Wat is caseïne?
Caseïne is de naam die gegeven is aan een groep verwante eiwitten die voorkomen in melk van zoogdieren. Het woord “caseïne” komt van het Latijnse woord caseus, dat “kaas” betekent, wat logisch is aangezien caseïne een van de belangrijkste chemische stoffen in kaas is. Kaas wordt gemaakt door caseïne te laten stremmen, meestal door melk aan te zuren en het enzym stremsel toe te voegen om het eiwit te laten stremmen. Caseïne wordt ook gebruikt als bindmiddel om veiligheidslucifers te maken, als voedingsadditief (eiwitsupplement), om een sneldrogende wateroplosbare verf te maken, voor lijm en kunststoffen, en om tandglazuur te remineraliseren.
Caseïne maakt 80% uit van de eiwitten in koemelk en 20%-45% van de eiwitten in menselijke melk. Deze eiwitten zijn allemaal fosfoproteïnen, die een hoog aantal proline-residuen (een aminozuur) bevatten en geen disulfidebruggen. Het eiwit is slecht oplosbaar in water en komt in melk voor als een suspensie van deeltjes die “caseïnemicellen” worden genoemd. De micellen worden beschouwd als colloïdale deeltjes.
Caseïne Veiligheid en Gezondheidszorgen
Een klein percentage mensen is allergisch voor caseïne en zou het moeten vermijden, maar de meeste negatieve pers die het eiwit krijgt met betrekking tot de gezondheid is ongegrond. Onderzoek naar een vermoedelijk verband tussen melkconsumptie en kanker heeft aangetoond dat caseïne niet kan worden geïdentificeerd als een oorzakelijke chemische stof. Vroege studies die een verband legden tussen chronische ziekten en de A1 of A2 bèta caseïne genetische varianten zijn niet gestaafd door modern onderzoek.