Zorgen over de veiligheid van aspartaam

Naar aanleiding van door Italiaanse wetenschappers gepubliceerd onderzoek dat suggereert dat de kunstmatige zoetstof aspartaam kanker kan veroorzaken, heeft de Amerikaanse Amerikaanse consumentenorganisatie Center for Science in the Public Interest in juni 2007 dringend verzocht om een herziening van de veiligheid van het product door de Food and Drug Administration (FDA).

Wat is aspartaam?

Aspartaam, dat sinds 1981 in de VS op de markt is, is voornamelijk samengesteld uit twee veelvoorkomende aminozuren, asparaginezuur en fenylalanine. Elk van deze is ook een bouwsteen voor conventionele voedingsmiddelen zoals eiwitten en natuurlijke smaakmoleculen. Voordat het door de FDA werd goedgekeurd, werd de veiligheid van aspartaam in meer dan 100 wetenschappelijke studies getest. Deze studies werden uitgevoerd op zowel mensen als proefdieren en omvatten studies op ratten die aspartaam kregen toegediend in doses van meer dan 100 keer de hoeveelheid die mensen normaal zouden consumeren.

De Italiaanse aspartaam kankerstudie

De gegevens die de controverse hebben aangewakkerd komen uit een rapport van onderzoekers van de European Ramazzini Foundation (ERF) in Bologna, Italiƫ, gepubliceerd in 2005. De wetenschappers voerden tests uit op meer dan 4.000 ratten die regelmatig hoge doses aspartaam consumeerden en mochten leven tot ze op natuurlijke wijze stierven. Wetenschappers van ERF concludeerden uit hun studie dat aspartaam kanker veroorzaakt en dat het huidige gebruik en de consumptie van de zoetstof opnieuw moeten worden geƫvalueerd.

De controverse leidde tot een herziening van de gegevens door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) in mei 2006. In een persbericht van de EFSA stond toen onder meer dat de EFSA in haar beoordeling van de studie van het ERF concludeerde dat op basis van al het bewijsmateriaal waarover de EFSA op dit moment beschikt, de conclusie van het ERF dat aspartaam kankerverwekkend is niet wordt ondersteund door de gegevens en dat de EFSA geen noodzaak ziet om haar eerdere wetenschappelijke advies over de veiligheid van aspartaam verder te herzien of om de aanvaardbare dagelijkse inname te herzien.

Wat zegt de FDA over de veiligheid van aspartaam?

Toen de Amerikaanse FDA de resultaten van het ERF-onderzoek vernam, heeft zij ook de onderzoeksgegevens van ERF opgevraagd om de bevindingen te evalueren. Op 28 februari 2006 ontving het bureau een deel van de gevraagde gegevens. De FDA gaf in mei 2006 de volgende verklaring af:

    We zijn de door ERF verstrekte gegevens actief aan het bestuderen en zullen ons onderzoek van die gegevens zo spoedig mogelijk afronden. Wanneer de FDA klaar is met haar beoordeling van de gegevens van het ERF-onderzoek, zal zij haar conclusie bekendmaken.
    Sinds het voor het eerst werd goedgekeurd voor gebruik in de Verenigde Staten, is de veiligheid van aspartaam door sommigen in twijfel getrokken. Tot op heden is het agentschap echter geen wetenschappelijke informatie voorgelegd die een wijziging in onze conclusies over de veiligheid van aspartaam zou rechtvaardigen. Die conclusies zijn gebaseerd op een gedetailleerd onderzoek van een grote hoeveelheid informatie, waaronder meer dan 100 toxicologische en klinische onderzoeken naar de veiligheid van de zoetstof.

Samenvattend steunt de FDA op dit moment haar eerdere standpunt over de veiligheid van aspartaam. Echter, vanwege de fenylalanine component, draagt aspartaam wel een risico met zich mee voor mensen met de zeldzame genetische aandoening fenylketonurie. Mensen met deze aandoening moeten het gebruik van aspartaam vermijden of beperken, omdat hun lichaam moeite heeft met het metaboliseren van fenylalanine.

CONTINUE SCROLLING FOR RELATED SLIDESHOW

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.