Tweede Macedonische Oorlog

Vorige: Tweede Punische Oorlog, Eerste Macedonische Oorlog
Volgende: Romeins-Seleucidische Oorlog, Derde Macedonische Oorlog, Kretenzische Oorlog
Tweede Macedonische Oorlog
Datum: 200-197 v.Chr.
Plaats: Griekenland
Uitslag: Romeinse overwinning
Combatanten

Romeinse Republiek
Pergamon
Rhodos
Athene
Ardiaei
Aetolische Liga
Achaeïsche Liga (vanaf 198 v.Chr.)
Sparta (197 v.Chr.)
Boeotische Liga (197 v.Chr.)
Gortyn (197 v.Chr.)

Macedonië
Boeotische Liga (tot 197 v.Chr.)

Commandanten

Publius Sulpicius Galba Maximus
Titus Flaminius
Attalus I

Filips V van Macedonië

De Tweede Macedonische Oorlog werd uitgevochten van 200 tot 197 v. Chr, toen de Romeinse Republiek en een coalitie van voormalige cliëntstaten van Macedonië in Griekenland vochten tegen koning Filips V van Macedonië. Na zijn beslissende nederlaag in de Slag bij Cynoscephalae werd Filips gedwongen al zijn bezittingen in Zuid-Griekenland, Thracië en Klein-Azië op te geven, en werd Rome de nieuwe hegemoon in Griekenland.

Achtergronden

In 200 v. Chr., te midden van de Kretenzische oorlog, kwamen ambassadeurs van Pergamon, Rhodos en Ptolemaeus Egypte naar Rome en stelden de Romeinse Senaat op de hoogte van een geheime afspraak tussen Filips V van Macedonië en Antiochus III de Grote, waarbij Macedonië en het Seleucidische Rijk de Ptolemaeïsche gebieden onder elkaar zouden verdelen. Dit, gekoppeld aan Filips V’s belegering van Abydos in Anatolië in 200 v. Chr., motiveerde de Senaat om voor oorlog te pleiten. De Volksvergadering weigerde aanvankelijk om opnieuw oorlog te voeren zo kort nadat Zuid-Italië was verwoest door de Punische oorlogen, maar Consul Publius Sulpicius Galba Maximus vergeleek de opkomende dreiging met die van Pyrrhus van Epirus en Hannibal voordat zij Italië binnenvielen, zodat het volk uiteindelijk gemotiveerd was om hem te steunen.

Oorlog

De muiterij tegen Tappulus

Terwijl het Romeinse leger zijn aanvoerlijnen over de Adriatische Zee gereedmaakte en Philippus zijn belegering bij Abydos voortzette, kwamen drie afgezanten van de senaat naar Macedonië en boden vrede aan als Philippus en Antiochus hun vijandelijkheden tegen de Grieken zouden staken en Pergamon zouden compenseren voor hun verliezen. Antiochus besloot zich uit de oorlog terug te trekken en zijn hulppact met Filippus te verbreken, die de Romeinse gezanten onbeschaamd afwees en tot oorlog overging. De oorlog begon met de overgave en de massale zelfmoord van Abydos, waarvan de inwoners weigerden onder Filippos’ bewind te leven. Eind november 200 v. Chr. keerde Filippos naar Macedonië terug en vernam dat 20.000 Romeinen onder leiding van Galba in Apollonia waren geland, terwijl 50 oorlogsschepen in Corcyra lagen aangemeerd. Filippos trok op naar de Peloponnesos terwijl Galba het Illyrische platteland plunderde om de veldtocht voor te bereiden. Hij plunderde Antipatria zo grondig dat het pas 700 jaar later weer hersteld was. Nadat hij er niet in was geslaagd Macedonië door de bergen binnen te vallen, werd de zieke en verzwakte Galba vervangen door Publius Villius Tappulus. Het ging nog slechter met Villius, want hij werd onmiddellijk geconfronteerd met een muiterij onder zijn legioenen. 2.000 veteranen uit de Punische oorlogen, die te lang van hun boerderijen en families waren weggeweest, weigerden bevelen op te volgen. De Romeinse strijdkrachten waren enige tijd verlamd, maar Villius beloofde de zorgen van zijn manschappen aan de senaat voor te leggen.

De Slag bij de Aous

Snel hadden zowel het Romeinse als het Macedonische leger zich bij de rivier de Aous gelegerd, en Villius werd vervangen door de patriciër Titus Flaminius, een beroemd filhelleen. Flaminius vertrok met 3000 veteranen naar Griekenland en onthefte Villius van het commando voordat hij een gezant stuurde om met Filippos te onderhandelen. Filippos probeerde Flaminius tot een compromis te bewegen, maar Flaminius verklaarde dat het zijn opdracht was alle Griekse staten te bevrijden en hij eiste dat Filippos Thessalië zou afstaan. Dit provoceerde Filippos om de onderhandelingen af te breken en zich voor te bereiden op de strijd. De daaropvolgende slag bij de Aous werd een Romeinse overwinning, en de Griekse bondgenoten van Macedonië verloren daardoor het vertrouwen in Filips V. Toen de koning met zijn bebloede leger terugkeerde naar Macedonië, verklaarden veel twijfelende mogendheden zich nu voor de Romeinen of bleven neutraal, waaronder de Achaeïsche Liga, Macedonië’s machtigste bondgenoot. De daaropvolgende veldtocht werd een onbesliste patstelling, en Flaminius werd tegengehouden met een belegering bij Atrax alvorens zich voor de winter terug te trekken. Gedurende deze tijd rekruteerde Filips jongeren en oude mannen in het leger, zich voorbereidend op een beslissende slag. Flaminius’ commando werd uitgebreid en in 197 v. Chr. trokken de Romeinen vanuit Boeotië naar het noorden om Philips terugtrekkende leger aan te vallen in de Slag bij Cynoscephalae. De Romeinse legionairs maakten gebruik van het ongelijke terrein om de onbuigzame falanges te omsingelen en slachtten hen na een zwaar bevochten strijd van alle kanten af. In Tempe werden Filips vernederende vredesvoorwaarden opgelegd; hij moest heel Griekenland ontruimen, inclusief Thessalië, en al zijn veroveringen in Klein-Azië en Thracië opgeven. Hij betaalde een grote oorlogsvergoeding, vernietigde zijn zeemacht, stuurde zijn zoon Demetrius als gijzelaar naar Rome, en, het meest vernederend, werd een marionet van Rome.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.