Het staatshoofd is het boegbeeld van een staat, die de eenheid van de staat vertegenwoordigt. Het staatshoofd heeft echter niet altijd veel echte macht.
In een moderne republiek is het staatshoofd een president, die meestal door het volk of door een parlement wordt gekozen. In een monarchie is het staatshoofd de koning of koningin. Sommige landen hebben verschillende systemen – Recep Tayyip Erdoğan van Turkije is bijvoorbeeld zowel staatshoofd als regeringsleider, wat bekend staat als een uitvoerend systeem.
In een moderne monarchie heeft het staatshoofd meestal weinig echte macht. In plaats daarvan is de machtigste persoon het hoofd van de regering. Dit is meestal de leider van de politieke partij die bij verkiezingen de meeste zetels wint. In deze gevallen wordt de koning beschouwd als de leider van het land, maar hij moet altijd de beslissingen nemen die het regeringshoofd hem adviseert te nemen. De koning of koningin voert de nationale ceremonies uit. Het Verenigd Koninkrijk werkt op deze manier, met de premier aan het hoofd van de regering.
Een president kan de machtigste persoon van het land zijn. Dit is het geval in de Verenigde Staten. Maar soms is er naast een president ook een regeringsleider. De president gedraagt zich dan als een koning of koningin en laat de echte beslissingen over aan het regeringshoofd. De Republiek Ierland werkt als volgt.
In oudere tijden, en in sommige moderne landen, heeft het staatshoofd absolute macht, dit heet een absolute monarchie die de Paus in het Vaticaan heeft.