allergeen dat interfereert met de eiwitvertering.

Sojaproducten worden vaak voorgeschreven en geconsumeerd vanwege hun fyto-oestrogeengehalte, maar volgens de tests van het bedrijf hebben de genetisch gewijzigde sojabonen lagere niveaus van fenylalanine, een essentieel aminozuur dat de niveaus van fyto-oestrogenen beïnvloedt.

En niveaus van lectines, die hoogstwaarschijnlijk de boosdoener zijn bij soja-allergieën, zijn bijna het dubbele in de genetisch gemanipuleerde variëteit.

Soja en hormonen

Mensen en dieren lijken het meest kwetsbaar te zijn voor de effecten van soja-oestrogenen prenataal, tijdens de kindertijd en de puberteit, tijdens de zwangerschap en het geven van borstvoeding, en tijdens de hormonale verschuivingen van de menopauze. Van al deze groepen lopen zuigelingen met sojaformule het grootste risico vanwege hun kleine omvang en ontwikkelingsfase, en omdat flesvoeding hun belangrijkste voedingsbron is.

In de jaren sinds sojaformule op de markt is, hebben ouders en kinderartsen melding gemaakt van een groeiend aantal jongens bij wie de lichamelijke rijping vertraagd is of helemaal niet plaatsvindt.

Borsten, onderontwikkelde geslachtsklieren, niet-afgegroeide testikels (cryptorchidisme), en steroïde insufficiënties komen steeds vaker voor. Het aantal zaadcellen daalt ook. Vanwege de oestrogenen in soja zouden vooral mannen en jongens weinig tot geen soja moeten eten.

Sojaformule is ook slecht nieuws voor meisjes. Door de toename van oestrogenen in het milieu en de voeding, komt een alarmerend aantal meisjes veel eerder in de puberteit dan normaal. Eén procent van de meisjes vertoont nu tekenen van puberteit, zoals borstontwikkeling of schaamhaar, voor de leeftijd van drie.

Op de leeftijd van acht jaar had 14,7 procent van de Kaukasische meisjes en 48,3 procent van de Afro-Amerikaanse meisjes één of beide van deze kenmerken. Het feit dat zwarten vroeger in de puberteit komen dan blanken is geen raciaal verschil maar een recent fenomeen.

De meeste deskundigen wijten deze epidemie van “vroegrijpe puberteit” aan oestrogenen in het milieu afkomstig van plastic, pesticiden, commercieel vlees, enzovoort, maar sommige pediatrische endocrinologen geloven dat soja een belangrijke bijdrage levert. Van alle oestrogenen die in het milieu worden aangetroffen, is soja de meest waarschijnlijke verklaring voor het feit dat Afro-Amerikaanse meisjes zo vroeg de puberteit bereiken.

Sinds de oprichting in 1974 heeft het Women, Infants and Children (WIC) programma van de federale overheid gratis zuigelingenvoeding verstrekt aan tienermoeders en andere moeders met een laag inkomen, terwijl het er niet in slaagde borstvoeding aan te moedigen. Vanwege vermeende of werkelijke lactose-intolerantie, hebben zwarte baby’s veel meer kans om soja-voeding te krijgen dan blanke baby’s.

De meeste angsten betreffende soja-voeding zijn gericht op oestrogenen. Er zijn ook andere problemen, met name veel hogere niveaus van aluminium, fluoride en mangaan dan worden gevonden in hetzij moedermelk of zuivel formules. Deze metalen zijn bijproducten van de verwerking van soja en alle drie hebben ze het potentieel om de ontwikkeling van de hersenen negatief te beïnvloeden.

Hoewel sporen van mangaan van vitaal belang zijn voor de ontwikkeling van de hersenen, zijn toxische niveaus, opgelopen door inname van sojavoeding tijdens de kindertijd, gevonden bij kinderen die lijden aan aandachtstekortstoornissen, dyslexie, en andere leerproblemen.

Toch blijft men geloven dat soja hormonen “veilig” zijn omdat ze “zwak” en “natuurlijk” zijn.

Hoewel de soja-industrie beweert dat soja oestrogenen 10.000 tot 1.000.000 keer zwakker zijn dan het menselijke oestrogeen oestradiol, is het correcte cijfer slechts 1.200 keer zo zwak. Hoewel dit nog steeds vrij zwak klinkt, is het dat niet – vanwege de hoeveelheid van deze oestrogenen die worden ingenomen door zuigelingen op soja-formule, en door kinderen en volwassenen die elke dag soja eten in meerdere verborgen vormen, inclusief in vlees van veeboeren en industrieel geproduceerde eieren.

Amerikanen consumeren veel meer soja fyto-oestrogenen (isoflavonen genoemd) dan ooit deel uitmaakten van een traditioneel dieet in Azië. De gemiddelde inname van isoflavonen in China voor volwassenen is 3 milligram, of 0,05 mg per kilogram lichaamsgewicht. In Japan variëren de cijfers van 10 tot 28 mg, of 0,17 tot 0,47 mg isoflavonen per kg lichaamsgewicht. Daarentegen krijgen zuigelingen die sojavoeding krijgen gemiddeld 38 mg isoflavonen, wat neerkomt op een schokkende 6,25 mg/kg lichaamsgewicht!

De juiste soja

Het is niet waar dat als een beetje soja goed is, een heleboel beter moet zijn. Voor soja geldt dat de dosis het vergif maakt. De Aziaten hebben honderden jaren geleden geleerd dat de enige manier om veilig soja te eten is om het te fermenteren, waardoor de fytaten worden verwijderd en de trypsineremmers worden verminderd. (In tegenstelling tot andere bonen, zal weken, en zelfs koken, dit niet doen.)

Dus, als je ervoor kiest om soja te eten, zul je het meeste voordeel vinden van het eten van kleine hoeveelheden biologisch geteelde, volwaardige, gefermenteerde soja, zoals echte sojasaus, miso, tempeh, of natto, de manier waarop Aziatische mensen veilig soja hebben genoten voor millennia.

De bottom line is als het gaat om soja, we doen allemaal mee aan wat Daniel M. Sheehan, voormalig senior toxicoloog bij het National Center for Toxicological Research van de FDA, een “groot, ongecontroleerd en in principe ongecontroleerd menselijk experiment” heeft genoemd.”

En alsof dat nog niet eng genoeg was, is de sojateelt – in het bijzonder genetisch gemanipuleerde soja – een van de meest verwoestende dingen die we het milieu kunnen aandoen.

Een van de beste manieren om de kankerverwekkende chemische residuen en xeno-oestrogenen in soja te vermijden (en te voorkomen dat je ook deelneemt aan de milieuschade die soja veroorzaakt) is om zo vaak mogelijk heel, onbewerkt voedsel te eten, en te kiezen voor grasgevoerd vlees, zuivel en eieren van boerderijen die hun vee niet voeden met GGO-soja.

Je kunt bronnen voor sojavrij vlees, zuivel en eieren hier en hier vinden.

Bronnen

• The Whole Soy Story: The Dark Side of America’s Favorite Health Food
• Soy: The Dark Side of America’s Favorite “Health” Food
• A Word About Soy
• Zorgen GMO’s voor een toename van allergieën?
• De gevaren van het voeden van kinderen met soja
• Waarschuwingen voor het gevaar van sojamelk; Studie Edinburgh belicht
• Bestanddeel in sojaproducten veroorzaakt voortplantingsproblemen bij laboratoriummuizen
• Onbebossing in het Amazonegebied
• Sojabonenteelt als bedreiging voor het milieu in Brazilië
• De sojamotor – ontbossing en landjepik in Brazilië