De apparatuur voor wildlife fotografie kan zeer gespecialiseerd zijn en maakt vaak gebruik van andere lenzen en apparatuur dan de meeste andere disciplines. De meeste lenzen voor wildlife-fotografie hebben een zeer lange brandpuntsafstand tussen 150 mm en 600 mm, waardoor de fotograaf een strakker beeld kan krijgen dat het frame vult met het onderwerp van zijn keuze. Hoewel de meeste wilde dieren worden gefotografeerd met een telelens, kan een groothoeklens opvallende opnamen opleveren van dieren in hun omgeving.
Enkele andere gespecialiseerde uitrustingen zijn cameravallen, schuilhutten, ghillie-pakken en flitsvergroters. Wildlife fotografen hebben ook speciale Human Energy Concealment Systems (bekend als HECS) gebruikt om verstoring van wilde dieren tijdens het fotograferen te verminderen.
Fotografietips voor insectenEdit
Macrofotografietechnieken zijn gebruikelijk voor het maken van foto’s van insecten. Sommige specifieke technieken kunnen van bijzondere waarde zijn, bijvoorbeeld, moet u bij goed licht fotograferen, de schaduw van de fotograaf op het onderwerp vermijden, plaatsen kiezen waar insecten niet weinig, maar juist veel voorkomen. Het is een goed idee om met een digitale camera burstopnamen te maken en dan de beste opnamen te selecteren, of om een flitser of telelens te gebruiken. Kleine scherptediepte bij macrofotografie kan vaak een extra diafragma noodzakelijk maken, waarbij soms iets van de beeldkwaliteit wordt opgeofferd door een hogere lichtgevoeligheid in te stellen.
Fotografietips voor vogelsEdit
Veel vogels zijn goedziend, hebben een goed geheugen, en kunnen een groot aantal kleurschakeringen onderscheiden. Daarom doet een fotograaf er verstandig aan natuurlijke camouflage middelen te gebruiken, vooraf een schuilplaats voor te bereiden of de vogels aan hun aanwezigheid te laten wennen. U kunt ook een lokvogel of een camera met bewegingssensor gebruiken om foto’s van vogels te maken.
De meeste vogelfotografie maakt gebruik van telelenzen. Lange lenzen zijn gevoeliger voor cameratrilling.
Fotografietips voor dierenEdit
Camouflage is een belangrijk element van wildlife fotografie. Een fotograaf moet zijn/haar uiterlijk laten veranderen en zijn/haar apparatuur laten camoufleren met speciale hoezen en camouflagenetten. Er zijn speciale afdekkingen verkrijgbaar om het geluid van het ontspanmechanisme van de camera te dempen. Het sissende geluid dat de elektronische flitscondensatoren gewoonlijk maken is eveneens onnatuurlijk en kan van verre worden gehoord.
Dieren zijn goed in ruiken. Het gebruik van deodorant, toiletwater of parfum wordt sterk aanbevolen. Het is ook belangrijk om de windrichting in de gaten te houden, want dieren zijn goed in het herkennen van menselijke geuren. Een algemene aanbeveling bij het fotograferen van dieren is om stil en onbeweeglijk te wachten in een schuilplaats die aan de lijzijde is gepositioneerd.