Een keizersnede is een chirurgische ingreep die wordt uitgevoerd wanneer een natuurlijke, vaginale bevalling geen haalbare kaart is. Volgens de Amerikaanse Centers for Disease Control wordt bijna een derde van de bevallingen in Amerika uitgevoerd door middel van een keizersnede. Deze procedures worden meestal uitgevoerd als reactie op bepaalde medische complicaties die schadelijk kunnen zijn voor de moeder of de baby.
Bijvoorbeeld, als de baby in stuitligging ligt, d.w.z. als zijn voeten of billen in de richting van het geboortekanaal staan, kan een keizersnede worden overwogen. Deze procedure kan ook worden uitgevoerd bij grotere baby’s of als de moeder zwanger is van een tweeling. Als een baby het risico loopt om HIV of een andere overdraagbare ziekte van de moeder op te lopen, is een keizersnede noodzakelijk. Er zijn nog een aantal andere redenen waarom een keizersnede kan worden uitgevoerd, sommige minder ernstig dan andere.
Bij een keizersnede moet een verloskundige twee afzonderlijke chirurgische incisies maken om de baby ter wereld te brengen. Eén incisie wordt in de onderbuik gemaakt en een tweede in de baarmoeder. De incisie in de buikwand wordt horizontaal onder de navel gemaakt en meet ongeveer vier tot zes centimeter in lengte. Voor een keizersnede in noodgevallen kan een verticale incisie nodig zijn. Incisies in de baarmoeder kunnen ook horizontaal of verticaal zijn, afhankelijk van de positie van de baby. De baby wordt dan met het hoofd naar voren gehaald, zodat hij kan ademen en schoongemaakt kan worden. Er worden oplosbare hechtingen gebruikt om de baarmoeder dicht te naaien, en er worden hechtingen, nietjes of chirurgische lijm gebruikt om de buik te sluiten. De hele procedure kan 45 minuten tot een uur duren.